Er zijn weinig decennia die zo enorm tot de verbeelding spreken als de 60’s. Nieuwe muziek. Nieuwe instrumenten. Nieuwe techniek. Nieuwe bands en artiesten. Tot op de dag van vandaag zijn veel van deze zaken nog steeds bepalend of van enige mate van invloed. Bijzonder. Het voelt allemaal zo vertrouwd en lekker dichtbij. Ik kwam gisteren echter tot de best bizarre conclusie dat we dichterbij de nieuwe 60’s zitten dan bij de oude. Denk daar maar eens over na.

Anyway, muziek! De 60’s was ook de periode van gewoon lekkere middle of the road muziek. Het hoefde niet allemaal experimenteel en drugs-doordrenkt te zijn. Zo was daar Burt Bacharach. De naam alleen al doet wat glazuur van willekeurige tanden springen, maar wacht. Natuurlijk is het een beetje de muzikale equivalent van een ingegroeide teennagel, maar het was niet allemaal bloederige etterende ellende. De man kon wel degelijk wat. Ik bedoel, er staan op zijn schoorsteenmantel 6 Grammy’s en 3 Academy Awards, hij werkte met ruim 1000(!) artiesten samen en scoorde 73 Amerikaanse en 52 Britse Top 40 hits. En, hij leeft gewoon nog en zal in mei de 90 jaar bereiken.

Zelf ben ik altijd wel een liefhebber geweest van zijn genre. Het luistert gewoon zo ontzettend lekker weg. Het is typische Big-Mac muziek. Wat dat precies is, zoek het maar op in een eerdere blog. Bacharach is de absolute koning van de Easy-listening. En daar is he-le-maal niets mis mee. Wie houdt er niet van zou ik haast willen zeggen.

In 1964 schreef hij samen met vaste compaan Hal David het nummer (There’s) Always Something There To Remind Me. Zoals wel vaker in die jaren, werd het nummer door een hele rits artiesten opgenomen. De eerste was echter Soul zanger Lou Johnson. Hij was in die jaren een vaste waarde die hele pallets aan Bacharach/Hall opnam. De éné na de andere bracht hij uit. In 1964 was daar het bovenstaande nummer. En hoe geweldig is die. Er schuilt een fijn soort energie in. Eén van de redenen is zonder twijfel ook de zeer prettige backing. Die bestond uit Doris Troy, Dee Dee Warwick en Cissy Houston. Die laatste twee waren nichtjes van elkaar. Dee Dee was de zus van zangeres Dionne Warwick en nicht van Cissy Houston en haar dochter Whitney. Inderdaad, de Whitney Houston. Grappig detail; Dionne Warwick had zelf een paar jaar later een bescheiden hit met een cover van dit nummer. En die was ook zo verdomd prettig.

Zoals gezegd was Lou Johnson de pionier. En terecht. Hoor hoe geweldig deze man klinkt. Zo mooi. Helaas is het grote succes voor Lou altijd uitgebleven. Vele malen werden covers van zijn originele nummers hits voor anderen. Ze zijn niet eens op twee handen te tellen. Het moet pijn gedaan hebben. Na twee albums in de jaren ’60 en begin jaren ’70, waaronder dus veel Bacharach materiaal, was de rek er wel uit. Hij werd nachtclub entertainer achter de piano en speelde zichzelf zo langzaam naar de achtergrond. Hoewel hij nog steeds leeft, heb ik geen idee hoe het met hem is. Dieptriest.

Daarom zou ik willen zeggen; Is het niet ronduit schandalig dat we deze man niet (meer) kennen en zeker niet de credits geven die hij zonder enige twijfel verdiend? Het mag toch niet zo zijn dat de beste meneer Johnson over enkele jaren anoniem en zonder enige rimpel in het muzikale water te veroorzaken zijn laatste adem uitblaast?

Op deze kleine eenvoudige en nederige manier hoop ik bij te dragen aan wat meer credits voor deze prachtige man, deze schitterende Soul singer, deze Bacharach pionier, De New Yorkse held Lou Johnson. Hij verdiend het zo. Lou Johnson. Opdat wij niet vergeten.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.