Er is een groot verschil tussen muziek in de blanke kerk en de zwarte kerk, met welgemeende excuses voor het neerzetten van een stereotype. Waar in de blanke kerk op de (vele) fouten van de mens gewezen wordt, in de zwarte kerk omarmen ze het leven en de religie met veelal vrolijke liedjes: soul met een lading, dus. De gospel is het geestelijke zusje van soul. Onterecht ondergewaardeerd, want vrijwel elke grote soul en R&B-zanger(es) in de V.S. is ooit begonnen als zanger(es) in de kerk: Little Richard, Aretha Franklin, Usher, Whitney Houston, John Legend, Tina Turner, Anthony Hamilton, Diana Ross en James Brown om er maar een paar te noemen.

We kennen allemaal grote gospel-hits, zoals Mary Mary’s Shackles, Norman Greenbaum’s Spirits In The Sky en natuurlijk O Happy Day van de Edwin Hawkins Singers. We hebben minder bekende gospels verzameld.

Keuze Ronald Eikelenboom: Johnny Cash – He Turned The Water Into Wine (1969)

Het wijnjaar nul

Het wordt het eerste wonder genoemd, Jezus die water in wijn veranderde tijdens een bruiloft in Kana. En niet een kannetje of een kruikje maar zes vaten van elk honderd liter. Wijn zo goed dat een van de gasten tot de bruidegom sprak: Iedereen geeft zijn gasten eerst de beste wijn. De minder goede wijn geeft hij daarna, als de gasten al dronken zijn. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!

Jááren later, in 1969, is Johnny Cash samen met zijn vrouw June Carter op rondreis in Israël. Met een cassetterecorder neemt hij zijn indrukken op. Die indrukken, samen met een aantal songs, vormen het album The Holy Land. Op de hoes staat Johnny Cash voor de kapel op de heuvel aan de zee van Galilea, waar Jezus de Bergrede gehouden heeft. Heilige grond dus. Geen heel bijzonder album. Zelfs gospelalbums heeft Johnny Cash beter gemaakt. Daddy Sang Bass, geschreven door gitarist Carl Perkins, is het hoogtepunt van het album en verscheen eerder op single. Op de B-kant het andere lichtpuntje van het album: He Turned The Water Into Wine.

En altijd weer moet ik bij dit Johnny Cash nummer denken aan van Kooten en de Bie als de Positivoos:

Jezus zou ook nu tevreden zijn
Met een wijntje zonder flauwekul
Zoals Jezus dronk in het wijnjaar nul

Keuze Alex van der Meer: Joubert Singers – Stand On The Word (Larry Levan Mix) (1985)

Oh Heer! Ondoorgrondelijke wegen

Verwarrend is het wel als je duikt in de geschiedenis van het nummer Stand On The Word. Ik dacht in eerste instantie gewoon een unieke en leuke disco-versie van een gospel-opname te hebben gevonden. Maar allereerst bleek al snel dat er meerdere versies van waren gemaakt, tot in 2008 aan toe. Om vervolgens te ontdekken dat de versie waar ik mijn eerste voorkeur voor had, iets niet was wat het in naam wel claimde te zijn.

Het begon in 1982, dat is in ieder geval heel duidelijk. In dat jaar schreef Phyliss McKoy Joubert, van de Eerste Baptisten Kerk van Crown Heights in Brooklyn, New York, het nummer Stand On The Word. Er werd dat jaar ook een live opname van gemaakt door het koor van de kerk onder de naam The Celestial Choir, maar het was niet bedoeld om er commercieel de hort mee op te gaan. Toch werd het nummer opgepikt en in 1985 kwam er een mix van uit die veelvuldig in de hippe dansgelegenheden in New York te horen was.

De mix van 1985 staat op naam van DJ Larry Levan. Toen een grote naam in de New York dance-scene. Echter het schijnt dus helemaal niet een mix van hem te zijn. Het waren namelijk twee andere DJ’s die hier verantwoordelijk voor waren, George Rodriguez en Tony Humphries. De naam Larry stond op de eerste originele promo. Dus de mix werd snel gekoppeld aan Levan. En wellicht dat het vervolgens slim was om het zo te laten.

Maar dan de muziek. Daar is geen verwarring over mogelijk. Persoonlijk loop ik er flink mee weg. Het is een subtiele mix die aan het origineel van The Celestial Choir nog behoorlijk veel recht doet. Maar tegelijkertijd ook een mix die er een aantrekkelijke dansbaarheid aan weet toe te voegen. Met als resultaat een meer dan onweerstaanbare gospel-funk-soul-disco symbiose die met recht hemels te noemen is.

Keuze Marcel Klein: Amy Grant – Lead Me On (1988)

Lichtpuntje

Gospelmuziek. Ik blijf het lastig vinden. Vanuit mijn geloofsovertuiging zou dit bij mij wat los moeten maken, maar eerlijk is eerlijk, ik vind maar weinig gospelmuziek echt goed. Voor mij gaat het toch vooral om de muziek, en daar schort het bij veel gospel toch wel een beetje aan. Terecht wellicht, omdat daar de tekst nog meer centraal staat, maar helaas gaat dit nog wel eens ten koste van de muziek.

Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar in mijn beleving zijn er maar een paar lichtpuntjes. Eentje licht ik er dan wel met veel plezier uit, want hier is niet alleen de muziek goed, maar past de stem en dus ook de tekst hier uitstekend bij. Wat mij betreft ondergewaardeerde gospel.

Ik heb het hier over Amy Grant. In Amerika in de jaren ’80 en ’90 ook wel de ‘Queen of Christian Pop’ genoemd. Een bekende naam in de gospelwereld, meer dan 30 miljoen albums wereldwijd verkocht, 6 Grammy’s en heel veel Gospelprijzen. Vanaf tweede helft zeventiger jaren maakte ze Gospelmuziek en halverwege de jaren ’80 wist zij haar stijl langzamerhand aan te passen aan de geldende muziekstijlen van toen. Haar album Lead Me On uit 1988 is hier een goed voorbeeld van. Het titelnummer is het beste nummer en raakt niet alleen muzikaal (met jaren ’80 drums en stevige gitaarsolo) maar ook tekstueel. Niet per definitie gelijk rechtstreeks over God, maar wel over de gevolgen van slavernij en de Holocaust. Maar uiteraard wel de hulp bij God zoeken

Fire in the field
Underneath a blazing sun
But soon the sun was faded
And freedom was a song
I heard them singing when the day was done
Singing to the holy One

Waiting for the train
Labelled with a golden star
Heavy hearted boarding
Whispers in the dark
Where are we going–is it very far?

Lead me on
Lead me on
To a place where the river runs
Into your keeping, oh.

Lead me on
Lead me on
The awaited deliverance
Comforts the seeking, lead on

Keuze Tricky Dicky: Shirley Caesar – Heaven (1995)

Expressie

Als atheïst heb ik niets met kerken, basilieken en kathedralen. Op vakantie wil ik nog wel eens naar binnen sluipen, maar altijd voor verkoeling van de hitte buiten. Je zal mij dus niet op een (oudere) EO- jongerendag aantreffen. Neemt niet weg dat er hele goede gospels zijn, maar een lied (en zeker die met een gelovige inslag) valt en staat met de beleving. Ik kan daarom wel genieten van gospels in de Baptist-kerk, waar een heel koor en voorzanger de aanwezigen in extase kunnen brengen en soms zelfs tot dansen in het kerkpad. Dat zal in een katholieke- of protestantse kerk niet gebeuren, omdat ze daar meer over hel en verdoemenis praten.

Shirley Caesar kon dat als geen andere. Ze nam op haar 12de (1952) haar eerste liedje op en heeft sindsdien meer dan 40 albums opgenomen en heeft 25 Awards (waaronder 11 Grammies) en een heleboel andere awards ontvangen. Pure soul (letterlijk en figuurlijk, dus) en R&B. Haar bekendste singles zijn Hold My Mule, God Will Make A Way en het heerlijke It’s Alright, It’s OK met Anthony Hamilton.

Twee van mijn persoonlijke favorieten zijn Stand The Storm uit 1975 en I Remember Mama (1989), maar daar zijn geen live-beelden van. Er is een clip van de laatste, maar dan mis je de essentie. Het is namelijk van belang de emotionele expressie te zien en horen. Live-beelden zijn er wel van Heaven. Caesar heeft het in 1995 voor het eerst op de plaat gezet (Live…He Will Come) en een jaar later tijdens de Grammy Awards zijn Whitney Houston en CeCe Winans het koortje in het volle besef wie de First Lady of Gospel is.

Keuze Willem Kamps: Spiritualized – Come Together (1997)

Extatische loofmuziek

Ladies and gentlemen, we are floating in space. Nou, dan weet je het wel, we zweven ergens door de kosmos, de muzikale kosmos. Spacerock dus. Maar wat heeft dat in Godsnaam met gospel te maken? Wel, bij Spiritualized veel. Heel veel en zo gek is het niet: spiritualiteit en religie schurken al dicht tegen elkaar aan, overlappen elkaar soms. Een spiritueel leider heeft een eigen overtuiging, zoals ook het geloof een overtuiging is (en niet meer dan dat trouwens), want mij belazer je er niet mee, al sta ik voor de overtuiging van Jason Pierce dan juist weer wel open.

Pierce is de frontman en sinds 1990 de enige constante factor van Spiritualized. En hier is dat frontman in de betekenis van voorganger, ouderling, leidsman. De herder die vanaf de kansel zijn volgelingen toezingt met een gitaar in zijn handen. Alleen die uitbundigheid die gospel zo kenmerkt zie je niet bepaald terug bij Jason. Hij heeft een meer ingetogen performance en misschien komt daar zijn voorliefde voor deze extatische vorm van loofmuziek vandaan; wetende dat het almachtige charisma ontbreekt anderen de aandacht naar zich toe laten trekken.

Ladies And Gentlemen, We Are Floating In Space kwam uit in 1997. Alleen voor het artwork wilde ik de cd al hebben. Een medicijnendoosje met bijsluiter en de cd in een doordrukstrip; one tablet 70 minutes. Ja, en dan natuurlijk die lekkere psychedelische spacerock, waar je vervolgens die gospelaccenten in hoort. Bij Come Together op de plaat nog een beetje verstopt, maar live steekt ie het niet onder stoelen of kerkbanken en geeft ie er aan het eind nog een extra devote slinger aan.

Op Let it Come Down uit 2001 (met dank aan 115 sessiemuzikanten, waaronder het London Community Gospel Choir) is de gospel nog nadrukkelijker aanwezig, helemaal in afsluiter Lord Can You Here Me (When I Call). Pierce had dit al eerder opgenomen (1989) met zijn vorige band Spacemen III. Geïnspireerd door een cover van de band Low nam ie het opnieuw op met Spiritualized waarop het live ook nog eens een publieksfavoriet werd.

Come Together heeft iets verbindends, maar of dat de liefde van God betreft? Bij Spacemen III was het motto al Taking drugs to make music to take drugs to en ook bij Spiritualized gebruikte Pierce niet minder, eerder meer. Helemaal toen zijn vriendin Kate Radley, toetsenist bij Spiritualized, stiekem was getrouwd met Richard Ashcroft van The Verve. En dat kort voor Floating in Space. Gaat Come Together over de onbeantwoorde begeerte voor Kate of zijn onbedwingbare zucht naar drugs? Gelukkig heb ik zelf maar één echte verslaving: muziek. En dan wend ik me regelmatig tot Jason P.

https://www.youtube.com/watch?v=UvdbWai3PFI

Keuze Remco Smith: Solomon Burke ft. Blind Boys Of Alabama – None Of Us Are Free (2002)

Hoogmis

Solomon Burke heb ik nog live gezien. In Tivoli Utrecht, februari 2003, niet lang na het verschijnen van zijn onvolprezen album Please Don’t Give Up On Me. Zijn optreden was net tegen de grens aan wat nog smaakvol was. De troon waarop Solomon gezeteld was, zijn hermelijnen mantel, de zoon die om hem heen draaide met een doek om het hoofd van Solomon te deppen. Het was eigenlijk allemaal behoorlijk over de top. En toch klopte het. Door die prachtige liedjes. Door zijn hemelse stem. Door de sfeer die maakte dat je als concertbezoeker werd opgetild. Geheven boven het dagelijks bestaan, als in een Hoogmis.

De diepe soul van Solomon Burke werd nog verder verdiept in None Of Us Are Free door de weergaloze gospel van de Blind Boys Of Alabama. Het bewijs dat gospel in de 21ste eeuw nog steeds springlevend is.

Keuze Eric van den Bosch: Steve Vai – John The Revelator (2012)

Snoeiharde gospel

Voor een overtuigd (hoewel niet-fundamentalistisch) atheïst heb ik dan opvallend veel gospel en muziek met religieuze teksten in mijn collectie. Neal Morse bijvoorbeeld, een van mijn proghelden, is heel erg in de Here en dat staat volop in zijn teksten, en allesbehalve verdekt. ‘Jesus is my lifeline’, dat werk. Maar ach, als religie een muzikant inspireert is dat weer een pluspunt en dat weegt daar voor mij ruimschoots tegenop zolang niet de halve mensheid een gruwelijke einde wordt toegewenst. Of neem anders het heerlijke album There Will Be A Light van Ben Harper & The Blind Boys Of Alabama. Een album vol blijmoedige belijdenissen, waar je alleen maar vrolijk van kunt worden.

Voor deze keer besloot ik voor een wat minder voor de hand liggende bijdrage te kiezen: Steve Vai. Hè, wat? Steve duizend-noten-per-seconde-Vai? Die ja. Op zijn meest recente album The Story Of Light zette hij een cover van een track die in de jaren dertig van de vorige eeuw werd opgenomen door Blind Willie Johnson, de traditional John The Revelator. Een sample van Blind Willie Johnson’s versie is aan het begin van de track te horen.

Het aardige is dat Vai in zijn versie de gospel volledig intact laat, maar daar snoeiharde rock aan toevoegt. Dat is direct na de inleidende sample al duidelijk. Beverly McLellan (halve-finalist van de eerste jaargang van de Amerikaanse versie van The Voice) is de zangeres van dienst en kan met haar machtige stem zelfs tegen het geweld van Steve Vai en band op. Het gospelkoor en de band krijgen in het refrein een vrijwel gelijkwaardige rol doordat de band en het gospelkoor het vraag-en-antwoord-gedeelte in het refrein heel nadrukkelijk neerzet, doordat de band zo goed als stilvalt als het koor aan de beurt is.

Het knappe van deze track vind ik dat Vai niets van zijn experimenteerdrift achterwege laat, er van een snoeihard rockgeluid sprake is en dat hij desondanks ruimte weet te scheppen voor McLellan en het koor. Blind Willie Johnson had niet kunnen bevroeden dat hij nog ooit te horen zou zijn in zo’n versie…

Keuze Erwin Herkelman: Trinity – Pueblo Mundial (2014)

Beeld bijgesteld

Lang heb ik alles wat ook maar íets met geloof te maken had, zo ver mogelijk van mij vandaan gehouden. Dat had alles te maken met de mening die enkele dominees begin jaren ’90 publiekelijk ventileerden over mijn favoriete muziek. Een voorbeeld hiervan was Dimitri Mulder uit Nijkerkerveen, die in een interview met Jack Spijkerman riep dat die agressieve house en die verering van drugs tot niets anders kon leiden dan een extreem gewelddadige jeugd (en vervolgens zélf op een house-plaat verscheen).

Ik verbaasde me over zoveel kortzichtigheid. Alsof álle houseliefhebbers pillen-slikkende gewelddelinquenten waren. Ik was echter toch óók wel een klein beetje bevreesd dat een dergelijke mening het einde zou betekenen van het genre. De Christenen waren destijds namelijk ook de belangrijkste partij in de regering en konden het dus zómaar verbieden, was mijn idee. Zo ver kwam het natuurlijk nooit, maar het kleurde wel mijn beeld dat ik van gelovigen had. Dus met hún muziek wilde ik ook niets te maken hebben.

En toen kreeg ik een christelijke vriendin.

Jaren ouder en wijzer was mijn beeld over christenen natuurlijk al lang en breed bijgesteld, maar van hun muziek had ik nog maar bar weinig mee gekregen. Er ging dan ook een wereld voor me open toen ik haar CD’s doorakkerde. Namen die ik nog nooit had gehoord maar kennelijk wél stadions uitverkochten. Het verraste me: hoe had dat al die jaren buiten mijn gezichtsveld kunnen blijven?

Af en toe draaide zij ook wat van haar muziek en ik moest toegeven: er zaten echt wel leuke liedjes tussen. En een van de bands die mij bij bleef en die ik uiteindelijk zelfs een keer live heb gezien was Trinity. Een Nederlandse band die haar roots heeft in Peru. Iets dat duidelijk terug is te horen in hun muziek: opzwepend, zonnig, deels in het Spaans. En dat paste me wel.

Keuze Martijn Janssen: Michelle David – My Praise (2016)

Tot op het bot

Ik zeg niks raars als ik verkondig dat Nederland geen gospeltraditie heeft. Ja, er zijn zeker songschrijvers geweest die het geloof in hun liedjes hebben verwerkt, maar dan heb je nog geen gospel. Het moeras, of hier in Nederland de klei, ontbreekt, waar een groep gelovigen zich naar grote hoogten zingt en schreeuwt, waar het collectief het kwade overwint en zo in de hemel belandt. Hier zijn het minder liedjes ter verering maar meer van ontzag. Wellicht dat daarom ook de soul, als samensmelting van gospel en blues, niet in Nederland is ontstaan.

Opvallend is dan wel dat de laatste jaren een paar uitstekende gospelplaten hier zijn ontstaan en uitgebracht. Michelle David is een Amerikaanse zangeres (dat wel) die echter al vele jaren in Nederland woont. Samen met een aantal muzikanten van Beans & Fatback startte zij The Gospel Sessions-project. Hiermee willen ze teruggaan naar de oorsprong van de gospel, het ontdoen van plamuur en franje, om zo de kale schoonheid weer te laten zien. De liedjes worden zo uitgekleed tot op het bot, maar wel gebracht met een overtuiging dat het menens is met De Heer.

Tot op heden zijn er drie Gospel Sessions platen uitgebracht, Volume 1 tot en met 3, en ik vind ze meer dan prima. Volume 2 knalt open met het nummer My Praise. Twee gitaren en een eenvoudige drum, meer is er niet nodig om De Heer te overdonderen met verering. En daar is natuurlijk ook de geweldige stem van Michelle, want wat een geluid! Laat haar maar zingen, dan komen de kerken hier vanzelf weer vol. Nederland mag dan geen gospeltraditie hebben, er is kwaliteit genoeg.

[polldaddy poll=10142669]

2 comments

  1. In Nederland zelfs door het metaalblad Aardschok gewaardeerd : de Amerikaanse God / Gothmetalband Saviour Machine – Behold a pale horse.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.