Daar zitten we straks weer, met samengeknepen billetjes op de bank. Ons urenlang door de meest wanstaltige muzikale uitspattingen heen te worstelen, tot we eindelijk horen of Finland, Kroatië en Israël ons genoeg punten gunnen om weer eens keer naar de finale te mogen.

Voor de één is het Eurovisie Songfestival een jaarlijkse martelgang, voor de ander een feest. Iedereen heeft er in elk geval een mening over. Wie zijn wij dan om daarin achter te blijven?

Ondergewaardeerde Liedjes presents: de meest ondergewaardeerde Songfestival-liedjes. Volgens ons dan, want onderaan mag er natuurlijk weer gestemd worden. En dat er verschil is tussen sceptici en fans blijkt ook hier weer – een blogger kan zelfs niet kiezen en verdedigt vijf favorieten. En dat kan, want het is feest.

Wie geef jij douze points?

Keuze Martijn Vet: France Gall – Poupée De Cire, Poupée De Son (1965)

Na 1965 hadden we het Songfestival voor voltooid moeten verklaren

Ik heb getwijfeld over België. Als er één land is dat een paar zwaar ondergewaardeerde songfestivalliedjes inzond, dan is het wel het land van Pas de Deux en Telex.
En met een beetje fantasie had France Gall ook best voor België uit kunnen komen, daar doen ze bij Eurovisie niet zo moeilijk over. Maar het werd Luxemburg.

Iedereen die liedjes pretendeert te schrijven, zou dagelijks verplicht tienmaal naar Poupée de Cire, Poupée de Son moeten luisteren. Het is in feite één groot euforisch refrein, met twee keer een subtiel bruggetje en natuurlijk een kleine solo, die precies de melodie van het refrein volgt. Een melodie zo onweerstaanbaar dat je je afvraagt waarom het Songfestival na 1965 niet gewoon voor voltooid werd verklaard. Maar nee, ieder jaar doen weer meer liedjesschrijvers zinloze pogingen deze ultieme winnaar naar de kroon te steken. Ze mogen de grond nog niet kussen waar schrijver Serge Gainsbourg op heeft gelopen.

Keuze Ilona de Bok: Bucks Fizz – Making Your Mind Up (1981)

De boodschap: eerst slettebakken, dan pas een relatie aangaan

Las Ketchup, kennen we die nog? Drie leuke, frisse meiden die een schattig dansje doen en met een aanstekelijk accent zingen. Bij het zien van het dansje moest ik meteen aan Bucks Fizz denken. Dát was pas een dansje.

Heerlijke frisgekleurde, gladgeschoren jongens en meisjes die vol enthousiasme ingestudeerde dansjes deden die en masse na werden gedaan in de bar/dancing. Geloof me, zo oud ben ik (nog) niet, want ik was twee toen Bucks Fizz het Songfestival won. Ik kan me er dus geen bal van herinneren. Maar toch heeft Bucks Fizz zo’n magische uitwerking op mijn muzikale brein dat ik jaren nadien nog steeds vind dat dit het beste songfestivalnummer ooit is.

Soit, Après Toi van ons Vicky, het hele oeuvre van Johnny Logan en natuurlijk Abba zijn de bom hoor. Begrijp me niet verkeerd. Ook een mopje J’aime La Vie of Alles Heeft Een Ritme zing ik schaamteloos mee. Maar Bucks Fizz blijft de beste.

Pas later begreep ik beter waar het over ging. Bucks Fizz vertelt ons via het wondere kanaal van het songfestival dat we moeten slettebakken voordat we ons vastleggen in een relatie. Schitterend toch. Heel Europa dolenthousiast over een liedje dat je vertelt dat je best naast de pot mag pissen maar dat je ervoor moet gaan als je eenmaal zeker weet dat je voor diegene kiest. Hoe romantisch. En dat is het songfestival, pure romantiek.

Keuze Wouter Tiebot: Herreys – Diggi-Loo Diggi-Ley (1984)

De winnaar van het enige Songfestival is dat ik helemaal van het begin tot einde heb gekeken als 6-jarig kereltje

Een Songfestival Battle… Daar heb ik mij toch maar weer mooi wat op de hals gehaald. Zoals velen hier waarschijnlijk, heb ik erg weinig met het grootste liedjesfestival ter wereld. Maar je moet het hen nageven, het is wel de bekeken en langst lopende tv-show ter wereld. Dus ze zullen wel iets goed doen.

Wat meer kan ik dan doen dan een kleine ode te schrijven aan één van de inzendingen van de afgelopen 54 jaar. En wat voor beter alternatief heb ik, dan een nummer te kiezen uit het land dat dit jaar het festival host en misschien ook wel één van de grootste Songfestival-hits aller tijden heeft gebracht? Zweden is een erg succesvol land op het Songfestival: sinds 1991 eindigde het land slechts acht keer niet in de top 10, en van 1998 tot 2004 eindigde het zeven keer op rij in de top 10. Geen enkel ander land kon eenzelfde resultaat behalen als Zweden in het moderne tijdperk van het Songfestival, waarin elk land in een taal naar eigen keuze – dikwijls het Engels – mag zingen.

Maar om het concept van Ondergewaardeerde Liedjes enigszins trouw te blijven, moet ik natuurlijk wel een nummer kiezen dat toch een beetje in de schaduw staat van die grote hit. Het toeval wil ook nog eens dat dit volgens mij het enige Songfestival is dat ik helemaal van het begin tot einde heb gekeken als 6-jarig kereltje, en waarvan de winnaar al die jaren is blijven hangen in mijn hoofd. Het feit dat het refreintje makkelijk mee te zingen is als 6-jarige heeft hier waarschijnlijk wel iets mee te maken.

Precies tien jaar nadat ABBA de wereld veroverde met Waterloo waren daar de drie Mormoonse broers Per, Richard en Louis Herrey uit Zweden. De allereerste Europese boyband maakte al meer dan tien jaar muziek, initieel samen met zus Marie, en Richard speelde zelfs mee in Fame. Maar het grote succes kwam pas met het nummer Diggi-Loo Diggi-Ley, waarmee ze eerst het Melodifestivalen in Zweden wonnen en vervolgens ook de Europese harten veroverden. Of het nu de guitige blonde koppies zijn, de fantastische synchrone danspasjes, het aanstekelijke refreintje, het feit dat dit de enige winnaar is die ik live heb meegemaakt, of die geweldige gouden schoentjes; feit blijft dat het nummer tot de dag van vandaag in mijn hoofd zit als ik aan het songfestival denk.

Na die grote hit die zij internationaal hadden, is het enige vermeldenswaardige feit dat de Herreys als eerste Westerse band achter het ijzeren gordijn getourd hebben. En als ik er dan aan terug denk en de beelden terugkijk, denk ik: waarom??

Oordeel zelf.

Keuze Jaap Bartels: Alice & Battiato – I Treni Di Tozeur (1984)

Een operettekoor over laten vliegen naar Luxemburg voor zeven hele seconden

I Treni Di Tozeur spookt alweer 29 jaar door mijn hoofd als de winnaar van het Eurovisie Songfestival in 1984. Toch moesten Alice en Battiato de Zweedse Herreys voor zich dulden met het nietszeggende Diggi-Loo Diggi-Ley (bij ons op het schoolplein al snel vertaald in Dikke Lul Dikke Snee, maar dat terzijde). Het prachtig meeslepende lied over de treinen van Tozeur werd slechts vijfde, terwijl ze zo hun best hadden gedaan. Speciaal voor het liedjesfestijn hadden ze een drie kelen tellend operettekoor naar Luxemburg over laten vliegen, dat precies zeven hele seconden lang te horen is in de finale van het lied.

De sexy Alice Visconti werd geboren als Carla Bissi en had als ze blond was geweest uitstekend door kunnen gaan voor zo’n typisch Italiaans Rai Uno-meisje. Franco Battiato zag eruit alsof hij rechtstreeks van de set van een kantoorsoap was aan komen lopen. Maar wat klonken ze mooi, samen, temidden van de aanzwellende violen. En dan, in de apotheose, trekken ze alle registers open met het eerder genoemde operettedrama. Kijk mensen, zó maak je een Songfestivallied!

Keuze Sander van Trijen: Sandra Kim – J’Aime La Vie (1986)

Waarschijnlijk staat ze nu wekelijks op giro-fuiven mee te playbacken

Om meerdere redenen is dit een noemenswaardig nummer; meerdere, bijzondere, opvallende redenen. Enerzijds omdat dit nummer niet eens gezongen had mogen worden in de finale, tenminste niet door Sandra Caldarone. Want deze jeugdige zangeres was slechts 14 jaar toen ze deelnam aan het Eurovisie Songfestival. In België doen ze niet zo moeilijk over leeftijd en regeltjes blijkbaar. Ze zal dus de jongste winnares van het Songfestival ooit blijven.

Opvallend is dat haar artiestennaam ontleend is aan Kim Wilde. Die in 1986 – het jaar dat Sandra Kim het songfestival won – ook haar grootste succes boekte met You Keep Me Hangin’ On. Zowel voor Sandra als voor Kim was het een bijzonder jaar.

J’Aime La Vie heeft acht weken op nummer 1 gestaan in de Belgische Top 30. Andere grote successen zijn uitgebleven voor Sandra Kim. Waarschijnlijk staat ze nu wekelijks op giro-fuiven mee te playbacken. Kan me niet voorstellen dat ze die hoge noten nog kan halen, na een nogal bewogen carrière achter de coulissen.

Dit nummer had ook zomaar in de Guilty Pleasure Battle terecht kunnen komen. Want op een zonnige dag als vandaag j’aimet iedereen toch van la vie!

En als het regent. Gewoon volume op 10! En stiekem een beetje mee bewegen.
Of als je het niet kunt laten ‘volle gas’ op het bureau dansen.

Keuze Gonnie Spijkstra: Justine Pelmelay – Blijf Zoals Je Bent (1989)

Hoe fantastisch is het als je geliefde vindt dat je goed bent zoals je bent? Jammer alleen van die hoge noot aan het eind

Waarschijnlijk ben ik een sentimentele doos, maar ik vind dit nummer echt prachtig. Het is een lekker meeslepend deuntje, en het thema is zó lief. Hoe fantastisch is het als je geliefde vindt dat je goed bent zoals je bent?

Hoe vaak willen vrouwen niet hun man veranderen? Terwijl we allemaal weten dat dat zinloos is. Bovendien: je hebt zelf vast ook gewoontes die niet al te sympathiek zijn. Het scheelt je een hoop energie als je sommige dingen gewoon accepteert.

Let er eens op: vaak zijn het alleen de mannelijke artiesten die iets liefs zingen over hun verkering. Terwijl de vrouwen hun mannen muzikaal van alles toewensen.

Er moeten dus meer liedjes komen zoals deze.

Des te tragischer is het dat Justine de hoge noot niet haalde aan het eind. Had ze deze wel gehaald, dan zou ze elk jaar weer besproken worden, in het rijtje met Teach-In en Lenny Kuhr. En daarom vind ik Blijf Zoals Je Bent het meest ondergewaardeerde Songfestivalnummer.

Keuze Stefan Koopmanschap: Stefan Raab – Wadde Hadde Dudde Da (2000)

Over the top, maar toch onterecht compleet genegeerd

Over de jaren heen hebben we, naast een groot aantal heel serieuze inzendingen vanuit de deelnemende landen, ook best veel ‘bijzondere’ inzendingen gehad. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de metal band Lordi uit Finland die in 2006 het Songfestival won(!).

Maar het hoeft niet heel extreem te zijn om toch bijzonder te zijn. In 2000 stuurde Duitsland niet een zanger maar een komiek naar het Songfestival. Stefan Raab deed mee met het over the top vrolijke Wadde Hadde Dudde Da en behaalde daarmee een vijfde plaats. Een niet onverdienstelijke prestatie volgens mij, maar toch is het nummer wat mij betreft ondergewaardeerd. Waar je sommige songfestivalnummers nog jaren op de radio hoort is juist een nummer als Stefan Raab’s Wadde Hadde Dudde Da eigenlijk compleet genegeerd. En dat is bijzonder jammer, want ook al is het best wel over the top, het is toch vooral een bijzonder vrolijk nummer dat naar mijn mening niet de aandacht heeft gekregen die het zou moeten krijgen. Vooral als je het vergelijkt met het drama wat Nederland dit jaar instuurt en helemaal grijs gedraaid wordt op de Nederlandse radio.

Keuze Rob Gommans: Patricia Kaas – Et S’il Fallait Le Faire (2009)

Frankrijk doet al jaren wat Nederland dit jaar pas doet: een artiest en een nummer sturen omdat het gewoon góed is

Muzikale correctheid en het Songfestival, het zal altijd blijven botsen. Ik ben zelf alle schaamte al lang voorbij. Blèr mee met Zweedse schlagers, doe een dansje op de platste danceknallers uit Oost-Europa en krijg kippenvel van Spaanse powerballads.

Maar natuurlijk blijft er altijd wat knagen. Kan ik dit wel verantwoorden tegenover mijn eigen cd-kast en vrienden die nog altijd denken dat ik over énige smaak beschik? Gelukkig heb ik dan mijn eigen Eurovisievluchtstrook, en die heet Frankrijk. Dat land doet wat Nederland dit jaar voor een van de eerste keren doet: een artiest en een nummer sturen omdat het een goede artiest en (uitzonderingen daargelaten) een goed nummer is. En zeker niet omdat iets ‘typisch Songfestival’ is.

Als je de Franse inzendingen van de afgelopen tien jaar bekijkt, zie je een aardige doorsnee van wat Frankrijk op popgebied te bieden heeft. Van de fijne elektropop van Sebastien Tellier (2008) tot de popera van Amaury Vassili (2011) en van de feestrock van Les Fatals Picards (2007) tot de heroïne-chic-blues van Amandine Bourgeouis (komende zaterdag in de finale).

Maar de absolute topper stuurden de gallo’s in 2009. Diva Patricia Kaas mocht het toen proberen met de intense zuchtballad Et S’il Fallait Le Faire. Als het nodig is stop ik de aarde, en doof het licht zodat jij kunt blijven rusten. Mooie melodramatische poëzie, door La Kaas gezongen alsof ze er bijna in bleef, gewoon in d’r eentje, op een immens Las Vegas-achtig podium. Niet eens in de zaal zitten en je toch spontaan in applaus laten uitbarsten, dat werk. Wie dit hoort en ziet, denkt geen moment aan het spreekwoordelijke circus dat het Songfestival altijd wordt toegeschreven.

En zolang er tussen het platte vermaakt dit soort pareltjes te vinden blijven, schaam ik me er niet voor om te zeggen:

I hartje Eurovisie!

Keuze Juan Gomez Ocampo: Daniel Diges – Algo Pequeñito (2010)

In één sprong was het sprookje uit

De titel Ondergewaardeerde Songfestivalliedjes kan op twee manieren opgevat worden.

Is het lied ondergewaardeerd op het festival zelf? Stel: een land stuurt een geweldig lied, vinden zij zelf, maar dan blijkt je nummer niet begrepen te worden door de rest van Europa. Of is het liedje ondergewaardeerd na het winnen of behalen van goed resultaat op een festival?

Het Eurovisie Songfestival heeft genoeg pareltjes voortgebracht. Ook veel meuk, dat moet natuurlijk ook gezegd worden. Maar, heb je eenmaal een zwak voor dit festijn, dan vind je al vaak iets goed, mooi of leuk. Niet alles is van zulke kwaliteit dat we kunnen zeggen dat het goede popsongs zijn. Maar ach… het gaat om het totaalplaatje, ook al heet het toch echt een Songfestival.

Mijn keuze is er niet bij één gebleven. Hieronder heb ik een top vijf gemaakt van liedjes die ik toch nog even onder de aandacht wil brengen. De nummer één (wat niet wil zeggen dat dit het beste is – ik moest een keuze maken) nomineer ik dan voor de battle.

5. Mor Ve Ötesi – Deli (Turkije, 2008)

Eén van de leuke dingen van het Eurovisie Songfestival is dat je nummers hoort die goed klinken, maar je verstaat er geen reet van. sinds 1999 mag een land zelf bepalen in welke taal het zingt. Mor ve Ötesi vertegenwoordigde Turkije in 2008 en zong in het Turks. Deli betekent Gek maar verder dan dat kwam ik nooit. Het is niet een nummer dat je op een Eurovisie podium verwachtte. Tegenwoordig durven landen meer risico’s te nemen en experimenteren met meer muziekstijlen. Voor mij blijft het een echt Eurovisie Rock nummer dat veel meer verdiende dan een 7de plaats in de finale.

4. James Fox – Hold On To Our Love (UK, 2004), Max – Can’t Wait Until Tonight (Duitsland, 2004)

Ja, je ziet het goed. ik heb hier een beetje gesmokkeld. Heb twee nummers uit hetzelfde jaar op één plaats gezet. Ik had er zo nog een stuk of drie uit datzelfde jaar kunnen plaatsen. Het was, vond ik, een jaar waarin sterke nummers werden gestuurd. En wat gebeurt er als je teveel goeie nummers in één finale hebt? Juist: dan wint het slechtste nummer, met berenvellen, vuur en gezongen in een soort brabbel Engels.

Maar ik ben hier om deze ondergewaardeerde nummers te verdedigen. Duitsland kwam met Max en de Britten kwamen met James. Wat deze nummers gemeen hebben is dat er om de act heen geen poespas zat. Max zong heel simpel zittend op een kruk. Een jazzy nummer wat zo in een willekeurige nachtclub gedraaid kan worden. De simpelheid en het less is more-gehalte van dit liedje spreken mij erg aan. Er had meer in moeten zitten dan een achtste plaats. De Britse inzending deed het minder goed in de finale. Een jonge zanger met een frisse uitstraling en een pakkend popliedje wat naar country neigt stond daar alleen met zijn gitaar en eindigde slechts zestiende. Helaas.

Beetje guilty pleasure, maar dat zijn ze natuurlijk allemaal.

3. Francess Ruffelle – Lonely Symphony (UK, 1994)

In 1994 maakte Ierland een hattrick compleet door drie keer achter elkaar te winnen. Francess Ruffelle zong daar, voor het Verenigd Koninkrijk, met overtuiging haar Lonely Symphony maar  werd slechts 10de. Een, voor die tijd, moderne popsong met een intrigerende melodielijn. Ik luister er nog graag naar.

2. Brainstorm – My Star (Letland, 2000)

In 2000 debuteerde Letland op het Eurovisie Songfestival. De vrij jonge band Brainstorm zong het vrolijke en eigentijdse My Star. Het enthousiasme en plezier van de leadzanger staat mij nog zo bij. Dit bandje deed mee, zong en had plezier on stage. En met succes want ook de rest van de Songfestival-kijkers waardeerden dit en het werd derde. Ik had verwacht dat het een grote Europese hit zou worden, maar niets was minder waar. Na het festival kreeg de single geen enkele aandacht en dat is jammer. Want ik word er blij van als ik er naar luister.

1. Daniel Diges – Algo Pequeñito (Spanje, 2010)

Het nummer wat ik ga nomineren komt uit Spanje. Daniel Diges bezong in een sprookjesachtig walsje ‘de kleine dingen’.

De zanger heeft een dijk van een stem en het nummer zit goed in elkaar. Het begint klein en bouwt op tot een soort van explosie. Geheel in Eurovisie traditie gebracht met bijbehorende poppenkast. Een levende in dit geval. ‘Het Sprookje’ wordt tijdens de finale na ruim een minuut bruut uitgeblazen door Jimmy Jump. De man blijft nog behoorlijk lang op het podium staan en verstoorde de act.  De professionele Daniel blijft gewoon door zingen, maar je ziet aan zijn gezicht dat hij woest is. Aan het einde van de show mag Daniel het nummer nog een keer zingen.

Ik denk dat het daar fout is gegaan. Spanje wordt vijftiende, Denemarken vierde. ‘Wat hebben de Denen hier nu mee te maken?’ hoor ik je denken. De Denen traden officieel als laatste op, dus was het ook het laatste land dat je punten kon geven. Hoeveel televoters zullen niet gedacht hebben: ‘Dat laatste nummer vond ik het leukst.’ Je hoort de Spaanse inzending, maar je stemt op de Deense. Juist.  Of misschien wil ik denken dat het zo is gegaan. Algo Pequeñito verdiende veel meer dan zo’n ‘kleinigheidje’

Keuze Edgar Kruize: 3JS – Je Vecht Nooit Alleen / Never Alone (2011)

De roemloze ondergang bewijst alleen maar dat dit liedje te goed was voor het malle Songfestival-circus

Naar verluidt gaf ik in 1974 mijn eerste teken van leven toen mijn zwangere moeder naar het Eurovisie Songfestival zat te kijken en ABBA destijds won. Of het een ‘zet ‘m wat harder’ of ‘mag die herrie uit’ trap was, daar kunnen we bijna veertig jaar later alleen nog maar naar gissen. Toch heb ik nooit wat gehad met het Eurovisie Songfestival. Om de doodeenvoudige reden dat het muzikaal amper interessant te noemen is.

In 2011 werd ik als freelance journalist naar Düsseldorf gestuurd om een reportage te maken over het Eurovisie Songfestival. Een klus waar ik normaal dus gewoon ‘nee’ tegen zou zeggen, maar dat jaar had ik er een goed gevoel over. Een heel goed gevoel zelfs. Want de 3JS deed mee en die hadden me toch een prima liedje geschreven, dat kon gewoon niet misgaan. Achteraf bleek natuurlijk dat juist door alleen op de kwaliteit van het liedje te focussen je nog geen deuk in een pakje boter slaat op het Eurovisie Songfestival. Dat Je Vecht Nooit Alleen, voor het festival vertaald en Engelstalig als Never Alone opgevoerd, roemloos ten onder ging is een understatement. Het liedje werd het mikpunt van spot, omdat het als allerlaatste eindigde met in totaal slechts dertien punten. Acht van België, vijf van Bulgarije.

Waar het aan heeft gelegen? Geen idee. In ieder geval niet aan de kwaliteit van het liedje. En het nummer verdient dan ook een enorme herwaardering. Je Vecht Nooit Alleen is ook twee jaar later nog steeds een fantastisch nummer. Beginnend met een mooi en aantrekkelijk gespeeld intro, doorgaand in een steeds verder aanzwellend maar nergens ontsporend geheel, waar onder een erg lekker basloopje zit en dat ondersteund door frivool gitaarwerk naar een machtige finale toewerkt. Zeker de Nederlandstalige versie blijft uitmuntend, omdat daarbinnen de erg fraaie tekst – ondanks enkele grammaticale vrijheden – opvalt.

Maar het is uiteindelijk de stem van Jan Dulles, sowieso één van ’s-lands beste zangers als je het mij vraagt, die het nummer in kracht en emotie nog eens een extra duw geeft en van en goed liedje een héél goed liedje maakt. Luister heel objectief en je kunt niet anders dan concluderen dat Je Vecht Nooit Alleen/ Never Alone verreweg het beste liedje is dat Nederland in jaren heeft ingezonden.

En die laatste plek dan? Gewoon het bewijs dat het nummer te goed was voor dat malle circus dat Eurovisie Songfestival heet.

Keuze Freek Janssen: Anouk – Birds (2013)

Laat ze maar lullen, Anouk

Ach, Anouk. Als kind van de grunge-generatie uit de jaren negentig heb ik altijd een gespannen verhouding met haar gehad.  Nobody’s Wife en Sacrifice kon ik best tolereren, maar ten tijde van Girl was mijn waardering voor haar al diep gezakt. Wat ooit begonnen was als een blonde imitatie van Skunk Anansie bleek steeds meer een hitmachine te zijn, verhuld als een rockchick.

Maar Anouk bleef veranderen, en daardoor gelukkig ook verrassen. One Word vind ik een van de mooiste Nederlandse liedjes uit de zeroes. Ook haar soul-uitspattingen als Good God en Woman vond ik best amusant, alhoewel ik niet eens een liefhebber ben van het genre.

Ik ben pas definitief om na haar aankondiging om aan het Songfestival mee te doen. Damn, girl, dát hadden we nodig! Aan de kant met de 3J’s, Toppers en Sieneke. Hoog tijd om aan Europa te laten zien dat we ook goede artiesten in Nederland hebben. En het is ook nogal een risico om als de populairste zangeres van Nederland je hoofd op het hakblok te leggen. Niks dan lof.

Laat ze maar lullen, Anouk.

En kwam Birds. Heel RTL Boulevard-minnend Nederland viel over haar heen, omdat ze niet had gekozen voor een stoer rock-nummer, maar een mysterieus, fragiel liedje. So, fucking, what? Birds is, in mijn bescheiden mening, de beste Nederlandse inzending ooit. En Anouk bij mij kan nooit meer kapot, of ze nu de finale haalt of niet.

[polldaddy poll=7102107]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.