We zijn met z’n allen dol op lijstjes met mooiste liedjes, beste artiesten, fijnste albums of – vooruit – meest ondergewaardeerde liedjes. Maar je kunt ook onder de indruk raken van een moment in een liedje. Een grandioos intro, een heerlijke solo of een muzikale wending midden in een liedje die je telkens weer doet opveren. Over die laatste categorie buigt het panel zich deze week.

Keuze Martijn Vet: Gladys Knight & The Pips – Help Me Make It Through The Night (1971)

Het wordt vast een fantastisch weekend

Op een gewone zomerse vrijdagmiddag wandel ik vanuit de stad naar mijn kantoor. Ik loop langs een café waar ik nooit kom. Letterlijk op het moment dat ik dicht genoeg genaderd ben om de muziek uit de kroeg te kunnen horen, klinken de mooiste tien seconden uit een liedje ooit. Het liedje is nooit (meer) op de radio en ik herinner me niet het ooit in een openbare gelegenheid te hebben gehoord. Waar heb ik dit aan verdiend? Hoe moet ik dit duiden, als iemand die gelooft dat toeval meestal gewoon toeval is? Ik ken de eigenaar van deze tent niet. En trouwens, ik geloof niet dat ik ooit met iemand heb gedeeld dat dit in feite mijn ultieme muziekmoment is.

Het wordt vast een fantastisch weekend, denk ik, terwijl ik op kantoor Help Me Make It Through The Night nog maar eens opzet. Nog een paar uur werken, maar vooruit, eerst nog even naar 3 minuut 22. Voordat Het Moment aanbreekt, hebben we Gladys Knight in parlando horen verkondigen hoe ze zich herkent in een lied over eenzaamheid, waarna ze het nummer dat Kris Kristofferson een jaar eerder had opgenomen inzet. Prachtig, maar ook een klein beetje cheesy. Dat geldt zeker voor het instrumentale stuk nét voor die fenomenale uithaal. Het moment waarop je na de dreigende gezapigheid onmiddellijk weer bij de les bent.

Het café bestaat inmiddels niet meer. We doen het met de muziek.

Keuze Tricky Dicky: The Miracles – Love Machine (1975)

Bluffertje

Mijn favoriete moment in een bepaald lied. Oei, dat is geen gemakkelijke opgave. Ik ken wel liedjes waar ik het einde het favoriete moment vind; voornamelijk hiphop en rap.

Ik heb wel een heleboel liedjes in de platenkast staan die met de allereerste tonen een glimlach op mijn gezicht toveren. Eén daarvan is het aanstekelijke en dansbare Love Machine van The Miracles. Drie jaar eerder had Smokey Robinson de band verlaten waar hij vanaf het begin (1955) in gezeten had. De zang werd overgenomen door Billy Griffin. In 1974 hadden ze twee R&B top 5 hits met Give Me Just Another Day en Do It Baby; een mengeling van soul en funk. Een jaar later scoorden The Miracles hun allergrootste hit: Love Machine. Ontstaan uit een jam bereikte het de allerhoogste positie in de singlechart en bleef 26 weken in de lijst. De track gaat over een man die een ster wordt en zichzelf als een echte hunk ziet en claimt zijn partners seksueel meerdere keren per avond te kunnen bevredigen.

Wat vind ik nou zo leuk aan Love Machine? Het lied opent met een drumslag en dan de zware grom van Bobby Rogers. En zonder op te willen scheppen is dat natuurlijk mijn bijnaam: Tricky ‘Love Machine’ Dicky. Logisch toch. Bluffer, hoor ik mevrouw Dicky roepen. Wanneer je het hoofdkussen voelt val je in slaap. Stil nou, lieverd. Ik probeer een verhaal te schrijven en dan mag ik het één en ander best een beetje aandikken.

Er zijn drie uitvoeringen in omloop: de singleversie van net geen drie minuten en daarmee uitermate geschikt voor de radio. Op de flipzijde ging het lied verder (part 2). Dat stomme gedoe deden platenmaatschappijen wel vaker in de 70’s; gewoon in tweeën knippen; ik weet 100% zeker dat bijvoorbeeld Halo Of Flies van Alice Cooper nooit een hit was geworden wanneer ze de Halo en Flies gescheiden hadden. Dan heb je de originele albumversie van bijna zeven minuten en op latere verzamelalbums rekten ze Love Machine met een grom en een kort gitaartje op naar bijna 3½ minuut.

Maar ze beginnen allemaal met die donkere grom. Als waarschuwing dat er nog meer in het vat zit. I’m just a love machine… Echt wel.

Keuze Eric van den Bosch: Gary Moore & Phil Lynott – Out In The Fields (1985)

Aaneenschakeling van prachtige momenten

Ze waren beiden Ier, consumeerden beiden bizarre hoeveelheden genotsmiddelen en overleden beiden daardoor veel te vroeg: Gary Moore en Phil Lynott. Maar tijdens hun loopbaan kwamen ze elkaar keer op keer tegen en iedere keer maakten ze weer prachtige dingen. De klassieker Parisienne Walkways bijvoorbeeld, op Moore’s soloalbum Back On The Streets, vervolgens samen in Thin Lizzy op het prachtige album Black Rose, en in 1985 met de single Out In The Fields, weer op een Moore-soloalbum, Run For Cover.

Zowel Moore als Lynott hechtten aan de Ierse (muzikale) tradities, maar waren ook niet bang heel andere richtingen te verkennen, terwijl beiden bovendien rockers waren met een fijn gevoel voor het schrijven van popliedjes. Op Out In The Fields kwam dat allemaal samen. De single verscheen in 1985 en bleek een van de laatste opnamen te zijn van Phil Lynott, die in januari 1986 overleed.

Out In The Fields ging over The Troubles, de jaren vol religieus geïnspireerde terroristische aanslagen in Noord-Ierland, die de in Belfast geboren Moore uiteraard zeer ter harte gingen. Het standpunt van Moore en Lynott was eenduidig:

It doesn’t matter
if you’re left or to the right.
Don’t try to hide behind the cause
for what you fight.
There’ll be no prisoners taken
when the day is done.
No flag or uniform
ever stopped the bullet from a gun.

Die heldere boodschap werd gekoppeld aan een song eigenlijk een aaneenschakeling was van prachtige momenten. Het intro met de gierende gitaaruithalen, de zang van Lynott en Moore waarbij ingehouden dreigend en donker afgewisseld worden met boosheid op volume, de manier waarop de gitaar erin komt op 1:28, de SynthAxe-gitaar in de brug vanaf 2:00, de shreddersolo vanaf 2:35. En toch is voor mij hèt moment van het nummer die drumbreak vanaf 3:15.

En misschien nog wel het meest opmerkelijk: ook al zat er in de video een drummer mee te timmeren, die drumbreak kwam uit een doosje. Moore experimenteerde in zijn loopbaan vaker met drummachines – soms ook met vreselijke resultaten, zoals op het album A Different Beat – maar hier was het resultaat iets wat geen van de fabelachtige drummers waar hij in al die jaren mee werkte had kunnen verbeteren.

Ruim dertig jaar na het overlijden van Phil Lynott en alweer zeven jaar na het overlijden van Gary Moore staat Out In The Fields nog steeds als een huis. Zelfs met drums uit een doosje en een SynthAxe.

Keuze Stefan Koopmanschap: Overdog – Fuck You Up (1992)

Droomachtig met een beetje een oosters gevoel erin

Eind jaren ’80 van de vorige eeuw ontstond er een nieuw muziekgenre, de housemuziek. Het begon redelijk rustig maar onder invloed van de acid house uit de VS en de new beat uit Belgie begon de house steeds harder en sneller te worden. Wat mij betreft is de periode ’91-’93 ultiem qua de hardere stijlen: Het werd harder maar het ging nog om meer dan alleen maar keihard stampen (waar het later wel om leek te gaan).

In 1992 bracht het Duitse label Wunderwerke een juweeltje uit van landgenoten Steffen Glund en Dieter Kolb. Onder de naam Overdog kwam een 12″ uit met 3 nummers, waarvan titeltrack Fuck You Up toch wel de beste track was. Ondanks de nogal platte titel zit de track goed in elkaar. Een harde, snelle beat met een lekkere baslijn. Maar mijn favoriete moment volgt na iets meer dan 2 minuten: de break.

Ja, inderdaad. De break. Ondanks dat harde house vooral gaat om het stampwerk hebben de heren van Overdog een prachtige break weten te maken. Droomachtig met een beetje een oosters gevoel erin. Na iets meer dan 20 seconden komt een rustig ritme erbij, wat ervoor zorgt dat je echt even rustig kan chillen. Uiteindelijk komt de reguliere beat terug en bouwt het nummer heel langzaam weer op naar het harde beukwerk. Deze break binnen dit nummer is toch wel 1 van de mooiste momenten in een nummer die ik ken.

Keuze Alex van der Meer: Sonic Youth – NYC Ghosts & Flowers (2000)

Verloren in de muziek

Dertig jaar lang relevant kunnen zijn. Dat lukt lang niet iedereen. Sonic Youth verveelde al die jaren nooit. In naam en in stijl jeugdig gebleven, en qua muziek nooit stilgestaan. Er was geen muzikale grens. Tot in 2011 de band, na de scheiding van Thurston Moore en Kim Gordon, ermee stopte.

Het nummer NYC Ghosts & Flowers komt van het gelijknamige album uit 2000, en behoort wat mij betreft minstens tot de beste tien nummers van de band. Er zijn echter dagen dat het mijn ultieme favoriet is. En er zijn ook momenten dat ik er in leef.

The door was open but the way was not lit
And there was no way out of my head

Lee Ranaldo schreef de tekst en draagt deze voor. Het is een gedicht, onmiskenbaar. Meest gesproken woord, amper zang, met een surreëel muzikaal geluidslandschap. Lange tijd heeft het een onderhuidse spanning, altijd wel met een opbouwende intensiteit, maar uiteindelijk met een culminatie waarin de essentie van Sonic Youth tot je geest weet door te dringen.

Dat moment in het nummer, op het moment dat Lee Ranaldo voor de tweede keer de woorden New York City Ghosts and Flowers zing-zegt. Ondanks dat hij het als het ware anticlimactisch doet. Op dát moment komen noise en muziek, woord en gevoel, hoop en wanhoop, verleden en nu, mooi en lelijk, letter en geest, muziek, en het leven zelf, in een samengebalde eruptie samen. En op dát moment ben ik voor altijd verloren in de muziek.

Keuze Erwin Herkelman: Hoobastank – The Reason (2004)

Een prachtplaat van een extremely mediocre band

Een ‘extremely mediocre band’, aldus de betekenis volgens de Urban Dictionary. Zo’n band waarvan je de platen pas gaat afluisteren als je al je goede platen al eens een keer gehad hebt. Blijft alleen de vraag wie er nu eerder was: de band of de uitdrukking.

Het beschrijft wel zo’n beetje de carrière van Hoobastank in Nederland in een notendop. Anders dan in hun thuisland, wisten ze hier commercieel gezien niet zo veel potten te breken. Ze hadden één keer succes, met The Reason. Weliswaar geen nummer één-hit, maar met een 9de plaats in de Top 40 en een verblijf van 17 weken toch óók niet een single die zomaar even anoniem voorbij kwam.

De rest van hun nummers werd echter wel te licht bevonden. Geen extreem slechte band dus, want anders hadden ze nooit ook hier die hit gescoord, maar óók geen extreem goede band, want dan hadden we daarna wel méér van hun plaatjes in de charts teruggevonden.

Maar die ene single was wél The Reason. Een pareltje dat ik allesbehálve ‘mediocre’ vond. Ik was er direct verliefd op. En dat had vooral te maken met dat ene stukje op 3 minuten en 6 seconden. Opbouw naar het refrein nummertje drie. Alleen dan nu niet keurig binnen de lijntjes, maar met een prachtig vibrato dat het refrein nóg explosiever laat binnenkomen. Heerlijk!

Keuze Roland Kroes: Kelly Clarkson – Since U Been Gone (2004)

Van poppy naar statement

Voor sommige zaken kan ik geweldig ontzag hebben, zonder dat ik echt veel bij voel. Daar horen ook wat dingen op muziekgebied bij. Van die artiesten waarvan je weet ‘die zijn echt goed in wat ze doen’, maar zonder het gevoel dat je van ándere artiesten krijgt. Hoewel die andere artiesten misschien helemaal niet zo goed zijn als die eerste groep. Voorbeeldje? Genesis. Ander voorbeeldje? Nee, want dan begin ik weer over Arcade Fire.

Nou, toch nog eentje dan: Max Martin. De getallen zijn al imposant: 22 Amerikaanse #1 hits als (mede)schrijver en 20 als producer. Maar als je nagaat dat alleen Lennon en McCartney vóór hem staan als schrijvers en alleen Beatles-producer George Martin als producer, dan realiseer je je hoe knap dat is.

Middenin de 00’s produceerde hij het – toepasselijk getitelde – album Breakaway van Kelly Clarkson. Het was de periode die relatief Martin luw was. Britney Spears was niet meer zo groot als ze was geweest, de Backstreet Boys waren uit elkaar, N*Sync ook… En de zo mogelijk nog grotere successen met P!nk, Taylor Swift en Katy Perry moesten nog komen. Op dat album staat Since U Been Gone. Door Chris Molanphy van de briljante podcast Hitparade opgenomen in de aflevering over de grootste #2-hits. Terecht.

Waarom terecht? Gewoon, om dat moment na iets meer dan twee minuten. Het moment dat Clarkson en Martin er voor zorgen dat een liedje over een relatie die uit is, verandert van zomaar een poppy Max Martin nummer in een statement van Clarkson.

[polldaddy poll=10103148]

One comment

  1. R.E.M. – Find the River. Dat pianootje op 3:23. Het duurt maar twee seconden maar het maakt het hele lied. Zo klinkt hoop.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.