Misschien is dEUS wel de grootste indie-band uit de Benelux van de afgelopen twintig jaar. Al zijn ze in thuisland iets meer mainstream dan in Nederland (want Studio Brussel draait hun liedjes).

De band kan iets wat maar weinig bands gegeven is: spannende, grillige muziek maken die kwalitatief uitzonderlijk goed in elkaar zit. Misschien nog wel belangrijker: in elk nummer wordt heel sterk een sfeer neergezet. Wat je ook van dEUS vindt, voorspelbaar wordt het nooit.

In de jaren negentig waren ze groter dan groot. Het schijnt dat bands als Elbow en Placebo door dEUS zijn beïnvloed. Achteraf betreuren Tom Barman en zijn mannen dat ze na hun meesterlijke debuutalbum Worst Case Scenario niet iéts ambitieuzer waren geweest, want dan hadden ze misschien wel echt de wereld kunnen veroveren: ‘Worst Case Scenario is gemaakt door een splinterbom van een groep, en die is daarna ontploft’, vertelde Barman in een documentaire.

Want turbulent werd het. Na een omstreden tussenalbum My Sister = My Clock waarop alle bandleden erop los jamden, volgde nog een dijk van een cd: In a Bar, Under the Sea (met Little Arithmetics, misschien wel hun grootste kans op een wereldhit).

Niet veel later verliet Stef Kamiel Carlens de band om Moondog Jr. (later: Zita Swoon) op te richten en het geluid van dEUS zou nooit meer hetzelfde zijn. Waar dEUS eerst uitblonk in grillige, spannende, rommelige alternatieve muziek in de geest van Tom Waits, Frank Zappa en Captain Beefhart, was de opvolger The Ideal Crash haast gepolijst, emotioneel en ingetogen.

Toen werd het zes jaar stil en in 2005 kregen we (weer) een andere dEUS terug. De nieuwe gitarist Mauro Pawlowski (van The Evil Superstars) drukte een zware stempel op de comeback-cd Pocket Revolution, dat eigenlijk gewoon een rockalbum was. Vantage Point (2008) en Keep You Close (2011) lieten een afwisselende band horen: stevige rocknummers, sfeervolle ballads, onheilspellend drukkende nummers, maar de chaotische veren uit de beginjaren had dEUS van zich afgeschud.

Acht maanden na Keep You Close doet dEUS iets wat heel erg on-dEUSiaans is: een nieuw album, Following Sea, uitbrengen, zonder daar enige ruchtbaarheid aan te geven, en waarop ook nog eens een aantal lichtvoetige, zomerse nummers staan.

Als er al een rode draad is in de carrière van dEUS, dan is het deze: voorman Tom Barman drukt een hele zware stempel op de groep, maar heeft in elke periode een sterke tweede man naast zich die de sound mede bepaalt. Op de eerste twee cd’s was dat de chaoot Stef Kamiel Carlens, op The Ideal Crash gevoelsmens Craig Ward en sinds Pocket Revolution is dat rocker Mauro.

Met zo’n geschiedenis kan het niet anders dan dat je tot op het bot verdeelde fans krijgt. Een betere battle ground kunnen wij ons haast niet voorstellen.

Keuze Marjolein van Elteren: Right As Rain (1993)

Het nummer is door een jonge Tom Barman geschreven over de dood van zijn vader, die hij naar eigen zeggen al kwijt was voor hij stierf

Eigenlijk is het niet te doen, een favoriet kiezen uit al het moois wat door dEUS gemaakt is, zeker niet omdat ik wat goed te maken heb met dEUS. Het is namelijk zo dat ik in 1996, bij een winkel in utrecht die al lang niet meer bestaat (Many Colours, Oud Kerkhof 5… voor de Utrechters onder ons) een heel mooi shirt kocht. Een shirt van dEUS, de band kende ik niet maar het artwork was prachtig en daar kocht ik het voor. Ik geloof dat ik ruim een jaar heb rondgelopen met dat shirt voordat ik besloot bij de bieb maar eens een cd te lenen van dat bandje… dEUS. Een jaar lang heb ik ze ook op z’n Hollands ‘deus’ genoemd. Toen ik eenmaal de muziek hoorde was ik verkocht. Het was nog mooier dan het shirt.

Right as Rain is een oud, kort en ingetogen nummer van dEUS. Misschien niet een nummer met een echt herkenbaar dEUS geluid, en ook niet een nummer dat vaak te horen is, maar zo de moeite waard. Het nummer is door een jonge Tom Barman geschreven over de dood van zijn vader, die hij naar eigen zeggen al kwijt was voor hij stierf. Barmans vader was namelijk 63 jaar ouder dan Tom. Hierover zegt Tom zelf: “Als jongetje van tien lag ik te tellen in bed: Mijn vader is nu 73. Als hij nog tien jaar kan leven dan ben ik 20. Sterk genoeg om het zonder hem te kunnen”. Uiteindelijk stierf Barmans vader terwijl Tom op een feest in een Antwerpse nachtclub was:

His only advice was that he died
While I did a little dance
From dust to dust the preacher sighted
I did a little cry

De versie van Right as Rain op de EP Zea en het album Worst Case Scenario is live opgenomen in een Antwerps café, zonder publiek. Prachtig, maar wat mij echt kippenvel geeft is onderstaande versie van Tom Barman met Guy van Nueten. Right as Rain, live at ‘De Nachten’

Keuze Thierry Thijssen: Violins And Happy Endings (1994)

Ongepolijste diamant uit de begindagen

Ondergewaardeerde liedjes van dEUS, daar moet je inderdaad mee oppassen. Een nummer van het laatste album Following Sea misschien? Of het bloedmooie My Sister = My Clock dat als tussendoortje na Worst Case Scenario verscheen?

De keuze is op iets heel anders gevallen. Een paar weken geleden luisterde ik via Spotify naar Worst Case Scenario, het bleek de Deluxe Edition te zijn. Natuurlijk stonden daar een hele rij bonustracks op. Dat was de herontdekking van een aantal oude nummers die ik alleen van cassette kende.

Violins and Happy Endings springt daar voor mij meteen uit. Waarom? Vanwege de herinnering aan die cassettebandjes in de walkman? Nee, want dat geldt voor veel van die nummers. Ik heb het nummer in de afgelopen weken weer een paar keer beluisterd en eigenlijk is het heel simpel: dit nummer staat voor alles wat dEUS in de begintijd was. De gekte, de dynamiek, de kenmerkende viool, de bijzondere stem van Tom Barman, het ruwe, ruisende en krakende gitaargeluid van Rudy Trouvé, en vooral: anders dan alles wat ik daarvoor gehoord had.

In het begin werd het nummer live nog wel eens gespeeld, maar na de release van In a Bar, Under the Sea heb ik het live nooit meer gehoord. Ook ondergewaardeerd door de band zelf?

Keuze Eric van den Bosch: Suds and Soda (1994)

Soms is er niets mooier dan uitbundige gekte

Ik ben behoorlijk trouw aan bandjes die ik goed vind. Zelfs cd’s waarvan ik bij voorbaat weet dat ik ze niet heel bijzonder ga vinden wil ik dan hebben. Vandaar dat ik mezelf ooit een verzamelaar met volledigheidsfetisj heb genoemd.

Een bandje waar ik al vrij snel moeite moest doen om ze nog leuk te vinden was dEUS. En echt, aanvankelijk vond ik het fantastisch. Ik heb het debuut Worst Case Scenario in de versie van voordat ze werden opgepikt door een major, ik heb nog een rij cd-singles en ik zag hun eerste, door technische problemen geteisterde optreden op Lowlands.

De reden dat het tussen mij en dEUS al snel verkeerd liep was simpel: Stef Kamil Carlens. Of beter gezegd, géén Stef Kamil Carlens. Na het tweede album stapte hij uit de band en begon hij Moondog Jr., dat even later werd omgedoopt tot Zita Swoon. En die band had precies wat aan dEUS wat mij betreft de jaren erna ontbrak: de spanning tussen sterke muzikale persoonlijkheden in de band. Bij dEUS waren dat Tom Barman, Stef Kamil Carlens en wellicht ook Rudy Trouvé, die iets vóór Carlens vertrok.

Ik kon (en kan) er niet bij dat mensen The Ideal Crash een fijne plaat vinden. Zo braaf en volledig ontdaan van de gekte die het eerste album zo fijn maken. Je merkt op Worst Case Scenario dat ze eigenlijk veel te veel ideeën hadden die er allemaal tegelijk uit moesten. Het mooie is dat het juist daardoor zo spannend werd is. Rauwe gitaarpartijen, geschreeuw, een krijsende viool en tegen elkaar ingaande stemmen. Zelfs rustige tracks hebben allerlei rafelrandjes.

Heeft dat niet gewoon te maken met onwennigheid in de studio? Dat zou zomaar kunnen. En toch is het wat die plaat zo onweerstaanbaar maakt voor mij. Het is een plaat die je wat mij betreft steeds in zijn geheel moet beluisteren, maar opener Suds & Soda belichaamt voor mij dit album: een bijna krassende viool, raggende gitaren, een schreeuwende Stef Kamil Carlens en zoveel herrie als maar in die enen en nullen geperst kan worden en stiekem, héél stiekem een paar prachtige melodielijntjes.

Soms is er niets mooier dan uitbundige gekte. Suds & Soda is precies dat.

Mocht je je trouwens afvragen wat Carlens elke keer schreeuwt: daar hadden Beavis en Butthead hun eigen theorie over.

Keuze Martijn Vet: Mute (1994)

De twee jaar tussen debuut Worst Case Scenario en In A Bar Under The Sea voelden als twintig

Er zijn weinig albums waar ik in mijn leven zo naar uit heb gekeken als de tweede en de derde van dEUS. De twee jaar tussen debuut Worst Case Scenario en In A Bar Under The Sea voelden als twintig. De minuut die het me kostte om het nieuwe schijfje van In A Bar… uit zijn doosje te wrikken, voelde als een uur.

De teleurstelling is het product van de verwachting en zowel In A Bar… als The Ideal Crash vielen me in het begin dan ook niet mee. In beide gevallen kwam het toch wel aardig goed. Ik koester vooral de herinneringen aan de singles die aan de albums vooraf gingen. Het in eerste instantie onverteerbare Theme From Turnpike bleek een geweldig nummer. Terecht dat Stefan Koopmanschap hem in deze battle verdedigt. Ook Instant Street van het derde dEUS-album The Ideal Crash wilde in het begin niet landen, maar is nu een van mijn favorieten. Bijna was dat mijn bijdrage geworden.

Bijna, want zo overdonderend, zo dwars, zo broeierig en zo goed als op het debuutalbum zou het nooit meer worden. Suds & Soda en Hotellounge waren de ‘hits’. Mute dook tot mijn verbijstering later nog eens op in een tv-reclame, maar ik kan me niet herinneren het ooit op de radio te hebben gehoord.

Keuze Anne Escher: Serpentine (1996)

Meester-sfeerbepaler Barman aan het werk: een spannend liedje over wat eigenlijk niet mag of kan

Serpentine komt van het ‘de moeilijke tweede’ album In a Bar, Under the Sea, en gaat over ontrouw. Het refrein werd geïnspireerd door een interview tussen de zanger Tom Barman en zijn favoriete acteur, Sean Penn, die you do it straight or you do it serpentine zei.

Het lijkt alsof de hoofdpersoon in dit nummer vast zit in een routine, waar hij graag uit zou willen komen, maar dit lijkt niet te lukken.

Het is een komen en gaan van maîtresses, of er is vaak ontrouw met dezelfde vrouw. Hij vraagt zicht af of hij echt van haar houd of dat ze zoals de tekst gaat ‘some melody’ is.

Is it bad that you’re good for me
Did I love you just randomly?

 

Het liedje raakte mij eigenlijk voor het eerst toen ik de live cd van Tom Barman hoorde, die hij samen met Guy van Nueten opnam.

De spanning is juist hetgene wat mij aantrekt bij dit nummer. Het gaat over iets wat eigenlijk niet mag of kan, en wat niet teveel in de openbaarheid mag komen. Maar het is het nummer wat ik talloze keren kan horen, en altijd heb ik dat zelfde gevoel bij het nummer; wat kan Tom Barman goed een sfeer bepalen in een nummer. Zo goed, dat je een paar minuten nadat het liedje afgelopen is, er nog kippenvel van hebt.

Keuze Stefan Koopmanschap: Theme From Turnpike (1996)

Het is nog steeds zo dat ik af en toe ineens denk: “Hey, zat dat er al die tijd al in?”

In a Bar, Under the Sea is mijn kennismaking met dEUS. Het hele album is voor mij nog steeds het belangrijkste wat dEUS ooit gedaan heeft, simpelweg omdat het mijn ogen heeft geopend voor deze prachtige band. Nu hielp het dat mijn toenmalige vriendin (nu overigens mijn vrouw) misschien nog wel meer van dEUS hield dan ik. Als ik het album zelf niet wilde luisteren dan zette zij ‘em wel op.

Op Live na is dEUS waarschijnlijk de band die ik het meest live heb zien optreden. De enige keer dat ik dat niet helemaal trok was in Vredenburg Leidsche Rijn. Daar had de band overigens niets mee te maken, ik kan gewoon niet tegen die zaal. Maar zelfs in die zaal klonk dEUS prachtig. En dat zegt wat.

Het kiezen van een ondergewaardeerd liedje van dEUS betekent voor mij dus dat ik iets van In a Bar, Under the Sea moet kiezen. Ik twijfelde nog heel even over Quatre Mains, maar uiteindelijk kwam ik toch uit bij Theme From Turnpike. En waarom dan deze? Het is mijn favoriete nummer van In a Bar, Under the Sea. Het nummer is eigenlijk heel erg als minimale techno: Het lijkt constant hetzelfde, erg repetitief, maar stiekem verandert er eigenlijk steeds wel iets. Het blijft veranderen, steeds iets anders, steeds iets nieuws, en bouwt maar op en bouwt maar op.

Tegen het einde van het nummer lijkt het een totale geluidschaos, maar als je goed luistert klopt het allemaal precies. Er is een plan. Het blijft maar opbouwen. Het bouwt en het bouwt en het bouwt… en valt dan ineens weg. Stilte. En op dat moment, na al die bombast die ineens wegvalt, komt heel zachtjes Little Arithmetics inzetten. De pracht van de minimale wijziging, van al die details die er wel zijn maar die je pas na een paar luisterbeurten hoort.

Het is nog steeds zo dat ik af en toe ineens denk: Hey, zat dat er al die tijd al in? Waanzinnig!

Keuze Martijn Janssen: My Little Contessa (1996)

Spannend en hypnotiserend. En halverwege gaat het toch weer los.

Mijn geschiedenis met dEUS is grillig en rafelig, precies zoals hun muziek. In 1994 werd de band veelvuldig genoemd in de muziekpers en ook hun nummer Suds & Soda kwam regelmatig voorbij op de radio en MTV. Ik vond het goed! Maar hun debuutalbum? Dat was haast nergens te vinden. De band zat net in de overgang van het kleine Bang! label naar grote indie Island, waar debuut Worst Case Scenario opnieuw zou worden uitgebracht. Mijn geluk kon dus niet op toen ik alsnog een exemplaar op de kop wist te tikken. Helemaal toen de nieuwe versie een nummer niet bleek te bevatten. En ik vond Let Go nu net zo prachtig. Een verstild moment, een kleine oase van rust temidden van alle gekte. En met een mysterieuze tekst die een snaar bij me wist te raken, ook al kon ik niet verwoorden waarom.

Please don’t break your head
Look around instead
Let go

Ik kocht ook alle singles die werden uitgebracht. De B-kantjes gingen echt alle kanten op, het geëxperimenteer en de invloeden van de individuele bandleden kwam hier echt naar boven.

Maar bij hun tweede album veranderde er al wat. Ik kocht nog steeds braaf alle singles, maar de nummers raakten me toch minder. Ook het album zelf kocht ik niet direct. Sterker nog, het zou jaren duren voordat ik het zou aanschaffen.
Het begon al bij de eerste single, Theme From Turnpike. Dat nummer vond ik echt raar. De rare geluiden, de vervormde zang, de vreemde videoclip. Wat ik eerst zo leuk vond aan dEUS, de experimenteerdrift en scherpe randen, begon me een beetje tegen te staan. Opvolger Little Arithmetics was net zo. Een mooi liedje, maar aan het eind moest het zo nodig weer totaal uit de bocht vliegen. In mijn ogen klonk het als ontregelen om het ontregelen zelf.

En zo verdween dEUS langzaam uit mijn blikveld. Van het album The Ideal Crash kocht ik niet eens meer de singles, laat staan het album zelf. Worst Case Scenario bleef een geweldig album en ook Theme From Turnpike (en de B-kantjes op die single) begon ik steeds beter te vinden, maar de affaire was kort maar hevig geweest.

Maar dEUS is een band die onder je huid blijft zitten. Je kan de band wel proberen te verlaten, maar zij verlaat jou niet. En zo zie ik ze in 2008 voor het eerst live, op het Lowlands festival. Vantage Point is net uit en ik wil ze wel eens zien. Kijken of ze die oude nummers nog spelen, die ik vroeger zo leuk vond. Het optreden maakt een enorme indruk op mij. Er komt iets los dat zo’n tien jaar heeft vastgezeten. Dit is dEUS! De band van het begin van mijn studententijd! En zij maken heerlijke rafelige liedjes!

Mijn keuze, voor vandaag dan want vraag het me morgen en ik zal waarschijnlijk een ander nummer noemen, is een beetje een buitenbeentje. My Little Contessa is een B-kantje van de Theme From Turnpike single. Het is een goed voorbeeld van de invloed en experimenten van de individuele bandleden. Deze instrumentale compositie is van de hand van violist Klaas Janzoons, wat te horen is aan de klassieke benadering. De simpele en repeterende pianolijn maakt het een beetje hypnotiserend, Door de herhaling blijft het hangen en met de viool voel je de spanning en emotie. En halverwege gaat het toch weer los. Ze kunnen het gewoon niet laten.

Keuze Marèse Peters: Bad Timing (2005)

Een subtiel gelaagd kunstwerk, dat steeds een tandje hoger gaat

Het vierde studioalbum van dEUS, uit 2005, is voor altijd verbonden met de tijd dat ik in Zwitserland woonde. Op onze ritten door het spectaculaire landschap zat Pocket Revolution steevast in de cd-speler. Bovendien stond de band op 12 juli 2006 op het Jazzfestival van Montreux. Dat was een zwoele, maar vooral legendarische avond, en dat lag niet alleen aan die fantastische locatie aan de oever van het meer van Genève. Mijn relatie met dEUS zat nog in het beginstadium: onstuimige verliefdheid. Ik kende Pocket Revolution helemaal van buiten, ze speelden er zo’n beetje alle nummers van en ik brulde alles letterlijk mee.

Pocket Revolution is een ijzersterk album. Het openingsnummer Bad Timing begint met de ietwat schurende gitaarlijn die Mauro Pawlowski het hele nummer, zeven minuten lang, stoïcijns volhoudt: het is de motor van het nummer. Daarna leggen Barman en zijn kompanen er elke keer fijntjes een laagje overheen. Een baslijtje, een zanglijn, nog een gitaarlijntje, drums. En elke keer wordt zo’n lijn wat dikker aangezet. Zo bouwen ze het nummer uit tot een subtiel gelaagd kunstwerk, dat bij elk couplet en elk refrein weer een niveautje hoger wordt getild.

Na vier minuten komt het echt los met een heerlijk scheurende gitaar die de rest bijna overstemt. En dan toch ook weer een schepje erbovenop. Iedere keer als je denkt: nu zijn we er wel, gooien ze er nog een tandje bij. Een minuut voor het einde nemen ze even wat gas terug, om daarna voor de laatste keer alle registers open te trekken.

Bij mij zorgt dit nummer voor een soort Pawlowiaanse conditionering: ik hoef alleen maar die stuwende gitaarlijn aan het begin te horen, en dan krijg ik al de kriebels. Mijn brein weet wat voor moois er nog komen gaat. Briljant.

Keuze Draakmug: The Architect (2008)

Hoe een afstandelijk nummer je zó kan raken

“Aaah, never mind that outer space stuff, let’s get down to earth.”

Zodra dat op de radio ( www.stubru.be ) klinkt gaat de volumeknop steevast een ruk naar rechts krijgen. Zoals dat bij elk nummer van dEUS het geval is. Ze vallen op, ze kruipen in je hoofd, ze zorgen ervoor dat je weer even bewust naar de radio luistert.

Toch springt the Architect er telkens uit.

Is het vanwege het ritme, dat bijna robotachtig is?

Het energieke van het nummer?Het gesprek tussen Mauro Pawlowski en Tom Barman?

Geen idee, het is een gevoel. Gevoelens laten zich zo ontzettend moeilijk vertalen. Soms moet de muziek spreken en in The Architect doet het dat voor mij.

Zeker niet het meest in je huid kruipende nummer van dEUS, dat blijft Suds and Soda hardnekkig volhouden, maar wel het lied dat blijft kietelen.

Het raakt je, je wil het hardop meezingen en aan iedereen laten horen hoe mooi dit nummer in elkaar zit. Hoe een afstandelijk nummer je zó kan raken.

The Architect gaat Buckminster Fuller. De architect, de visionair, de man die de geodetische koepel ontwierp en toepaste in zijn werk. Een vroegtijdige toepassing van een ecologische manier van bouwen. Onder andere het Aviodome is op dit principe gebaseerd. De man was verder nog dichter, publiceerde boeken en uitvinder (lees hier meer in de Volkskrant).

I’m gonna go home and shut up for a year
And when the year is over I’ll reappear
And have a solution

I’ve reason to believe that what I find
Is gonna change the face of humankind
And all these years before, well I was blind
That’s my conclusion
Cause I’m the architect

Beter dan dat wordt het niet snel.

Keuze Freek Janssen: Quatre Mains (2012)

Ordinaire zendingsdrang: dit kunnen ze óók mensen, luister dan!

Van alle bands die ik bewonder heb ik de meest bijzondere relatie met dEUS. Het maakt me niet uit wat ze maken, uiteindelijk komt het allemaal binnen. Vaak niet bij de eerste luisterbeurt, maar wel na drie, vijf of tien keer. De honderdste keer luisteren is het wéér beter dan de 99ste keer.

Ik ben dan ook net zo’n grote bewonderaar van hun nieuwe werk dan van de eerste albums, maar ik weet dat ik in de minderheid ben (kijk alleen maar naar de verdeling van de jaartallen in deze battle). Hoewel ik me besef dat ze na de eerste drie albums een andere richting zijn ingeslagen die niet alle fans van het eerste uur zal bekoren, vind ik het bijzonder spijtig dat er alsmaar wordt geroepen ‘ze zijn niet meer wat ze geweest zijn’.

Damn, dat zit me zo hoog dat ik deze battle zo lang mogelijk voor me uit heb geschoven en er ooit in mijn eentje iets van probeerde te maken.

Sta me daarom toe om hier ordinaire zendingsdrang te verrichten. Ik wil een grote lans breken voor al het werk na hun comeback in 2005.

Pocket Revolution, de eerste plaat met nieuwe gitarist Mauro, is voor de helft rauw en ongepolijst; alsof je in een jamsessie terecht bent gekomen waarin Mauro en de rest van de band elkaar aftastten. Luister maar eens naar Sun Ra. De andere helft (waaronder 7 Days, 7 Weeks) is ingetogen, bijna onheilspellend.

Strakker dan strak is Vantage Point uit 2008. Achteraf heeft Tom Barman wel eens laten vallen dat hij de plaat te macho vond. Als je naar The Architect luistert, snap je waarom: dit lijkt op Discotheque van U2, met een flinke extra scheut testosteron.

Drie jaar later werd Keep You Close uitgebracht: wederom een prima plaat, waar je hooguit op zou kunnen aanmerken dat er juist te láng aan gesleuteld is. Maar met name de eerste single Constant Now is weergaloos.

Maar als dEUS me ooit écht van mijn stuk heeft gebracht, was het acht maanden later. Vanuit het niets was daar Following Sea: zonder enige aankondiging. Bam, nieuwe plaat. Acht maanden, terwijl het normaal gesproken drie tot zes jaar duurde voordat de band met iets nieuws op de proppen kwam.

‘We wilden eens kijken wat het zou doen als we geen enkele publiciteit zouden geven aan een nieuw album’, verklaarde de band. Al die interviews en release-parties, dat hadden ze nu wel gezien. Of dat commercieel goed heeft uitgepakt, weet ik niet. Wel is Following Sea het meest verrassende album dat ik ooit van dEUS heb gehoord. Het blaast me nog steeds omver, elke keer als ik het hoor.

Hier was een band die zichzelf weer volledig opnieuw had uitgevonden. Geen leftovers van Keep You Close, zoals sommige critici vermoedden, maar misschien wel het beste werk van dEUS sinds hun debuut. In eerste instantie viel ik vooral voor de typische donkere dEUS-liedjes als The Give Up Gene (waarin de lafheid van de kapitein van de Costa Concordia wordt bezongen) en Hidden Wounds (over oorlogstrauma’s).

Maar wat Following Sea écht bijzonder maakt, is dat dEUS zichzelf heeft gepermitteerd om lichtvoetig te zijn. Van het melodieuze Sirens, tot Cure-achtige nummers als The Soft Fall (dat pianoloopje!) en Crazy About You (dat gitaarriffje!); het leek wel alsof de band verdorie goed in zijn vel zat. We hadden al veel meegemaakt met de mannen, maar dit?

Dus, oude dEUS-garde: luister naar Following Sea. Alstublieft. Laat u verrassen. Quatre Mains is de knallende openingstrack, voor het eerst zingt Barman in het Frans. Het ritme van het liedje is onweerstaanbaar, zelfs voor ouwe rotten.

De volledige cd luisteren kan hier op Spotify, of op Youtube. Doe het op een warme lente- of zomerdag, en het liefst een keer of vijf. Of honderd, natuurlijk.

Maar ik wil nooit, nooit meer horen dat ze na de beginjaren niks meer hebben klaargespeeld, afgesproken?

[polldaddy poll=8041204]

5 comments

  1. Helaas gemist deze battle! En ik lees prachtige verhalen. Mijn keuze: W.C.S. (first draft). Na 100 keur luisteren wist ik precies waar ik me bevond toen ie binnen kwam. En vanwege Stef Kamil Karlens uiteraard…..

    1. Dat had ook zo mijn keuze kunnen zijn! Wat een nummer is dat… Ik kwam laatst wel tot de schokkende ontdekking dat het vrijwel een kopie is van Frank Zappa’s Little Umbrellas.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.