Januari, laten we eerlijk zijn, is bij ons toch altijd een beetje een reality check. Dat zit zo: december is een ontzettend hoogtepunt, met zijn Snob 2000 en alles wat daar rondom heen gebeurt. Waar we het hele jaar door in een relatief onbekend hoekje van de interwebs zitten te keuvelen over ondergewaardeerde liedjes, zien we in december ineens alle schijnwerpers op ons gericht.

Nou ja, niet allemaal natuurlijk. Die schijnwerpers zijn voor de Top 2000, maar we pikken wel een paar straaltjes licht mee. Zo veel zelfs, dat we in december net zo veel bezoekers op onze site hebben als de rest van het jaar bij elkaar.

Voor alle nieuwe lezers: welkom. Elke week publiceren we hier een battle. We pikken dan een onderwerp uit waar we met zijn alleen een ondergewaardeerd liedje bij zoeken. Dat liedje dat de meeste stemmen krijgt (onderaan vind je een poll).

Het begin van het jaar kun je het beste beginnen met een nieuwe kalender, dachten we zo. Er zijn heel wat liedjes geschreven met een maand in de titel. Alleen in de Snob 2000 vind je er al verschillende:

  • April 5th van Talk Talk
  • Roses in June van Wende Snijders
  • July Morning van Uriah Heep
  • Fourth Of July van Sufjan Stevens
  • October van U2
  • December van Navarone

Dan heb je nog een paar tracks die een beetje vals spelen. Denk aan The March of the Black Queen van Queen, Wherever I May Roam van Metallica, For Emily, Whenever I May Find Her van Simon & Garfunkel en Objects in the Rear View Mirror May Appear van Meatloaf.

Maar goed, je muzikale kalender van 2018 begint dus hier. Dit zijn liedjes met een maand in de titel, die volgens ons wel wat meer waardering zouden mogen krijgen.

Keuze Marcel Klein: Laura Nyro  – December’s Boudoir (1968)

Doorbraak

Niet alleen een ondergewaardeerd liedje, maar ook een ondergewaardeerde zangeres.  In ieder geval in Nederland, maar niet voor enkele groten der aarde.  Die zeiden onder meer over haar:

R.E.M. gitarist Peter Buck: I was obsessed with Laura Nyro. Those rst four records, no one’s ever made music like that…
Joni Mitchell: Laura Nyro you can lump me in with, because Laura exerted an in uence on me. I looked to her and took some direction from her. 
Bob Dylan (tegen Laura Nyro): I love what you do, I love your chords.

De stem, die is al fantastisch. Van breekbaar tot ruig. Van zacht naar hard en weer terug.  Maar daarnaast ook haar composities, de songs die staan als een huis. Komend uit een muzikale familie, werd zij eind jaren ’60 opgepikt door David Geffen en met deze samenwerking kwamen een paar mooie albums, waar verschillende muziekstijlen naar voren kwamen. Ze speelde met jazz, soul, rock, r&b en zo leken haar albums niet altijd muzikaal consistent, maar waren het juist de teksten die verbonden.

December’s Boudoir laat die schoonheid ook zien. Naast een rustig begin met piano, veranderd de structuur van de song halverwege om met orkest te eindigen. Dit nummer is wellicht ook wel het beste voorbeeld om te horen wat Laura in huis had qua zang en schrijfkunst.

Waarom is ze dan nooit echt doorgebroken?  Wellicht omdat ze categorisch weigerde om in tv-shows op te treden? Wellicht omdat ze diverse breaks in haar loopbaan inlaste (om onder andere voor haar baby te zorgen)? Feit is echter wel dat de echte doorbraak uitbleef. En dat is jammer, want de albums die zij eind zestiger, begin zeventiger jaren maakte zijn het luisteren meer dan waard.

Dan December’s Boudoir. Muziek voor de donkere dagen voor kerst. Haar krachtige stem, het orkest, aanwezig, maar een achtergrond-rol vervullend. Eigenlijk zou je deze van vinyl moeten draaien, met een kleine kraak erin.

In 1997, op 49-jarige leeftijd, overleed ze. Jammer, want juist als je naar latere opnames van haar luistert, lijkt haar stem nog meer aan kracht te winnen en had zij de wereld nog meer aan haar voeten kunnen hebben. Aan de andere kant….. dat zou ze wellicht ook niet gewild hebben.

Keuze Tricky Dicky: Colosseum – Valentyne Suite: January’s Search/February’s Valentyne/The Grass Is Always Greener (1969)

Lekker lang en lang lekker

Het meest stupide lied over maanden moet toch wel het simpele January, February…van de Dutch Rhythm Steel & Show Band zijn. Oeverloze herhalingen van de namen van de maanden; het werd in 1976 nog een vette hit ook; waarschijnlijk vanwege het Caraïbische ritme. Boney M zou het in 1979 coveren.

Maar hier wil ik het niet over hebben; het is slechts een opstapje naar meer verantwoorde muziek. Want als rechtgeaarde Snob moet je natuurlijk wel met iets aparts uit de kast komen. En helemaal wanneer je – zo als ik – een liefhebber bent van Frank Zappa. Juist door zijn experimentele jazzrock raakte ik steeds meer geïnteresseerd in fusion en opende zich een geheel andere muziekwereld voor mij. Ian Carr’s Nucleus, Chicago Transit Authority, Caravan, Miles Davis en Colosseum. De meeste namen zullen de ‘gemiddelde’ muziekliefhebber niet bekend in de oren klinken, maar Colosseum was één van de eerste bands die jazz, rock en blues gingen combineren. De band werd geleid door Dave Greenslade. In 1970 nam Chris Farlowe de vocalen voor zijn rekening.

Hun eerste album (1968) leverde hen zeer positieve kritieken en een plekje in de jam session-film Supershow op naast namen als Led Zeppelin, Jack Bruce, Eric Clapton, Stephen Stills en Roland Kirk. Het tweede album  was de bevestiging van hun statuur en bereikete zelfs de 15de plek in de albumlijsten in Engeland. Er volgde nog een album en vlak nadat ze een livealbum hadden opgenomen besloten ze eind 1971 te stoppen. In 1994 was er een reünie met exact dezelfde bandleden als in 1971 en tot 2015 bleef de band toeren.

Valentyne Suite is uit drie delen opgebouwd en is een showcase voor de vaardigheden van alle bandleden.

Keuze Willem Kamps: Chicago – Saturday In The Park (1971)

Make America Great Again

Klopt, in de titel is geen maand verwerkt, maar welke zaterdag valt niet in een maand? Deze in het park in juli: I think it was the fourth of July. De vierde juli, een feestdag in de VS. Bekend als Independence Day, de Onafhankelijkheidsdag, zo geheten sinds op die datum in 1776 dertien koloniën zich afscheidden van het Britse Koninkrijk. Vrijheid is een schoon goed in de VS, dat ook wordt gesymboliseerd door het Vrijheidsbeeld: een cadeau van Frankrijk ter ere van Independence day, waarop (het boek) ook die Fourth of July staat vermeld. Wat dat betreft jammer dat een leeghoofd dezer dagen allerlei restricties bedenkt om vreemdelingen, op zoek naar vrijheid, te weren, zoals een muur aan de Mexicaanse grens. Dat nota bene in een land dat grotendeels bestaat uit immigranten.

De blijheid van het liedje van Chicago staat haaks op het negativisme van deze MAGA-debiel. De jongens van Chicago konden dat 47 jaar geleden niet bevroeden. De VS heeft weliswaar vaker een kwibus gehad als president, maar dit hersenloos stuk ellende spant toch wel de kroon. In ’71 waren de VS nog wel in oorlog (wanneer eigenlijk niet?), maar de eigen vrijheid werd vrolijk gevierd. Zaterdag in het park: dansende en zingende mensen, muzikanten, ijsverkopers. Het is ook een lied van hoop. Peter Cetera en  Robert Lamm zingen Listen children all is not lost, all is not lost en Forty days in the park and every day’s the Fourth of July.

De band werd in ’67 opgericht en bestaat nog steeds, met vier van de zeven originele leden (de toetsenist en de blazerssectie). In het eerste jaar luisterde de band nog naar de naam The Big Thing en speelde hoofdzakelijk covers. Na een verhuizing naar L.A. werd de naam veranderd in Chicago Transit Authority en kwamen met een platencontract ook de eigen songs. Zeker in die beginjaren had de band een herkenbaar geluid, rock in een light-jazz verpakking door de aanwezige blazers. In die tijd had ik het niet zo op getoeter, maar inmiddels waardeer ik het als een prettig verschil met de standaard bandbezetting. Later werd het allemaal erg kabbel kabbel, met nummers als If You Leave Me Now en You’re the Inspiration. Gaap.

Nee, dan het feestje in het park, dat lied over hoop. Laten we er opnieuw hoop uit putten. Ten tijde van het verschijnen van dit nummer was Richard Nixon president van de USA. Na het Watergateschandaal trad hij wijselijk af en voorkwam zo een impeachmentprocedure. Zet Chicago maar weer eens op en wie weet, krijgt Trump een helder moment en treedt ook hij af. En waarom ook niet, nu de plot van het Russen-verhaal zich verder vernauwt en we sinds kort weten dat zijn barbiepop Melania in tranen uitbarstte en hijzelf de schrik van zijn leven kreeg toen ie was gekozen? Let’s Make America Great Again, te beginnen in het park.

Keuze Eric van den Bosch: Iron Maiden – The Ides Of March (1981)

In galop door de geschiedenis

Voor het grote publiek brak Iron Maiden door met The Number Of The Beast, maar voor hardrockers was dat een album eerder, met Killers uit 1981. Bruce Dickinson zat nog niet in de band, maar wel was voor het eerst Adrian Smith als gitarist aanwezig.

Waar op het debuutalbum de band nog niet altijd even overtuigend was, hadden ze op Killers hun niche gevonden. Dat was al te horen op de instrumentale opener van het album, The Ides Of March: de galopperende ritmesectie, de twee met elkaar duellerende gitaren en in de titel de literaire aanleg van songwriter en bassist Steve Harris. Anders dan de nog als spooky hardrockonderwerpen weg te zetten Phantom Of The Opera en Transylvania van het debuut was The Ides Of March ofwel een verwijzing naar Romeinse benaming voor de 15de maart, ofwel naar de datum van de moord op Julius Caesar, ofwel wel naar Shakespeares toneelstuk over de moord op Julius Caesar. Later zou Harris daadwerkelijk teksten schrijven over bijvoorbeeld verhalen van thrillerschrijver Alistair Maclean (Where Eagles Dare), science-fictionschrijver Frank Herbert (To Tame A Land) en dichter Samuel Taylor Coleridge (The Rime of the Ancient Mariner).

In één minuut en 46 seconden was The Ides Of March (direct gevolgd door de track Wrathchild) de perfecte samenvatting van het vervolg van de carrière van Iron Maiden: onversneden hardrock, maar met meer intelligentie dan waar het genre credits voor krijgt.

Keuze Martijn Vet: The The – August & September (1989)

Dubbeldikke vakantiebijdrage

Met trots en met liefde presenteren wij de
DUBBELDIKKE VAKANTIEBIJDRAGE

Met:

  • SEKS!
  • Liefdesverdriet
  • Avontuur
  • Opluchting
  • Twijfel
  • Herinneringen
  • Zelfverwijt

Matt Johnson (The The): Was our love too strong to die? Or were we just too weak to kill it?

EXCLUSIEF! Een hobo in een popliedje? Het moet niet gekker worden!

Check hem nu!

Keuze Erwin Herkelman: WestBam – The Mayday Anthem (1992)

Een stukje muziekgeschiedenis

Het is één van de oudste en meest gerenommeerde festivals van Duitsland: Mayday. In 1991 werd het voor het eerst georganiseerd. Destijds ter ondersteuning van het enige publieke radiostation in het land dat zich op dat moment aan de nieuwe muziekstijl ‘house’ durfde te wagen: DT64.

De zender was daarmee enorm belangrijk voor de ontwikkeling van het genre dat tot dan toe slechts te horen was geweest in underground-clubs en op illegale feesten. Het station dreigde echter door de herinrichting van het nationale bestel, als gevolg van de val van de muur, haar etherfrequentie kwijt te raken. Uiteindelijk gebeurde dat alsnog, maar er was wél een traditie geboren die zou uitgroeien tot de grootste indoor-rave van Duitsland.

Bij de tweede editie in april 1992 kreeg het festival voor het eerst een eigen hymne: The Mayday Anthem. Een nummer dat werd geproduceerd door de Members of Mayday. Een samenwerkingsverband van twee house-pioniers van het eerste uur: WestBam en Klaus Jankuhn. Tot 2013 zouden zij daarna elk jaar het anthem verzorgen voor het festival.  Al werd de allereerste nog uitgebracht onder alleen WestBam.

Maar behalve de link met het vermaarde festival, bevat het plaatje nóg een stukje house-historie. Want de vocalen werden verzorgd door Marusha, presentatrice van dat bewuste radioprogramma. Zij zou niet veel later doorbreken met de rave-klassieker Somewhere Over The Rainbow. En hoewel ze voor haar bijdrage aan The Mayday Anthem nooit de Nobelprijs voor de Literatuur zal winnen, betekende dit wel de kickstart voor haar carrière als muziekproducer. Een carrière die het genre ‘rave’ ook buiten de Duitse landsgrenzen bracht en uiteindelijk zou bijdragen aan de vorming van de (happy) hardcore.

Keuze Ronald Eikelenboom: Tom Waits – November (1993)

Altijd dit lege hart

November. De meest troosteloze maand van het jaar. Oktober heeft nog die laatste onverwacht warme herfstdag en de kleurenpracht van herfstblaadjes. Die zijn er in november wel afgewaaid. En december heeft altijd wat feestelijks, met sinterklaas, kerstbomen, lichtjes, pakjes, copieuze maaltijden en vuurwerk toe. Maar november?

Altijd november, altijd regen, altijd dit lege hart, altijd. Aldus de dichter J.C. Bloem in 1921. Bijna honderd jaar later is daar niet veel aan veranderd. De Dijk zette het gedicht overigens ooit nog eens voor de boekenweek op muziek.

Nog zo’n literair muzikale ode aan de sombere November maand komt van Tom Waits. Theater regisseur Robert Wilson vroeg Waits eind jaren tachtig mee te doen aan het project The Black Rider. William S. Burroughs schreef het boek, op basis van het Duitse volksverhaal Freischütz, waar Carl Maria von Weber in 1821 nog een succesvolle opera van maakte. Uiteindelijk ging de productie van Wilson, Waits en Burroughs in 1990 in première, waarbij Tom Waits voor de muziek tekende. In 1993 verscheen het album The Black Rider, met studio opnames van liedjes uit de voorstelling. November werd opgenomen in Hamburg, met Tom Waits op piano, banjo en zang, Greg Cohen op bas en accordeon en Don Neely op zaag.

November
It only believes
In a pile of dead leaves
And a moon
That’s the color of bone

Dooie blaadjes en een maan die niet veel beter oogt. Een maand met een leeg hart. Altijd weer.

Keuze Freek Janssen: Corey Glover – April Rain (1995)

Vals spelen voor het goede doel

Eigenlijk bestaat er een ongeschreven regel op Ondergewaardeerde Liedjes: een nummer dat al eens voorbij is gekomen, dat kies je niet opnieuw. Nu vind ik het breken van regels sowieso een prettige bezigheid, maar dit keer heb ik er ook nog een goede reden voor. En die reden, dat is een vergissing.

Het idee van deze battle werd geboren toen ik in de Facebook-groep van de bloggers van Ondergewaardeerde Liedjes postte dat ik April Rain van Corey Glover eigenlijk nog eens wilde voordragen voor een battle. Goed idee, vonden sommige andere bloggers, die opperden om er dan maar een battle omheen te organiseren waarin de maanden van het jaar centraal staan.

Toen ik (iets beter) research deed, kwam ik erachter dat April Rain in 2015 (terecht) al eens voorbij is gekomen en wel bij de battle over bandleden die solo gingen. Robert Arnold was degene die dit prachte werkje van de toenmalige ex-zanger van Living Colour (inmiddels zijn ze weer bij elkaar) naar voren bracht.

Ik doe dat nu gewoon weer. Al was het maar omdat het liedje nog nooit de Snob 2000 haalde. Uit betrouwbare bron weet ik zelfs dat het liedje maar één stem heeft gekregen.

Zonde, toch?

Keuze Nicoline Kuppens: Pieter-Jan De Smet – August (1996)

Augustus is een wintermaand

Tielrode (B), 1997. Ik sta in de badkamer en hoor de intro van August. Dit is hoe je verdriet, waar niemand aankan, laat klinken.

Ons huis telt 4 kinderen, 2 ouders en 3 radio’s. Er staat een stereo in de woonkamer, maar die mag alleen aan voor Vivaldi’s vier seizoenen met de feestdagen. De éné radio staat in de keuken en staat vastgeroest op radio 1, met nieuws en sport. De draaiknop in de badkamer-radio wordt wel vaker in beweging gezet. Want elke keer als mijn broer, mijn zussen en ik vrij zijn van ouderlijk toezicht, maken we van de badkamer een Studio Brussel-paleis. Mijn moeder vindt het rommel en wordt boos elke keer als we haar frequentie verdraaid hebben.

En dan was er plots August in die veel te kleine badkamer voor 4 kinderen. Alleen al de eerste tonen nagelden me aan de grond. Ik was 17 en het was een tijd van deuken oplopen, die ik nog niet eens herkende als deuken. Het was een periode waarin ik balanceerde tussen willen en niet-willen en leerde hoe verdriet je doorzichtig kan maken.
Onder de hypnotiserende tonen van van August, ligt het verhaal van Fleur. Teksten die vertellen over een bloem die niet langer geplukt wil worden. Over iemand die weet dat haar hart sprongen maakt, sprongen die vaker uit de maat zijn dan in en die voor buitenstaanders moeilijk te volgen zijn. Ze maakt verhalen met excuses van een ander. Ze weet precies wanneer ze moet lachen, om gerust te stellen, om herkenbaar te blijven, om (nog) niet helemaal doorzichtig te worden.

Het enige andere nummer dat er in slaagde om die onbereikbaarheid vorm te geven, was About Today (Warrior Version) van The National. Maar toen woonde ik niet meer in het huis met die veel te kleine badkamer.

Pieter-Jan De Smet liet August eindigen met een weerbericht. Zo alledaags, maar zo mooi bedacht. Want je hoeft niets te zeggen als de radio aanstaat; je mag doorzichtig worden

Keuze Gertjan Harberink: Counting Crows – A Long December (1996)

Maybe this year will be better than the last

December is een maand met lange avonden waarop je onder het genot van een glas wijn bij de haard terugblikt op het jaar. Een jaar dat veel te snel voorbijvloog en toch weer anders uitpakte dan je verwachtte. Een jaar dat je nu dan eindelijk af kunt sluiten. Zodat je na het vuurwerk en de oliebollen met frisse moed aan het nieuwe jaar kunt beginnen. Hopend dat dit jaar misschien een beetje beter wordt dan het vorige.

A Long December van de Counting Crows vangt als geen ander die trage, melancholieke en retrospectieve vibe die het einde van het jaar kenmerkt. Het lijkt zelfs of zanger Adam Duritz de zinnen wat lomer en slepender formuleert. Zoals hij zelf zingt: I guess the winter makes you laugh a little slower… Makes you talk a little lower… In amper vijf minuten zetten de Crows die sfeer feilloos neer met trefzekere, beeldende zinnen waarin hoop en optimisme het uiteindelijk winnen van verdriet en spijt. In zijn laatste zin kijkt hij weer vooruit. It’s been so long since I’ve seen the ocean I guess I should.

Het nummer maakte deel uit van Recovering the Satellites, het tweede studioalbum van de Counting Crows en de opvolger van hun onwezenlijk succesvolle debuut August And Everything After. Drie jaar na hun debuut voelde de band de loodzware last om een nieuwe plaat te maken die het succes van die eerste plaat op z’n minst zou benaderen. Hoewel het album door critici gemengd ontvangen werd in 1996, wist het publiek Recovering the Satellites te waarderen. De plaat stond in ‘no time’ op 1 in de VS.

Het nummer gaat over een vriendin van de zanger die betrokken raakte bij een ongeluk. Duritz bracht veel tijd bij haar door in het ziekenhuis. Het nummer gaat ook over de relatie met zijn toenmalige vriendin Courteney Cox (Monica uit Friends). De conflicterende belangen (een nieuwe plaat maken in Hollywood, je relatie missen en er voor je herstellende vriendin willen zijn) spreekt prachtig uit dit nummer. Naar eigen zeggen schreef Duritz het na een bezoek aan het ziekenhuis in minder dan twee uur en speelde de band het een dag later tijdens de opnames maar zeven keer. Take nummer zes belandde op de plaat.

A Long December is zonder meer het beste nummer van de plaat en misschien wel één van de beste nummers van Counting Crows. Hoewel je het hele jaar naar A Long December mag luisteren, strekt herhaalde consumptie tussen half november en de eerste week van januari sterk tot de aanbeveling. Tip: vermijd live-opnames van deze plaat. Duritz heeft op het podium de neiging om al improviserend een potje te maken van dit nummer. Beperk je daarom vooral tot die bijna vijf pure minuten uit 1996. Hoopvoller wordt december niet.

Keuze Alexander Honderd: No Sinner – September Moon (2014)

Een goed spookverhaal voor de herfstmaand

Soms doen YouTube’s algoritmes hun werk goed en verschijnt er een suggestie voor iets moois. Zo kreeg ik afgelopen zomer deze live-video, die No Sinner voor het nummer Friend Of Mine maakte, voorgeschoteld. Die eerste kennismaking zorgde ervoor dat het album Boo Hoo Hoo één van mijn meest gedraaide platen van 2017 werd.

September Moon is het slotstuk van dit debuutalbum van No Sinner en misschien wel het mooiste liedje dat de band op plaat heeft uitgebracht. Het is een slow-blues murder ballad uit de pen van Ben Rogers, een singer-songwriter uit Vancouver met een reputatie voor duistere liedjes. Het vertelt het verhaal van een vrouw, die door de maan uit de titel op het spoor van haar overspelige minnaar wordt gezet, waarna ze hem op gruwelijke wijze vermoord. Een goed spookverhaal voor de herfstmaand. Wat het nummer echt goed maakt, is de ingetogen manier waarop Colleen Rennison het zingt. Haar zang geeft het nummer dat mysterieuze, sfeerbepalende randje. Daarnaast contrasteert het heerlijk met niet alleen de woede en het geweld in de tekst, maar ook met het veel ruigere werk op de rest van het album.

Na het verschijnen van Boo Hoo Hoo en de daaropvolgende tour, ging de band al een onstuimige periode in. Tot ieders verrassing verscheen in 2016 uiteindelijk een opvolger: Old Habits Die Hard, maar de band viel al snel alsnog uit elkaar. No Sinner maakte met een, afgezien van zangeres Rennison, wisselende samenstelling nog wel een tour langs wat kleinere zalen, maar lijkt in 2017 helaas helemaal van de aardbodem te zijn verdwenen. De website is offline en ook de social media kanalen zwijgen. Gelukkig gaat de muziek nergens naar toe.

Keuze Edgar Kruize: Prince – June (2015)

Melancholische mijmering? Of verkapte voorbode?

Wie het werk van Prince analyseert zal een aantal terugkerende thema’s zien. Het scheppingsverhaal, seks, maar met regelmaat ook het benoemen van maanden als symboliek voor de vergankelijkheid van tijd. Sometimes It Snows In April is wellicht de meest bekende, maar er zijn er ook twee over december (Same December en Last December) en her en der komt het alleen in teksten terug. Juli in Sex And The Summer, oktober in Here On Earth en in 5 Women (ook opgenomen door Joe Cocker) wordt een verwerkingsproces van maart tot en met juli doorlopen, waarbij elk couplet in een andere maand begint. Denk ook eens aan de zin uit Sign “O” The Times; ‘n September, my cousin tried reefer for the very first time, now he’s doing horse, it’s June

Juni is Prince’ geboortemaand, hij kwam op 7 juni 1958 ter wereld. Het is ook de laatste maand in zijn oeuvre waar hij een nummer aan wijdde. Het verscheen in september 2015 als afsluiter op zijn voorlaatste album HITnRUN Phase One. Nu is dat album vol misplaatste ‘moderne’ elektronische beats een creatieve uitglijer van jewelste. Prince voelde de muzikale tijd echt niet goed meer aan, zijn poging tot een ‘modern’ geluid was bij uitkomen al hopeloos gedateerd. Toch is er her en der nog wel iets fraais te horen op de plaat. Zoals genoemde afsluiter. Het is een nummer waar je als luisteraar na tien soms tenenkrommende tracks ineens van opveert. Hier gebeuren spannende dingen en het direct onder de huid kruipende June laat horen dat een minimalistisch en eigentijds elektronisch geluid perfect samen kan gaan met Prince’ liedjes.

Een kleine zeven maanden na de release van het nummer, na Prince’ overlijden, kreeg June ineens een extra laag. Waar het nummer over gaat, is vaag. Het lijkt er ogenschijnlijk op dat Prince pasta aan het koken is voor een (voormalig) geliefde en in gedachten verzonken raakt over die relatie en zijn plek op aarde. Why did you come to this planet? Why did you come to this life? How can you be everybody’s dream and still be somebody’s wife? De geliefde in kwestie is dus getrouwd. Met een ander. En al mijmerend over wat had kunnen zijn, laat Prince de pasta aanbranden. Somebody famous had a birthday today, but all I saw was another full moon. What’s that? Something’ burnin’ on the stove… It must be the pasta, oh yeah… it’s June. Prince vierde zijn verjaardag niet meer, maar dat weerhield de media niet om er ieder jaar aandacht aan te besteden. Het geeft het nummer een trieste onderlaag. ‘De buitenwereld’ viert zijn verjaardag, maar wat heb je daar aan als je eenzaam en alleen (I’m just here waiting & waiting & waiting) thuis zit?

De referentie aan de volle maan lijkt voort te komen uit The Waterboys’ The Whole of The Moon, een nummer dat naar verluidt was geïnspireerd door Prince (al ontkent Mike Scott het inmiddels weer) en dat in de periode dat Prince June opnam met regelmaat door hem werd gecoverd. En dat is ook waar June met terugwerkende kracht begint te wringen. Want naar mate Prince’ einde naderde, begon hij maansymboliek te gebruiken in zijn visuele stijl. Hij droeg kleding met daarop de maanstanden en in officieel artwork zag je zijn hoofd met afrokapsel steeds verder voor een man schuiven. Op het artwork van de laatst uitgebrachte live-opname die hij via Tidal aanbood op 11 maart 2016, is de maan bijna verduisterd. In april overleed hij, het is bijna alsof hij het einde zelf voelde naderen. Dan is de openingszin Pasta simmers on the stove in June, makes no sense yet, but it will soon ineens heel anders uit te leggen. But I’m just here waiting & waiting & waiting, wachten op het einde? Op 7 juni 2016, anderhalve maand na Prince’ overlijden, werd zijn verjaardag omgedoopt tot Prince Day’ in de staat Minnesota. Ondanks dat hij het zelf niet vierde. Somebody famous had a birthday today… De referentie naar de maand juni in Sign “O” The Times gaat het over iemand die nog relatief onschuldig met opiaten begint (een stickie), maar eer het juni is enorm verslaafd is aan harddrugs It’s June, de intonatie is zelfs bijna hetzelfde. Zou het misschien slaan op Prince’ eigen medicijngebruik? Prince’ medicijnverslaving ging zelfs nog een stap verder dan ‘horse’, daar fentanyl vijftig keer sterker is dan heroïne. Het blijft speculeren en misschien (nou ja, ik weet het wel zeker) zoek ik er teveel achter. Feit is wel dat het nummer June een pareltje is in het vaak genegeerde latere oeuvre van Prince.

https://www.youtube.com/watch?v=H3TVctwf3G0

[polldaddy poll=9911860]

 

3 comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.