Van Papa Was A Rolling Stone (wherever he laid his hat, was his home) tot Father Of Day Father Of Night. Van de nietsnut tot God de Vader zelf en alles daar tussenin. De man met nageslacht. Hij die het vlees snijdt op zondag. Hij die langs de lijn zijn kind aanmoedigt. De man die zich op de Autobahn Max Verstappen waant, maar ook de man die vluchtelingen uit de Middellandse Zee redt of een open hartoperatie verricht.

Natuurlijk, vrouwen kunnen dat ook, en vaak meer dan één ding tegelijk, want de man staat erom bekend zich in het algemeen met één ding tegelijk bezig te kunnen houden. De enige succesvolle nevenactiviteit is het schurken aan de balzak. De inhoud van die balzak zorgt er overigens wel voor dat de man een vader wordt, en daar gaat het deze week over. Het wonder van het vaderschap in de muziek. Zetten we vorige week de moeder in het zonnetje, deze week is dat de vader. En al is het niet altijd even heroïsch, ook hij verdient waardering.

Keuze Willem Kamps: The Pretty Things – S.F. Sorrow is Born (1968)

Een heftige LSD-trip

Een jubelende trompet, want een vreugdevolle gebeurtenis: Sebastian F. Sorrow is geboren. Sebastian is het eerste kind van de Sorrows; het stel dat kort daarvoor in een niet bij name genoemde plaats in een naamloze straat op nummer drie is komen wonen, nadat het al een week of tien leeg stond. Naast z’n naam is het enige detail het huisnummer, waar de F voor staat is onbekend en ook de rest is grijs en grauw, in een zwartgeblakerd industriestadje, met walmende schoorstenen, waar vader Sorrow de kost verdient in the factory of misery.

S.F. Sorrow is Born is de opening van de allereerste rockopera uit de muziekgeschiedenis. Vijf maanden voor het verschijnen van The Who’s veel en veel succesvollere Tommy brachten The Pretty Things S.F. Sorrow uit. De plaat werd  grotendeels geschreven en opgenomen in de Abbey Road studio’s, in dezelfde periode dat The Beatles werkten aan The White Album. The Things maakten daarom gretig gebruik van de Beatles’ mellotron en sitar. Die mellotron hoor je terug in S.F. Sorrow is Born. Ook het jubelende trompetje komt daaruit.

S.F. Sorrow is een verhaal zoals F’s achternaam – leed, treurnis, pijn. Slechts een enkel lichtpuntje komt voorbij, als inleiding tot nieuwe narigheid. Als Sebastian in dezelfde fabriek als zijn vader gaat werken ziet hij haar elke dag staan, glimlachend bij het hek: she says good morning. Hij zegt hetzelfde terug. Wanneer hij zich bij het leger aanmeldt – er moet een oorlog uitgevochten worden – en haar na de strijd naar een nieuw land laat overkomen, ziet hij zijn geliefde bij aankomst in de vlammen van een neerstortende ballon omkomen.

Sorrow en nog meer sorrow. Het verhaal of, beter, het libretto, is van de hand van zanger Phil May. Niet dat Phil toen zo’n depressief geval was, maar het zal zijn visie op het begin van vorige eeuw zijn geweest. Neem daarbij een flinke LSD-trip en je waant je Sebastian F. Sorrow die zijn ogen afstaat aan Baron Saturday, in een verdraaid gezicht zichzelf herkent en geholpen door de Baron onder het gewelf van zijn gehemelte door zijn eigen slokdarm betreedt. Psychedelica in optima forma.

Maar die vader dan? Ja, die heeft in het begin van het verhaal slechts een klein rolletje, als ie samen met zijn vrouw komend from up North op nummer drie is ingetrokken en in die stinkfabriek de kost verdient. Een figurant met onbekend karakter. Maar was hij in dat troosteloze rijtjeshuis geen vader geworden, dan hadden we nooit van Sebastian F. Sorrow gehoord. En dat zou heel spijtig zijn.

Keuze Hans Dautzenberg: John Prine – Hello In There (1971)

Hallo

Het is niet ver van Tilburg naar Turnhout. Geboren Turnhouter Guido Versmissen, beter bekend als Guido Belcanto, speelde bijna een thuiswedstrijd. Toen, ergens eind jaren ’80 bij een cultureel festival op de universiteit. Zijn podium was 10 centimeter hoog en ik zat ernaast. Op een houten klapstoel.

Belcanto verstaat de kunst van het leven. Hij vertolkt de snik, de liefde en de schoonheid achter de sanseverias. Hij begrijpt de soul van het volk. Als liefhebber van de betere popmuziek (minus de Pixies) wist ik: dit is écht. En ik zag het licht. Ik begreep mijn vader die mij meenam als hij op zondagochtend met zijn vrienden ging biljarten. Die mij op een barkruk plantte achter de flipperkast. Die altijd een centimeter in zijn bierglas liet staan. Anders krijg je te snel een nieuwe. Wiens altijd smeulende sigaret tussen zijn vergeelde vingers mij als een dansend vuurvliegje veilig naar huis leidde.

Langzaam verdween ik uit zijn leven en bouwde aan dat van mijzelf. We belden en ik kwam soms op bezoek. Op een goede dag vertelde hij mij dat hij nu als enige nog over was. De laatste van zijn zes broers was overleden. Hij keek er treurig bij.

Hallo Goeiedag heet het liedje dat mede-samensteller van de Ondergewaardeerde 30 Guido Belcanto in 2009 op plaat zette. Het is een cover van Hello In There van John Prine. Het gaat over een man, een vader, die in de herfst van zijn leven is beland en zijn leven overziet. Die constateert dat zijn rol als vader achter hem ligt. Die ervaart dat het leven aan hem voorbij trekt en voorzichtig adviseert om de dreigende vereenzaming van ouderen te doorbreken.

Hello In There is ook gecoverd door Bette Midler, Kris Kristofferson en 10.000 Maniacs (Belcanto verkeert in goed gezelschap). Zangeres Natalie Merchant van die laatste band heeft het ook samen met Michael Stipe en Billy Bragg gespeeld. Mooi.

Keuze Eric van den Bosch: Mr. Big – Daddy, Brother, Lover, Little Boy (The Electric Drill Song) (1981)

Shredden 2.0

De term ‘vader’ wordt vaak ook overdrachtelijk gebruikt. Priesters, Vadertje Tijd, sugardaddy’s, noem het maar op. Mr. Big gooide er meteen maar vier overdrachtelijke termen tegenaan in hun track Daddy, Brother, Lover, Little Boy. Want ze waren gewoon een dame aan het versieren.

Tot zover niets nieuws. Het is een lekker vlotte rocker met een overbekend en eerlijk gezegd niet overdreven inventief uitgewerkt onderwerp. Maar de toevoeging maakte dat het tot op de dag van vandaag een bijzonder nummer is. Paul Gilbert, altijd in voor een geintje, speelt het nummer live altijd deels met een boor. Shredden 2.0 zeg maar. In de video is het vanaf 2:20 te zien.

Ja maar Eric, dat kan toch ook gewoon met een EBow? O vast wel, maar laten we wel zijn, dit is toch veel meer metal? Bovendien is Paul Gilbert iemand die zijn gitaarspel serieus neemt, maar zichzelf veel minder. Ook daar past een gimmick met een boor veel beter bij.

In deze livevideo is de vorige maand aan de gevolgen van de ziekte van Parkinson overleden drummer Pat Torpey nog te zien.

Keuze Tricky Dicky: Lonestar – I’m Already There (2001)

Jeugdherinnering

Mijn vader was heel veel onderweg; zo’n 9 maanden per jaar. Hij was vice-president bij een Amerikaanse reisorganisatie; verzorgde onder meer de inkoop (met uitzondering van de V.S.) en organiseerde en plande de reizen in. Geregeld kregen we een belletje en konden we even met hem praten. Anders dan het gemiddelde gezin, maar ik wist niet beter.

I’m Already There van Lonestar gaat over een lange-afstandsvader, die in gedachten wel altijd aanwezig was en bij thuiskomst een gezellige pa was, die meeging naar de voetbalclub om mij te zien voetballen.

Zanger Richie McDonald kreeg het idee voor het lied toen hij toerde en weken achtereen van huis was en zijn 4 jaar oude zoontje over de telefoon sprak. In maart 2001 werd het uitgebracht en werd hun 6de single die de hoogste positie wist te bereiken.

A little voice came on the phone
Said, Daddy when you coming home?
He said the first thing that came to his mind
I’m already there

We may be a thousand miles apart
But I’ll be with you wherever you are

I’m Already There kreeg na 9/11 een andere dimensie, nadat de V.S. de oorlog aan Irak verklaarde en de militairen uitgezonden werden. Op hun Greatest Hits-album staat een Message From Home-versie met daarin telefoongesprekken van de achterblijvende vrouwen en hun kinderen, die de hoop uitspraken over een veilige thuiskomst. Misschien iets te sentimenteel, maar wel heel begrijpelijk.

Keuze Marcel Klein: Mogwai – My Father, My King (2001)

Joodse hymne voor het voetlicht

Een battle over vaders. Dan is de keus natuurlijk weer heel breed, maar ik zoek het vandaag in de Christelijke (of meer in detail de Joodse) hoek, want de ultieme vaderfiguur is natuurlijk God. Al vanuit het begin in de Bijbel wordt Hij op deze manier geduid en dit komt in het hele boek terug. Ook hier zijn natuurlijk veel nummers over geschreven met dito teksten, maar ik kies hier juist voor een instrumentaal nummer. De band Mogwai kwam in 2001 met het nummer My Father, My King. Een instrumentale song die maar liefst 20 minuten duurt.

Mogwai onstond in 1995 en is een typische postrockband. Veel soundscapes afgewisseld met heftige metal-passages en alhoewel de naam van de band uit het Chinees komt en ‘spook’ betekent, heeft dit voor de band geen speciale betekenis. Wel zijn ze altijd met religieuze thema’s bezig geweest.

Het nummer zelf is gebaseerd op een joodse hymne Avinu Malkeinu wat ook My Father, My King betekent. Het is een hymne die vaak gesproken c.q. gezongen wordt bij het Joods Nieuwjaar. Alhoewel Mogwai er dus een instrumentaal nummer van heeft gemaakt, is de tekst van die hymne: Inscribe us for blessing in thy book of life bij de inner-lines afgedrukt. De tekst van de totale hymne bestaat uit 29 regels, die dus elke keer beginnen met Mijn Vader, Mijn Koning. Het nummer zelf is gebaseerd op 2 belangrijke melodieën uit de Joodse hymne en komen ook steeds weer terug. Vaak wordt deze song ook gespeeld als laatste in de setlist, zelfs al voordat hij in de studio zijn definitieve versie kreeg.

Okay, het is wellicht een lange zit en je moet van de muziekstijl houden, maar het nummer geeft die schoonheid ook terug. Met in gedachten het feit dat de melodie al eeuwen bestaat en op deze manier een nieuwe invulling kreeg. Voor een totaal ander publiek.

Keuze Alex van der Meer: Meindert Talma – 20 jaar Muzikale Fruitmand (2003)

Hemels

Er is natuurlijk ook nog zoiets als een Hemelse Vader. Voor mij persoonlijk al een tijd niet meer, maar voor miljoenen, en miljoenen mensen nog zeker wel. En als ik denk aan liedjes over deze Vader, dan denk ik automatisch aan de Muzikale Fruitmand van de Evangelische Omroep. Want daar hoor je veel gezangen over Hem. Want ja, ik luisterde vroeger vaak naar dit programma. Dat kwam niet omdat ik zo hard geloofde, maar het kwam met name door het feit dat ik een junkie was.

Een radio-junkie, dan. Want als ik tijd had, luisterde ik naar elk uurtje radio van de zender Hilversum 3. En dat betekende ook tot en met 1985 dat ik naar de Muzikale Fruitmand luisterde, want tot die tijd was dat programma gewoon op de voorganger van 3FM te beluisteren. Fascinerend, eigenlijk. De liedjes waren voor mijn jeugdige oortjes al veel te oubollig. En ik zat me kapot te ergeren dat dit programma er was.

Maar wie ben ik om dergelijk programma af te branden. Ik als muzieksnob heb niet te oordelen. Oordeelt niet! Dat staat ook ergens geschreven, geloof ik. Ik wil daarom ook niet iets negatiefs meer schrijven hierover. Net als dat Meindert Talma niet negatief schrijft over de Muzikale Fruitmand. Ook hij moet veel van het programma hebben meegekregen. Maar hij heeft er iets heel moois mee gedaan. Hij heeft er een prachtig nummer over gemaakt. In 1995 debuteerde hij met dit nummer. Het was zijn eerste single. Later heeft hij het weer opnieuw opgenomen voor het album Kriebelvisje in 2003, en ik moet zeggen dat ik het zegen vind om er naar te mogen luisteren.

Een stemmig begin, een slow-rockend middenstuk en een euforisch einde. De negen minuten van deze compositie zijn zo om. Ik moet echter wel concluderen dat ik vermoed dat dit eerbetoon niet snel door het programma zelf zal worden gedraaid. Laat het dan maar alhier opgehemeld worden.

[polldaddy poll=9963253]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.