Op 25 mei wordt Paul Weller 60 jaar. Tijd om aandacht aan hem te besteden, want behalve David Bowie is het heel moeilijk een Engelse solo-artiest te noemen die gedurende dertig jaar zo gevarieerd en zo innovatief is geweest. The Jam, The Style Council, 13 solo (studio) albums en talloze samenwerkingen met andere artiesten. HIj heeft zes Brit Awards in de kast staan plus de 2006 prijs voor ‘Outstanding Contribution to Music’.

We hebben er een aantal op een rijtje gezet.

Keuze Tricky Dicky: The Jam – Thick As Thieves (1979)

Eentje? Ja, doei.

Een muzikaal gevecht met Paul Weller als stralende middelpunt. Kies een lied en schrijf er iets over. Ja ja, gemakkelijker gezegd dan gedaan. De man heeft een waslijst aan mooie liedjes gemaakt: van new wave tot singer-songwriter en van blue eyed soul tot rock. Dit vereist een radicaal andere aanpak! Ik ga er één per periode belichten.

The Jam is één van de meest succesvolle bands in Engeland met meer dan 11 miljoen albumverkopen. Tegelijkertijd met de punkbeweging kwamen ze onder de aandacht van radio-luisterend Engeland. Geworteld in punk, mod en soul hadden ze weliswaar dezelfde boze uitstraling, maar de mannen zaten strak in het pak en hun muziek was aanzienlijk melodieuzer.

Thick As Thieves staat op hun ’79 album Setting Sons: een conceptalbum over drie vrienden die tijdens een burgeroorlog ieder hun weg kiezen om na de oorlog de draad toch samen weer op te pakken. Het is een energiek lied over vriendschap: dikke maatjes, dus. De kosten voor het album verdubbelden en de altijd rustige en afwachtende platenmaatschappij vond dat de heren na het opnemen van 9 liedjes maar klaar moesten zijn. Er werd derhalve besloten een live-uitvoering en de publiekslieveling Heat Wave (Martha & The Vandellas) toe te voegen met op de piano Mick Talbot, die later Weller’s partner in The Style Council zou worden.

Keuze Willem Kamps: The Jam – Carnation (1982)

Dat u het maar even weet

Opgewonden, om het zachtjes uit te drukken. Dat was de no future generatie van de tweede helft jaren ’70. Opgewonden, obstinaat en opstandig. Rebellerend naar het establishment, van de politiek bestuurder tot de – in hun ogen – belegen en ingedutte progmuzikanten. De punks waren in alles hun tegenhangers, in houding en gedrag en vooral in uiterlijk en muzikaliteit. Twee of drie akkoorden en raggen, ook al had je die gitaar voor het eerst in je handen. Opzouten met al die gecompliceerde moeilijkdoenerij!

The Jam trok binnen die stroming volledig haar eigen plan. De muziek schurkte er qua karakter weliswaar tegenaan, maar had toch haar eigen strekking. Ook de outfits weken af. Netjes in het pak en goed gekapt, meer modstyle. Maar zeker opgewonden, dat wel en laten we eerlijk wezen, de eerdere mods stuiterden ook rond, zoals The Who met My Generation. Daarvoor hoef je geen veiligheidsspeld door je wang te prikken.

Paul Weller had in tegenstelling tot de punks meer oog, oor en waardering voor het geluid uit de sixties en zo hoorde je met een beetje goede wil The Kinks, The Who en Motown terug in zijn songs. Een van de singles van het zesde en laatste album van The Jam, The Gift, het mid tempo Carnation, is zelfs een beetje Beatlesque. Maar, vergis je niet, de tekst is ronduit vilein:

And if you’re wondering by now who I am
Look no further than the mirror
Because I am the Greed and Fear
And every ounce of Hate in you

De titel, de luchtige wijze van zingen en het instrumentale middenstuk – inclusief een opgewekt pianootje – doen vermoeden alsof het niet meer dan een lief liedje over een anjer is. Integendeel. In ieder mens schuilt woede, haat, angst en hebzucht. Dat u het maar even weet, lijkt Weller te willen zeggen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het nummer later is gecoverd door pain in the ass Liam Gallagher en kijk eens wie er, casual nog wel, achter de elektrische piano zit?

Keuze Peter van Cappelle: The Style Council – My Ever Changing Moods (1984)

Logische keuze

De naam Paul Weller is een begrip uit de Britse popgeschiedenis. Hij is zeer invloedrijk geweest voor bands als Oasis, Pulp en Blur, en heeft een aardige staat van dienst met The Jam, The Style Council en zijn solowerk. Het leek mij iemand die ik ooit nog eens live gezien moest hebben. Dus toen ik in 2010 zag dat hij naar het oude Tivoli in Utrecht kwam ging ik er naartoe. Maar helaas; die avond was niet best. Wat ook deels kwam door het publiek dat er doodleuk doorheen zat te ouwe hoeren en zat te wachten op een hitje als You Do Something To Me (dat hij die avond niet speelde). Misschien kwam het daardoor dat hij niet heel gemotiveerd overkwam. Het concert had nog een nare nasmaak, omdat zijn management had verboden journalisten binnen te laten om recensies te schrijven. Achteraf was hij misschien zich zelf er ook wel van bewust dat het niet zijn beste avond was.

Gelukkig heeft dat énée optreden voor mij verder niets aan de kwaliteit van zijn muziek afgedaan. Het nummer wat ik voor deze battle koos is eigenlijk niet echt ondergewaardeerd, want het is één van de bekendste nummers van The Style Council, zijn band in de jaren ’80. Maar aangezien het sinds 2015 niet meer genoteerd staat in de Top 2000 van Radio 2 is het misschien toch goed om het nummer weer onder de aandacht te brengen.

In de singleversie vond ik het een aardig nummer, maar het maakte meer indruk op mij in de sobere akoestische versie. Bij een uitzending van Zomergasten met als gast Wouter Bos koos hij deze versie om te laten zien. Een logische keuze van Wouter Bos, omdat hij als politicus ook weleens van gedachte veranderde, maar dat terzijde. Die bewuste uitzending vond plaats in een zomer waarin ik in een zware burn-out verkeerde. Op één of andere manier kwam de tekst meer binnen dan ooit. Het laatste couplet sprak op dat moment boekdelen voor mij:

The past is our knowledge, the present our mistake
And the future we always leave too late
I wish we’d come to our senses and see there is no truth, oh
In those who promote the confusion for this ever changing mood

Keuze Alex van der Meer: The Style Council – Boy Who Cried Wolf (1985)

Mooi weer

Relaties kunnen complex zijn. In een liedje als Boy Who Cried Wolf hoor je qua tekst de wanhoop van een verloren relatie. Het is allemaal te laat nu, de regen valt vol treurnis en er is veel zelfverwijt. Alleen zielig in bed, ik ben je kwijt en ik heb veel spijt. Van dat werk.

And now the night falls down, upon my selfish soul
I sit alone and wonder – where did I go wrong?
It always worked before you kept the wolf from my door
But one day you never showed and honey – Now I’m not so sure

In tegenstelling tot de tekst is het ritme en de sound van het nummer overwegend prettig en heb je het gevoel mee te willen bewegen. Zelfs zou je er erg vrolijk van kunnen worden. Ik zie dat als ik aan de ontbijttafel zit. Tegenover mij zit mijn zoontje van nog geen twee jaar. Hij beweegt met zijn bovenlichaam als een soort van Mick Jagger mee op de muziek en zegt een woord wat lijkt op het woord dansen. Ja, dit nummer is lekker dansbaar. Je zou het verder ook prima op een playlist kunnen zetten tussen Get Lucky en Say, Say, Say in. Het maakt me absoluut heel erg blij. Zeker als ik dat lachende koppie van junior erbij zie.

Dit nummer is dus voor mij niet een jongen die wolf schreeuwde, maar een jochie dat wil gaan dansen. Ik kies er daarom voor niet teveel aandacht aan de tekst te besteden, maar vooral mee te gaan met het ritme. Het ritme van een mooie lentedag in de natuur. Met een zonnetje, een terrasje, een hapje, een drankje, veel lachen, en de aanwezigheid van geliefden. Dat maakt de sound van dit liedje allemaal bij me los. En dat is allemaal heel erg mooi weer. Dank u wel voor dit zonnetje, meneer Weller.

Keuze Tricky Dicky: The Style Council – Have You Ever Had It Blue (1986)

Blauwtje?

In alle eerlijkheid moet ik bekennen dat ik The Style Council in de jaren tachtig leuk vond, maar niet super. Lekkere blue-eyed soul en zeer dansbaar. Drie decennia later moet ik constateren dat de muziek nog steeds overeind staat en gevoelsmatig nog steeds beter wordt (in tegenstelling tot heel veel andere bands en liedjes uit die jaren).

In de jaren tachtig werd het visuele aspect wel steeds belangrijker vanwege de clips op MTV. En dan komen ze met een zwart-wit-clip op de proppen met her en der een kleurenfoto, maar eigenlijk intrigeerde het daarom des te meer. In die dagen genoot ik volop van mijn vrijgezellenleven en gaf van tijd tot tijd wilde feestjes waar The Style Council regelmatig op de draaitafel lag. Lekkere zwoele jazzy muziek voor een slijpertje.

Have You Ever Had It Blue? Daar was geen sprake in die tijd.

Keuze Ronald Eikelenboom: Paul Weller – I Walk On Gilded Splinters (1995)

Eens in de tien jaar

Mireille was het eerste meisje waar ik verliefd op werd, ergens eind jaren tachtig. We zaten samen in dezelfde klas. Ik hield van metal. Iron Maiden, Metallica, Slayer, dat soort werk. Zij hield van The Smiths, The Housemartins, Camper Van Beethoven. En van The Style Council. Door haar luisterde ik voor het eerst naar Paul Weller.

De tweede keer dat ik bewust naar Paul Weller luisterde was zo’n tien jaar later, toen hij meespeelde met Oasis op Champagne Supernova.

Nog eens zo’n tien jaar later leerde ik mijn huidige vriendin kennen en liet zij mij Stanley Road luisteren. Natuurlijk kende ik het solowerk van Weller wel, een Wild Wood, een You Do Something To Me, maar daar hield het ook wel mee op. I Walk On Gilded Splinters viel mij in positieve zin op. Een cover, want het origineel is van Dr. John. Noel Gallagher speelt als gast akoestisch gitaar, waarop Weller op zijn beurt dus met Oasis mee speelde.

Keuze Tricky Dicky: Paul Weller – Wake Up The Nation (2010)

My space

Grote twijfel, want The Changingman (1995) is eigenlijk net zo goed. De titel werd gekozen omdat zijn dochter haar pop zo noemde. Maar Wake Up The Nation heeft meer ‘oomph’: avant-garde psychedelica, abstract elektronisch met een vleugje Krautrock. Een zachte politieke verklaring, en over de voordelen en de nadelen van de moderne technologie. Get your face off the Facebook and turn off your phone, zingt Weller. Inderdaad. Ieder zijn meug, maar ook ik begrijp niet dat iedereen de hele dag maar naar dat schermpje lijkt te loeren op zoek naar non-nieuws en elk filmpje over een hond met een hoed moet liken. Hetzelfde geldt voor al die idioten die tijdens concerten recht voor jouw neus filmpjes maken in plaats van naar de muziek te luisteren. Of nog erger, er door heen lullen.

Weller: I can see some of the benefits of modern technology. I can edit my tracks at the touch of a button now, which is incredible. But there’s lots of bullshit, too. It’s strange that people my age spend all evening on Facebook talking to their ‘friends’. Why not go down the pub? A guy once came up to me at a gig and asked me if I had MySpace. I said, This is my space, and you’re invading it.

Wakker worden, dus. Het leven speelt zich niet digitaal af.

Keuze Tricky Dicky: The Stone Foundation & Paul Weller – Back In The Game (2017)

Soul met een hoofdletter S

Street Rituals is een fantastisch album en dé soulplaat van 2017, maar is ondergewaardeerd met hoofdletter O. The Stone Foundation bestaat al een decennium, maar met Street Rituals slaan ze de spijker op de kop. De hand van de meester? Want Paul Weller zingt op drie tracks mee, speelt gitaar en piano en produceerde het album. En als extra snoepje zingen Bettye LaVette en Stax-legende William Bell ook een track in.

Een knipoog? Hoe dan ook, het is soul van de bovenste plank. Weller kende de band en vroeg hen mee te werken aan een lied. Het resultaat was dermate dat hij hen terugvroeg en binnen een dag hadden ze zeven liedjes. Weller: I think you’ve got a record here, lads. En ‘out of the blue’ besloten ze het album gezamenlijk te maken. Back In The Game is de albumopener en is tegelijkertijd hét verhaal van The Stone Foundation; de lange zware weg omhoog.

Weller: I think they’ve made a great bit of work with a strong message, one you don’t hear much about these days. A very mature, very accomplished album and I’m glad to have been part of it.

[polldaddy poll=9996635]

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.