Walking In Memphis, Hengelo-o-o,  De Stad Amsterdam, Fairytale Of New York; steden en dorpen inspireren menig liedjesschrijver tot een ode. Soms is het ook wat minder flatteus, maar ook dat mag.

Gelukkig zijn er ook nog minder bekende, maar toch bloedjemooie liedjes in het genre.

Keuze Danny den Boef: Dusty Springfield – Tupelo Honey (1973)

My god, wat een vakvrouw

Een plaatsnaam cover. Dat mag vast ook wel. Helemaal als het gaat om deze twee muzikale royalty’s.

Het nummer Tupelo Honey is oorspronkelijk van Van Morrison. Zelf uiteraard niet bepaald de minste. Maar wacht, het gaat nog beter worden. Zijn nummer is namelijk gecoverd door de vrouw met misschien wel de mooiste stem ooit (maar dat is uiteraard een andere battle), namelijk Dusty Springfield. My god. Dusty. Wat een vakvrouw.

Gelukkig hebben we de muziek nog. En dat is heel wat waard.

Tupelo Honey. Wat een fijne cover.

Keuze Jaap Bartelds: Baccara – The Devil Sent You to Lorado (1979)

 Hun fonetisch aangeleerde Engels is zowel een asset als een handicap

Baccara ken je waarschijnlijk van het hijgnummer Yes Sir, I Can Boogie, maar de dames hadden heel wat meer noten op hun zang. Het Spaanse duo met de prachtige namen Mayte Mateos en Maria Mendiola scoorden in de jaren zeventig hit na hit met discodeuntjes die op het eerste gehoor erg op elkaar leken, maar de geoefende luisteraar hoort dat ieder lied z’n unieke kwaliteiten had. Het gehijg van Boogie was daar een voorbeeld van, maar ook het prachtige gesproken intro van Sorry I’m a Lady.

Op het lied The Devil Sent You to Lorado (sic) doen ze het gewoon allebei. Het begint al met de prachtige pianoklanken, gevolgd door een intro waarin de situatie even kort en bondig wordt uitgelegd: er is sprake van een ‘shot outside the bar-room’, waarna als special effect inderdaad een schot klinkt. Je moet heel goed luisteren wat de dames eigenlijk zingen, want hun fonetisch aangeleerde Engels is zowel een asset als een handicap.

Maar dan, het refrein, met hijgerige koortje dat kreetjes slaakt: ‘The Devil! The Devil!’, gevolgd door een toepasselijk schrikeffect in het dansje van de dames: ‘HUUH!’. En als dan na drie minuten ook nog eens de rokjes uitgaan is het helemaal een feest. Lorado, waar ligt dat eigenlijk?

Keuze Eric van den Bosch: Billy Joel – Allentown (1982)

Zijn op één na mooiste plaatsnamenliedje

Over het mooiste plaatsnamenliedje hoef ik niet lang na te denken: Billy Joel’s New York State Of Mind. Maar ja, niet ondergewaardeerd, hè? Geen probleem, want Joel heeft veel, heel veel liedjes geschreven over landen (Scandinavian Skies), streken (Zanzibar), straten (52nd Street) én plaatsen: natuurlijk New York State Of Mind, maar ook Miami 2017 (Seen the Lights Go Out on Broadway), Goodnight Saigon, Leningrad en wat dan zijn op één na mooiste plaatsnamenliedje is: Allentown.

Het nummer had door Bruce Springsteen geschreven en uitgevoerd kunnen zijn. Het verhaalt over Allentown, Pennsylvania, een plaats die te maken had met de teloorgang van de metaalindustrie in het nabijgelegen Bethlehem. Vandaar het geluid van de fabrieksfluit aan het begin, de machtige drumklappen én het geluid van metaalwalsen in het nummer. Waar de sympathie van Allen ligt is duidelijk:

Every child had a pretty good shot
To get at least as far as their old man got
But something happened on the way to that place
They threw an American flag in our face

Het was tekenend voor veel van dergelijke steden in die tijd. De industrie trok er weg, dus wie werk kon vinden moest verhuizen. Een spiraal van verarming werd in gang gezet. Niet veel later gebeurde precies hetzelfde ook met de auto-industrie en de stad Detroit.

Well I’m living here in Allentown
And it’s hard to keep a good man down
But I won’t be getting up today

And it’s getting very hard to stay
And we’re living here in Allentown

Enige aanmerking: het had een minder kneuterige videoclip verdiend…

Keuze Freek Janssen: Hallo Venray – Las Vegas (1991)

Zeven redenen om op dit liedje te stemmen (nummer zes is echt bizar!)

Eens kijken of dat clickbaiten hier ook een beetje wil werken.

  1. Las Vegas staat op een van de beste Nederlandse albums ooit: The More I Laugh, The Hornier Due Gets.
  2. Het is het laatste nummer van dat album. Een geschiktere afsluiter heb ik zelden gehoord.
  3. Met name die outtro, met die prachtige saxofoonsolo die begint rond 04:10. Weergaloos.
  4. Dat je zo’n gevoelig liedje kunt maken over zo’n schreeuwerige stad: best een prestatie.
  5. De muziek van Hallo Venray zoekt altijd het midden tussen Neil Young en Lou Reed. Las Vegas heeft het melancholische van Lou Reed en de structuur van een Neil Young-liedje. Zo zou een duo tussen de twee heren hebben moeten klinken.
  6. Zowel de artiest als het liedje bevat een plaatsnaam!
  7. Het staat noch op YouTube, noch op Spotify. Hoe ondergewaardeerd wil je het hebben?

Keuze Martijn Janssen: The Jayhawks – Nevada, California (1992)

Het is altijd leuk om de muzikale toerist uit te hangen

Als muziekliefhebber vind ik het altijd leuk om op plaatsen te komen waar liedjes over zijn geschreven. Ik zie het als een vorm van muzikaal toerisme. Het is dan vaak ook een verrassing of de werkelijkheid in de buurt komt wat in het nummer wordt beschreven.
Natuurlijk, een stad als New York is zo groot en zijn er zoveel nummers over geschreven dat het bezoeken van die stad op zich niet direct een specifiek nummer in me laat opkomen. Maar als je dan op hoek van 53rd Street & 3rd Avenue staat (al is het dan in Manhattan en niet in Queens waar het nummer zich eigenlijk afspeelt) of op de hoek van Lexington Avenue & 125th Street, ja dan gaat die muziek wel door mijn hoofd.

Maar leuker is het om kleinere plaatsen te bezoeken waar liedjes over zijn geschreven. Zo was ik vorig jaar op vakantie aan het rondtrekken Californië. Tijdens mijn reis kwam ik een avond aan in het plaatsje Nevada City. Het is een mooi stadje, ontstaan tijdens de Gold Rush van de midden 19e eeuw en met nog een aantal autenthieke Western gebouwen. En, het is het onderwerp van een nummer van een van mijn favoriete bands, The Jayhawks.

Nu speelt het nummer zich niet daadwerkelijk af in Nevada City. De hoofdpersoon heeft alles achter zich gelaten, want zijn oude leven gaf hem geen geluk. En nu is hij op zoek naar Nevada, Californië. Als een goudzoeker, op naar het geluk dat daar wacht. Maar alhoewel Nevada City tijdens de Gold Rush zeker een erg belangrijke plek was, zijn die hoogtijdagen nu voorbij. Dus wat de hoofdpersoon zal aantreffen als hij Nevada City eindelijk gevonden heeft, het zal waarschijnlijk niet de hoofdprijs zijn.

Na een enkele overnachting vertrok ik zelf uit Nevada City. Dat het stadje onderwerp was van een liedje was leuk, maar ik had het er wel gezien. Mijn reis ging verder, over Highway 49, verder het Gold Rush gebied in. Op zoek naar fortuin. Maar ik had het in ieder geval gevonden: Nevada, California.

P.S. The Jayhawks hebben trouwens ooit een nummer oorspronkelijk genoemd naar Rotterdam. Het nummer werd later echter herschreven en hernoemd naar All The Right Reasons. De verwijzingen naar bergen en Manchester hadden toch al weinig met Rotterdam te maken.

Keuze René Albers: Johnny Cash – I’ve Been Everywhere (1996)

Hoeveel plaatsnamen wil je hebben?

Bij de plaatsnamenbattle schoot meteen de Johnny Cash-versie van I’ve Been Everywhere in mijn hoofd. Aan plaatsnamen in dat lied geen gebrek!

Reno, Chicago, Fargo, Minnesota, Buffalo, Toronto, Winslow, Sarasota, Wichita, Tulsa, Ottawa, Oklahoma, Tampa, Panama, Mattawa, La Paloma, Bangor, Baltimore, El Salvador, Amarillo, Tocopilla, Barranquilla and Padilla

Het lied werd oorspronkelijk geschreven door de Australische country-artiest Geoff Mack in 1959. Het oorspronkelijke lied was een opsomming van Australische plaatsen en plekken. In 1962 scoorde Hank Snow een hit met zijn Noord-Amerikaanse versie. Naast veel plaatsnamen in Noord-Amerika (VS en Canada) zaten er ook een drietal Midden-Amerikaanse plaatsen in, te weten Panama, Costa Rica en El Salvador.

Boston, Charleston, Dayton, Louisiana, Washington, Houston, Kingston, Texarkana, Monterey, Ferriday, Santa Fe, Tallapoosa, Glen Rock, Black Rock, Little Rock, Oskaloosa, Tennessee, Hennessey, Chicopee, Spirit Lake, Grand Lake, Devils Lake and Crater Lake

Johnny Cash nam zijn versie op in 1996 en het verscheen op het tweede album uit de American Recordings-serie Unchained. Op dat album stonden ook covers van onder meer Beck en Soundgarden. Zijn begeleidingsband op dat album bestond onder meer uit Benmont Tench, Howie Epstein en Tom Petty. Voor mij persoonlijk is de Cash-versie de ultieme vertolking van dit lied.

Louisville, Nashville, Knoxville, Ombabika, Schefferville, Jacksonville, Waterville, Costa Rica, Pittsfield, Springfield, Bakersfield, Shreveport, Hackensack, Cadillac, Fond du Lac, Davenport, Idaho, Jellico, Argentina, Diamantina, Pasadena and Catalina

Even zoeken op Wikipedia leert dat er ook een Britse-Ierse, een Nieuw-Zeelandse, een Vlaamse, een Catalaanse en ook een wereld-versie van dit lied gemaakt is.

Pittsburgh, Parkersburg, Gravelbourg, Colorado, Ellensburg, Rexburg, Vicksburg, El Dorado, Larimore, Atmore, Haverstraw, Chattanooga, Chaska, Nebraska, Alaska, Opelika, Baraboo, Waterloo, Kalamazoo, Kansas City, Sioux City, Cedar City and Dodge City

Hoeveel plaatsnamen wil je hebben?

Keuze Edgar Kruize: The Beautiful South – Rotterdam (1996)

Waarin de plaatsnaam niet goed rijmt met de tekst

This city isn’t famous, the streets aren’t paved in gold. This city has no class but it’s still the best place in the world. Was getekend punkband Discipline. In hun track City Of Light brengen ze een eerbetoon aan hun stadje Eindhoven. De band bestaat inmiddels niet meer. Hun frontman kan inmiddels met heimwee terugdenken aan de Working Class town based on industry. Hij zit wegens moord op zijn vrouw (met een hamer) en het vervolgens in een poging tot zelfmoord tot ontploffing brengen van zijn huis nog geruime tijd vast.

De omschrijving van Discipline is en blijft echter adequaat. Eindhoven is niet beroemd. Geen gouden straten. Industriestad. Het is ook typisch zo’n stad die bands aandoen als ze van Frankrijk of België op doorreis zijn richting Amsterdam en daar nog even een additionele show meepikken. Of vanuit Duitsland met een U-bocht Nederland in. Het meeste wat al die niet-Eindhovense bands op doorreis over vinden, is dat de stad nogal inwisselbaar is met andere steden.

Zo ook de Britse groep The Beautiful South, die halverwege de jaren negentig in het Eindhovense poppodium Effenaar optrad. Het was winter, het was koud en de stad was verlaten. De bandleden voelden zich er een beetje desolaat en konden niets in de stad vinden om hun stemming te doen veranderen. In dat gevoel van eenzaamheid schreef frontman Paul Heaton in het Dorint Hotel (tegenwoordig Pullman Eindhoven Cocagne) aan de Eindhovense Vestdijk een liedje over hoe eenzaamheid je overal ter wereld kan achtervolgen, in welke inwisselbare stad je ook bent. This could be Eindhoven anywhere. Liverpool or Rome. Cause Eindhoven is anywhere, anywhere alone, anywhere alone.

Toen zangeres Jacqui Abbott het nummer vervolgens moest gaan inzingen voor gebruik op het album Blue Is The Colour, bleek de plaatsnaam voor de zangeres een enorm struikelblok. Het bekte gewoonweg niet lekker in het Engels. Zodoende werd ter plekke besloten de plaatsnaam te veranderen in Rotterdam, waardoor veel Rotterdammers onterecht denken dat het liedje over hun stad gaat. Tegelijk, het liedje kan getuige de tekst over elke andere willekeurige stad gaan. Dus we laten iedereen gewoon maar in de waan.

Keuze Jan van Deursen: Lucinda Williams – Minneapolis (2003)

Bloed in de smeltende sneeuw

Gisteren heb ik even een toer gemaakt. Door Minneapolis. Met Google Streetview kán dat, van het ene op het andere moment. Ik maak dit soort uitstapjes wel vaker. Vooral in Amerika. Dan bezoek ik een oord waar een doorgedraaide scholier erop los schoot. Of een suburb in een zuidelijke staat die door een hurricane tegen de vlakte ging. En anders wel Tucson, Tucumcari, Tehachapi en Tonapah als ik Willin’ van Little Feat weer eens hoor.

En nu dus Minneapolis. Het zonnetje scheen en delen van het centrum leken me best aardig voor zover ik dat in dit korte tijdsbestek kon beoordelen. Daarbuiten leek het oord me even non-descript als zoveel andere Amerikaanse steden. Mij bekruipt altijd medelijden met de mensen die door de Google-camera zijn gevangen op het moment dat ze met hun onherkenbaar gemaakte gezicht de auto instappen na een tankbeurt langs de zoveelste sfeerloze weg.

Afijn, Minneapolis kon er mee door, vergeleken met de in- en intrieste beelden waarop ik me had voorbereid. Elf jaar geleden verscheen het nummer Minneapolis op het album World Of Tears van Lucinda Williams. En als ik haar moest geloven, moest die stad een hel zijn. Zij had dan ook alle reden voor die somberte: achtergelaten als ze was ‘in a room I can’t call mine‘ door haar geliefde tijdens een bitter koude winter waarin donkere wolken de zon voortdurend buiten de deur houden. Er ligt een fluwelen laagje over elke noot die Lu in dit lied treft, maar de eenzaamheid, machteloosheid en woede klinken desondanks door in ieder woord: ‘I wish I’d never seen your face or heard your voice. You’re a bad pain in my gut I wanna spit you out’.

Het vibrato in haar stem schudt het verdriet nog eens extra op. De ijle, begeleidende steel guitar versterkt de wanhoop alleen maar. In het laatste couplet gaat de wond weer open: Let my blood flow red and thin, into the glistening, into the whiteness, into the melting snow of Minneapolis.

I’ve been waiting for you to come back since you left Minneapolis
Snow covers the street lamps and the windowsills
The buildings and the brittle crooked trees
Dead leaves of December thin skinned and splintered
Never gotten used to this bitter winter

I’ve been wasted, angry and sad since you left Minneapolis
I wish my thoughts were pure like the driven snow
Like the Heavens and the spring’s virgin buds
But they strangle me with their sin fill me up with poison
Black clouds have covered up the sun again

I can always trace it back to that night in Minneapolis
Here on the seventh floor in a room I can’t call mine
Deadbolt on the door, do not disturb sign
Shaking and trembling on the clean white linen
Slivers of starlight across the ceiling

A dozen yellow roses all that’s left in Minneapolis
I wish I’d never seen your face or heard your voice
You’re a bad pain in my gut I wanna spit you out
Open up this wound again let my blood flow red and thin
Into the glistening, into the whiteness
Into the melting snow of Minneapolis

Keuze Marco Lagerwerf: Muse – Stockholm Syndrome (2003)

Op plaat al best een aardige song, maar live op Sziget: WOW!

De zomer van 2010 was een mooie zomer. Niet alleen omdat het Nederlands elftal de finale behaalde op het WK voetbal en dat het zonnetje overuren maakte, maar ook omdat ik deze zomer op het Sziget Festival één van mijn beste festivalshows ooit zag: die van Muse.

Het was zo’n zomeravond waarvan je al voelde dat er iets bijzonders ging gebeuren. Op een nog half gevulde festivalwei speelde Kasabian (!) aan het begin van de avond, maar de echte grote naam volgde later, Muse. Met The Resistance hadden ze weer een prima album afgeleverd, de show beloofde dus ook veel goeds. Het inmiddels volgelopen veld stond er klaar voor, meteen was daar de hit van het moment: Uprising. De ene klapper na de andere werd uit de kast getrokken, Boedapest schudde een uur lang op zijn grondvesten. De festivalwei was één kolkende massa energie, met alles erop en eraan. Gitaren, lasers, lichten, de hits, het bier. Het kon niet op!

Het sluitstuk van de reguliere set die avond was Stockholm Syndrome, één van de nummers van het album Absolution. Op plaat al best een aardige song, maar live… WOW! Zelden zoiets gehoord. Lange gitaarsolo’s gecombineerd met lasers, lichteffecten én de stem van Matt Bellamy maakte dit tot een onvergetelijke trip. Even alles vergeten, totaal van de wereld zijn en één worden met al die andere mensen die daar met mij waren. Toen de show uiteindelijk afgelopen was, stond ik voor even vastgenageld aan de grond: Heb ik dit nou écht ervaren, of was het slechts een droom? Uiteindelijk was het antwoord daarop snel duidelijk. Ongelofelijk, wat een avond.

Dat Stockholm Syndrome feitelijk zoiets betekent als het sympathiseren van een gijzelnemer door een gijzelaar, dat is slechts een gegeven. Voor mij staat Stockholm Syndrome vanaf dat moment synoniem voor die ene onvergetelijke zomeravond in augustus 2010 in Boedapest.

Keuze Stefan Koopmanschap: LCD Soundsystem – New York I Love You, But You’re Bringing Me Down (2007)

Eigenlijk is het gewoon die ene ballad die een hardrockband populair maakt

In ‘de scene’ is LCD Soundsystem een begrip, maar daar buiten hoor je het eigenlijk nooit. Op de ‘grote’ radiozenders pakken alleen de iets meer spannende programma’s als 3Voor12 af en toe een stukje LCD Soundsystem mee. Bij de gespecialiseerde alto-/indie-stations komt het vaker langs, maar dat is weer vrij specifiek.

En dat is jammer. Ik kan me voorstellen dat het ruwe geluid van LCD Soundsystem niet echt Arbeidsvitaminen-materiaal is, maar ook een act als LCD Soundsystem heeft prachtige toegankelijke nummers gemaakt. Neem bijvoorbeeld het waanzinnige New York I Love You, But You’re Bringing Me Down. Ja, het is een wat depressief nummer, maar eigenlijk is het gewoon die ene ballad die een hardrockband populair maakt. Met prachtige piano en voor LCD Soundsystem-begrippen redelijk ‘normaal’ gitaarwerk. Niet te ruw, gewoon passend bij de rest van het nummer.

Daar komt ook nog eens bij dat gaat over de mooiste stad van Amerika. Want echt, wat is New York een prachtige stad. Ik ben er één keer geweest en heb sindsdien heimwee. Sinds die reis is Empire State of Mind mijn soundtrack voor New York, maar ook deze prachtige track van LCD Soundsystem doet me wegdromen. Hoewel, die tekst is nog niet overtuigd. Of toch wel? Of niet? Ach, het blijft een prachtig nummer over een prachtige stad.

Keuze Robin Wollenberg: Anneke van Giersbergen – Ik Kan Blijven Kijken (2011)

Een liefdesverklaring aan Amsterdam van een Utrechter met een seizoenkaart voor de plaatselijke FC

Leuk, een battle over plaatnamen. Als echte Utrechter (GEEN Utrechtenaar!! Het ligt nog al gevoelig in de stad) schieten natuurlijk gelijk liedjes door mijn hoofd als; Rijk de Gooyer – Als Ik Boven Op De Dom Kom (het origineel is dus niet van Herman Bekien!), Herman Berkien – Utereg Me Stadje. Maar ook andere steden doen het goed; Freddie Mercury, Montserrat Caballé – Barcelona, Jacques Brel – Bruxelles, Stef Bos – Hilton Barcelona, Neil Young – Philadelphia, en vele anderen. Niet allemaal ondergewaardeerd, wel allemaal met hun eigen charme, hun eigen stad.

Maar ik moet biechten, biechten aan jullie. Sinds ik een aantal jaren Marketing Manager van een lokaal Amsterdams bedrijf ben geweest en enkele collega’s, geboren en getogen in de Jordaan, mij de stad hebben laten zien, heb ik een kleine zwak voor Amsterdam. Echt, ik weet het… je verwacht het niet van een Utrechter met een seizoenkaart voor de plaatselijke FC, maar het is echt waar. Ik voel mij er zeker geen toerist of provinciaal. Ik weet immers genoeg leuke tentjes, ken er de wegen voel me behoorlijk thuis zelfs. Het voelt bijna als een maîtresse met wie ik vreemd ga. Een battle als deze mag dan ook alleen maar over mijn verboden liefde gaan, gezongen door een mooie vrouwenstem… Anneke van Giersbergen – Ik Kan Blijven Kijken

Wie het origineel van Peter Beense kent, zou niet verwachten dat deze song tegen je aanvlijt als een mooie vrouw. Een vrouw met wie je wakker wilt worden. Naar wie je dan stilletjes kijkt, terwijl de ochtendzon langzaam en teder haar gezicht beschijnt. Je kunt er wel naar blijven kijken. Ze is misschien wel te mooi om jouw liefje te zijn, maar ze ligt wel naast jou, naast jou met een lach op haar gezicht. Het liedje werd enigszins bekend door de tv-serie A’DAM – E.V.A., maar is wat mij betreft ondergewaardeerd in haar schoonheid. Het beschrijft de stad, het leven, zoals dat zich aan je voltrekt als je verliefd bent. En ik hou, heel stiekem, van haar…

Keuze Robert Arnold: Bon Iver – Calgary (2011)

Koud liedje, koude artiest, koude ontstaansgeschiedenis en betekenis; alles koud

Er zijn een hoop fijne liedjes met plaatsnamen gemaakt. Zo schreef ik al eens een bijdrage over Crowded House’s Amsterdam (de 2010s). Conclusie: het is er koud. In Calgary is het ook koud, althans dat denk ik. Want eigenlijk weet ik van Calgary niets meer dan dat Yvonne van Gennip er in 1988 3 gouden Olympische plakken won.

Calgary is de eerste single van het tweede album van Bon Iver en voor mij de hernieuwde kennismaking met Bon Iver. Dankzij Calgary ben ik For Emma, Forever Ago weer gaan luisteren en (nog) meer gaan waarderen. Bon Iver is ook erg koud, want is een verbastering van bon hiver (en zo spreek je het ook uit), en een goede winter is vaak koud.

Justin Vernon zat met een bak ellende (band uit elkaar, relatie over, ziek) in de bossen van Wisconsin (ook koud) en pikte de begroeting bon hiver uit de serie Northern Exposure (ook koud). Een relaas van die ellende vind je op Bon Iver’s eerste album, gecreëerd in die bossen van Wisconsin in z’n uppie. Zijn eerste album maakte hem hip, zo werkte hij onder meer samen met Kanye West (je weet wel, de vader van meisje North). Op het tweede album staat dus Calgary, prima liedje met een plaatsnaam. Ik had ook voor andere liedjes kunnen kiezen: Perth en Lisbon staan ook op die plaat.

Maar daar is het niet (in ieder geval minder) koud.

Als Justin het koud heeft klinkt ie overigens iets anders, ook leuk:

[polldaddy poll=8474043]

5 comments

  1. Mooi mooi allemaal.

    Door klusomstandigheden helaas niets kunnen schrijven dit weekend. Maar een pleidooi voor “New Orleans is Sinking” van The Tragically Hip had hier prima tussen kunnen staan. Bij deze…..

  2. Thin Lizzy – Dublin
    Muzikaal subtiel als Still in love with you, maar dan die stem van Phil Lynott….. KIPPENVEL

  3. Die is twee jaar geleden al eens voorbij gekomen: http:ondergewaardeerdeliedjes.nl/2012/12/17/kerstbattle/

    Maar een herhaling kan natuurlijk altijd!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.