Misschien hebben we wel het leukste element tot het laatst bewaard. Waar deze battle-serie eerder inzoomde op water, aarde en lucht, mogen we dit keer eindelijk los op misschien wel het leukste element in de muziek: vuur. Want zeg nou eerlijk: waterige melodietjes, aardige plaatjes en luchtige deuntjes kunnen het natuurlijk niet halen bij vurige muziek.

Op de dag dat we hebben geleerd dat er misschien wel water op Mars is, presenteren wij vurige pleidooien en vlammende betogen voor de meest ondergewaardeerde vuurliedjes.

Keuze Tricky Dicky: The Doors – Peace Frog (1970)

Bloedrood en vol vurige passie.

Waiting For The Sun was een klein hitje eind 1971, terwijl het album Morrison Hotel al in februari 1970 in de platenwinkels lag. Het heeft mij overigens altijd verbaasd dat het nummer niet op het gelijknamige album stond. De achterkant van de single was eveneens een topper, en minstens zo dreigend. De oorspronkelijke naam van dit nummer was Abortion Stories, maar in puriteins Amerika was dat natuurlijk een dikke vette no-no. Het werd Peace Frog, omdat Robbie Krieger’s riff als een kwakende kikker klonk.

Het lied is typisch Doors; rauw en poëtisch. In dit muzikale autobiografische gedicht zijn alle plaatsen vermeld waar Jim Morrison iets betekenisvol meegemaakt heeft.

Blood in the streets in the town of Chicago

Indians scattered on dawn’s highway bleeding
Ghosts crowd the young child’s fragile eggshell mind

Blood in the streets in the town of New Haven
Blood stains the roofs and the palm trees of Venice
Blood in my love in the terrible summer
Bloody red sun of Phantastic L.A.

Volgens de biografie No One Here Gets Out Alive veroorzaakte Jim in Chicago zijn eerste rel op het podium.  Het verhaal over de indianen refereert aan een ervaring als vierjarige, toen hij in de auto van zijn ouders een omgevallen truck zag en de arbeiders op de weg zag doodbloeden; deze quote is overigens ook terug te vinden op An American Prayer. New Haven was het concert waar hij gearresteerd werd vanwege het veroorzaken van een rel op het podium. Als excuus kunnen we wel aanvoeren dat dit gebeurde, nadat een agent in de kleedkamer traangas in zijn ogen gespoten had en het concert met een uur uitgesteld moest worden. Er ontstond een gevecht tussen de politie en enkele fans (zie de clip). Venice (Los Angeles) is de plek waar hij de meeste gedichten geschreven heeft.

Misschien wel zijn meest autobiografische lied?

Keuze Tricky Dicky: Procol Harum – Fires (Which Burn Brightly) (1973)

Niets aan kracht ingeboet.

Het heilige vuur. Wat het ook moge betekenen….voor iedereen brandt het vuur op een andere wijze. Gedurende je leven veranderen de doelstellingen en is het vrijwel onoverkomelijk dat het vuur langzaam blust. Zaken waarbij de passie en vastberadenheid zo sterk is en door anderen (soms) als obsessief beschreven worden, krijgen een andere prioriteit al dan niet gevoed door fysieke of mentale beperkingen. Ik zou bijvoorbeeld mijn manie voor sport en de rigide trainingsarbeid van 18 uur per week naast mijn 40-urige (plus) werkweek niet meer willen en kunnen opbrengen.

Procol Harum kwam in 1973 met het album ‘Grand Hotel’ en ik heb de plaat letterlijk grijs gedraaid. Alle liedjes waren van hoge kwaliteit en tot de dag van vandaag verveelt de plaat niet. Ik wil hiermee niet beweren dat de voorafgaande platen niet goed waren, maar daar waren altijd wel één of twee mindere nummers op terug te vinden. De titeltrack is een bombastische mini-opera en ‘A Souvenir Of London’ werd door de BBC in de ban gedaan, want de hoge heren meenden hier een sexuele referentie in te moeten lezen. Ongetwijfeld heeft Procol Harum deze interpretatie ook daadwerkelijk gezocht, want op elk album stond wel een komisch nummer. Desalniettemin kan je niets anders dan je verbazen over zoveel preutsheid.

Het topstuk van het album was ‘Fires (Which Burn Brightly)’; een klassiek getint barok-lied met een schitterende opbouw met een orkest en koor, en een beschouwende tekst:

This war we are waging is already lost
The cause for the fighting has long been a ghost
Malice and habit have now won the day
The honours we fought for are lost in the fray

Standards and bugles are trod in the dust
Wounds have burst open, and corridors rust
Once proud and truthful, now humbled and bent
Fires which burnt brightly, now energies spent

Let down the curtain, and exit the play
The crowds have gone home and the cast sailed away
Our flowers and feathers as scarring as weapons
Our poems and letters have turned to deceptions

Een literaire beschrijving van een passie dat een binnenbrandje werd.

In 1967 werd de (progressieve rock) band opgericht en na 10 jaar hielden ze het voor gezien. Begin ‘jaren negentig’ was er even een oprisping met twee albums ‘The Prodigal Stranger’ en ‘The Long Goodbye’, maar de verkoopresultaten waren bedroevend en na een tournee werd Procul Harun (de oorspronkelijke naam  van de band; vernoemd naar de naam van een raskat van een vriend) weer inactief. Trouwe fans echter wisten de band in 1997 over te halen een concert te geven vanwege de 30ste verjaardag van ‘A Whiter Shade Of Pale’ en sindsdien treden de heren – met veel succes – weer op en werden een studio en zeven live-albums uitgebracht. Eén daarvan was met orkest en koor in het Ledreborg kasteel (Denemarken). Gary Brooker is nog steeds goed bij stem en de band heeft haar kunstjes niet verleerd. Een schitterende registratie; het heilige vuur brandt bij hen kennelijk nog steeds.

Keuze René Albers: R.E.M. – Fireplace (1987)

Een document.

Vuur, het meest tot de verbeelding sprekende element dat we hebben. Dit verklaart dan ook dat er zovele liederen met vuur als thema worden geschreven, denk bijvoorbeeld aan We Didn’t Start The Fire van Billy Joel, Things We Lost In The Fire van Bastille of Vuur van Stef Bos.

Vroeger was vuur een alles verslindend monster, dat we maar moeilijk in bedwang konden houden. Tegenwoordig hebben we als mensheid een grotere controle over dit monster, maar nog altijd behoort vuur tot vrijwel ieders ergste nachtmerrie.

Ik wil jullie graag 30 jaar terug in de tijd nemen; dan komen we uit in het midden van de jaren ’80. De Koude Oorlog was op zijn hoogtepunt, al werd er achter de schermen druk gepraat over betere relaties tussen het Westen en de communistische wereld. In de V.S. zat Ronald Reagan in Het Witte Huis. Gedurende zijn eerste termijn zette hij in op de hervorming van de Amerikaanse economie, de belastingen gingen omlaag, de overheidsuitgaven ook en de macht aan de vakbonden werd ingeperkt. Het kapitalisme draaide op volle toeren daar in Amerika, hetgeen prachtig is verbeeld in films als Wall Street, The Wolf Of Wall Street en Boiler Room.

Crazy, crazy world
Crazy, crazy times

In deze economisch goede tijd met de op de achtergrond immer aanwezige dreiging dat morgen het einde van de wereld zou kunnen zijn, maakte de Amerikaanse rockband R.E.M. haar 5de studioalbum;  Document.

Op deze plaat stond de eerste grote hit van de band, The One I Love. Verder stonden er liedjes op met titels als Exhuming McCarthy en It’s The End Of The World As We Know It (And I Feel Fine). Het album zou het laatste album worden, dat R.E.M. bij het kleine label IRS uitbracht; daarna zouden ze hun platen uitbrengen bij gigant Warner Bros. Document is mijn meest favoriete album van R.E.M. Stuk voor stuk zijn het prachtige liedjes, sfeervol en krachtig.

Het achtste liedje op de plaat is het meestal over het hoofd geziene Fireplace, een typisch R.E.M.-lied met een refrein dat blijft hangen. Op Document begonnen de heren al te experimenteren met andere instrumenten dan de bas, gitaar en drums. Die experimenteerdrift resulteerde een aantal jaren later in mega-sellers Out Of Time en Automatic For The People. Eén van die experimenten betrof het toevoegen van een saxofoon aan Fireplace, die bespeeld werd Steve Berlin, de saxofonist van Los Lobos. Door de toevoeging van die prachtige solo werd dit typische R.E.M.-lied ineens bijzonder.

Ik zou zeggen luister eens naar Fireplace, indien je het nog niet kent en daarna ook te luisteren naar Document in zijn geheel, een belevenis op zich…

Keuze Dimitri Lambermont: Spiritualized – On Fire (2001)

In vuur en vlam.

Beter op te branden dan uit te doven. Of zoiets. Opbranden doet Jason Pierce van Spiritualized al jaren. Opbranden door drugs. Een wrak van een mens met volle nummers over breekbaarheid, drugs en de kater, verdoemenis en verlossing.

On Fire is het openingsnummer van Let It Come Down. Het vierde album van Spiritualized uit 2001. Jason doet er vier jaar over om het meesterwerk op te nemen. Met een kleine 115 muzikanten waaronder een orkest en het London Community Gospel Choir. Een duidelijk voorbeeld van The Wall of Sound techniek. On Fire zet met z’n 4:02 gelijk de toon voor de rest van het album. Vol, voller volst. Vrijdag 30 oktober te zien in Paradiso. Ik ga. Om op te branden. Om in vuur en vlam te worden gezet. Om vooral niet uit te doven.

Let’s see how fast we can live
until our times start slowing us down
just how much further we go
before we get our place in the ground

I’m on fire
There’s no water for the flames
And I’m alive
with no one but myself to blame
and I’m free
to do what I want to do
and I burn
all the faith has had me denied

Keuze Martijn Janssen: Michael Franti & Spearhead – Yell Fire (2006)

Terugverlangen naar een oude vlam.

Het is zo’n beetje de bekendste tekst van Neil Young geworden, It’s better to burn out than to fade away. En ook De Dijk vergeleek passie met vuur, met inspiratie als de spreekwoordelijke vonk:

Het vuur moet blijven branden
En de hoop mag niet vergaan
En de geest moet kunnen waaien
Want de vonk kan overslaan

Als een artiest echt in zijn element is (zoals de Engelsen dat zo fijn zeggen, on fire), dan kan haast niets hem of haar tegenhouden. Nu had ik dat niet constant met Spearhead, de band van zanger, positivo en wereldverbeteraar Michael Franti, maar de ontdekking van zijn muziek maakte wel wat in mij los. De mix van hip-hop, soul en reggae in geweldige en toegankelijke nummers, gecombineerd met teksten die de wereld kritisch observeerden zetten mijn ogen en oren open naar wat er nog meer in de wereld was te vinden. Spearhead’s debuutalbum Home is nog steeds een van mijn favoriete albums.

Maar tegen de tijd dat hun zesde album All Rebel Rockers verscheen begon het toch te kraken bij mij. De muziek was meer opgeschoven naar rock en reggae, waar op zich niks mis mee is, ten koste van de hip-hop en soul. En de nummers waren gewoon niet meer zo sterk. Toen ik bij een optreden ook de liedjes van de eerste albums echt miste, begreep ik dat de tijd was gekomen om de band los te laten. De tijd samen was erg mooi geweest, maar onze interesses begonnen te ver uit elkaar te liggen.

Wel heb ik nog de muziek die Spearhead tot die tijd uitbracht. En uit die latere periode, voor mij dan, is het album Yell Fire! toch nog een hoogtepunt. De politiek spat van de meeste teksten en je doet mij altijd een plezier met wat dub. Het titelnummer rockt weliswaar stevig door, maar de passie herinnert mij er aan waarom ik oorspronkelijk zo voor Spearhead ging, voordat het vuur begon te doven.

Keuze Stefan Koopmanschap: Charles Bradley – The World (Is Going Up In Flames) (2011)

Een heerlijke soul-sound gecombineerd met een te pijnlijk accurate tekst

Nieuwe muziek die lijst op oude soulmuziek, het is een tijdje best hip geweest. En van die nieuw gevonden populariteit van soulmuziek heeft de Amerikaanse Charles Bradley goed gebruik gemaakt. Hij heeft een aantal prachtige albums afgeleverd afgelopen jaren. Maar helaas was soul vooral hip onder een vrij kleine groep, de top 40 heeft helaas nog nooit van de beste man gehoord.

Zelf leerde ik Charles Bradley kennen op de radio. Niet de grote stations, maar een internetstation. En toen ik hoorde dat Charles Bradley ook naar Vlieland zou komen voor Into The Great Wide Open was ik helemaal blij. Ik heb daar een prachtige show gezien die Charles Bradley volledig in stijl deed. Ik hoopte op een echte revival van de soul, maar die bleef helaas uit.

Toch bleef de muziek me bij. Een aantal nummers specifiek, en voor deze battle koos ik voor een nummer van No Time For Dreaming uit 2011. De tekst was destijds al vrij toepasselijk, maar is recentelijk steeds pijnlijker accuraat geworden.

This world
Is going up in flames
And nobody
Wanna take the blame

Ik hoef het journaal maar aan te zetten of naar het nieuws op de radio te luisteren, en ik hoor een enorme hoeveelheid berichten die deze tekst van Bradley direct bevestigen. Gelukkig sluit hij wel af met een enigszins positieve noot:

Oh you killin me
Come on babe
Get it right
Gotta be
A better world

Nee, niet helemaal positief, maar in ieder geval met een positieve insteek. De heerlijke soul-sound van Charles Bradley gecombineerd met een te pijnlijk accurate tekst zorgt ervoor dat dit nummer bijzonder veel indruk op me heeft gemaakt en nog maakt. Vertel me, waarom is dit niet breed opgepikt?

Keuze Danny den Boef: Barr Brothers – Burn Card (2015)

Kort maar krachtig

Soms zijn dingen gewoon fijn zonder er al teveel woorden aan vuil te maken. Cornflakes met koude melk is zoiets. Het is gewoon lekker. Punt. Al zullen er ongetwijfeld mensen nu gaan hyperventileren van al die duivelse dingen die ik opnoem (KOOLYDRATEN EN MELK!!), dus laat maar zitten. Het is gewoon lekker zonder gedoe.

Dit liedje ook. Het klinkt heel erg fijn en het gaat een beetje over vuur, want het heeft Burn in de titel. Dat was het eigenlijk wel.

Dank u wel.

[polldaddy poll=9100258]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.