Er zijn weinig artiesten over wie het zo dankbaar battlen is als Beck. Alle liefhebbers zijn het er wel over eens dat zijn grootste hit Loser écht niet zijn beste was. Een beetje vergelijkbaar met Radiohead en Creep.

In 1993 werd Loser helemaal grijs gedraaid op de radio en MTV. Eigenlijk was het liedje opgenomen als een grap, maar het sloeg in als een bom. Het leek er even op dat Beck een eendagsvlieg zou worden, totdat hij in 1996 het legendarische album Odelay uitbracht. Echt hitsingels scoorde hij er niet meer mee (ook al werden Where it’s at en Devil’s Haircut culthitjes). Tot op de dag van vandaag brengt Beck regelmatig nieuw werk uit, maar het succes van Odelay evenaart hij niet meer.

Je begrijpt het al: we hebben een heel oeuvre om uit te kiezen als het gaat om het meest ondergewaardeerde liedje van Beck. Help ons met kiezen door te stemmen!

Keuze Victor Romijn: Missing

De andere, gevoelige kant van Beck

Een van de meer ondergewaardeerde nummers van Beck is volgens mij Missing. Hoewel Beck alom bekend is om zijn eclectische stijl heb ik hem zelf onbewust in het hoekje elektronisch/indie zitten. Onterecht, zo blijkt uit zijn album Guero.

Hoogtepunt van Guero is voor mij Missing. Het is een relatief traag nummer (91 BPM), maar dat past juist weer goed bij de inhoud: Beck heeft nog steeds een gebroken hart omdat hij is verlaten. Hij mist zijn vriendin en is heel depressief, zo blijkt uit:

I’m walking along with my boots full of rocks
I can’t believe these tears are mine
I’ll give them to you to keep away in a box

Door het gebruik van mooie strijkers op de juiste momenten weet hij bij mij een gevoelige snaar te raken. Gek genoeg gebruikt hij geen mineur-akkoorden, hoewel je dat wel zou verwachten door de sfeer die het nummer oproept.

Wat ook zo mooi aan Missing is dat er heel veel laagjes in zitten. Elke luisterbeurt valt er weer wat anders op, andere geluidjes, samples en instrumenten. Ook de rustmomenten zijn goed gekozen, alsof ook de muzikanten even adem mogen en kunnen halen voordat het refrein begint. Missing is een goed voorbeeld dat Beck ook een andere, gevoeligere kant heeft. Hij is niet alleen de artiest van het gezellige ‘Where It’s At’, en het funky ‘Sexx Laws’, maar laat hier zien dat kunstenaars waarbij het tegenzit de mooiste kunstwerken kunnen maken.

Overigens is ook de remix die het Noorse duo Röyksopp van het nummer maakte zeer de moeite van het beluisteren waard. Uit het origineel zijn alleen de violen en zanglijnen overgebleven en Röyksopp vult het nummer vol met hun eigen gekke geluidjes. Het wordt iets duisterder en sneller maar het nummer blijft zeker zijn karakter behouden. Dit in tegenstelling tot de wat teleurstellende remix die Air afleverde voor remixalbum Guerolito.

Keuze Martijn Vet: Diamond Bollocks

Iedere artiest heeft recht op zijn Bohemian Rhapsody

Het zal ook eens niet… Mijn favoriete Beck-album is een tussendoortje. Het wachten op de ware opvolger van het meesterwerk Odelay (1996) duurde zo lang dat het wonderkind besloot zijn fans in 1998 op een zoethoudertje te trakteren. Mutations is een prachtige ingetogen plaat, met daarop mijn andere favoriet, het ontroerende Nobody’s Fault But My Own. Des te merkwaardiger is het dat Beck helemaal aan het einde van de plaat nog eens vol op het orgel gaat.

Iedere artiest heeft recht op zijn Bohemian Rhapsody: een song waarin je alles uit de kast haalt wat je in huis hebt. De meeste artiesten zijn er knap succesvol mee: denk aan November Rain, One (van Metallica) of Paranoid Android. Becks duizelingwekkende zes-minuten-mama-kijk-eens-wat-ik-kan-liedje heet Diamond Bollocks en verscheen niet op single, maar moest het doen met plekje twaalf op een plaat die de meester zelf niet als een volwaardig album beschouwde. Zonde!

Uiteraard verscheen van dit nummer geen officiële video, maar het filmpje dat bij wijze van collegeproject werd gemaakt, mag er ook zijn.

Keuze Freek Janssen: Lost Cause

Odelay klinkt nu zo ontzettend eind-jaren-negentig

De jaren negentig zijn bepalend geweest voor mijn muzikale vorming. Niet zo vreemd, als je bedenkt dat dit decennium begon toen ik 10 was en eindigde op mijn 20ste. In je puberteit wordt je smaak bepaalt, en daar verandert weinig meer aan in de rest van je leven.

Sommige artiesten uit de jaren negentig ben ik nauw blijven volgen (Pearl Jam, dEUS), anderen ben ik uit het oog verloren. Als ik in een nostalgische bui één van die vergeten artiesten opzet, weet ik vaak meteen waarom ik ze niet meer luister. Wat destijds zo ‘cool’ en vernieuwend klonk, is nu hopeloos outdated. Ik heb het bij het album Sixteen Stone van Bush, bij Mellon Collie and the Infinite Sadness van The Smashing Pumpkins, en… bij Odelay van Beck.

Ik kocht Odelay toen ik net op kamers zat en heb het helemaal grijs gedraaid. De manier waarop hij country, funk, jazz en hiphop mixte vond ik echt supergaaf. Zijn gebruik van samples zou nog veel navolging krijgen in de jaren daarna. Misschien wel juist omdat Odelay destijds zo’n invloedrijk album was, klinkt het nu zo ontzettend eind-jaren-negentig.

Na Odelay heeft Beck niet stil gezeten: het leek wel alsof hij elk jaar met nieuw werk kwam. Het werd nooit meer zo urgent als Odelay. In 2002 bracht Beck een on-Beckiaans album uit: Sea Change was een ingetogen album, dat was geschreven in een bui van liefdesverdriet. Hoewel ook Sea Change inmiddels alweer tien jaar oud is, klinkt het verrassend tijdloos – helemaal voor Beck.

Het mooiste liedje van dit album is Lost Cause: bijna een kampvuurliedje, met een prachtige melodie. Beck bezingt dat hij geen zin meer heeft om te vechten voor zijn relatie – fighting for a lost cause.
Wat mij betreft mogen we deze bijschrijven in de Beck-annalen.

Keuze Maud Geerbex: Lord Only Knows

Eclectisch omarmen dankzij Beck – en nooit meer loslaten

Beck en ik, we go way back. ‘Loser’ was – natuurlijk – mijn eerste kennismaking met deze briljante artiest. Ik was twaalf of dertien, begon mijn mening te vormen over muziek en leerde Engelstalige songteksten steeds beter begrijpen.

Wow! Die gast zingt gewoon dat ie een loser is! Heel erg cool vond ik dat. Ik besloot fan te zijn van Beck en omdat ie briljante muziek maakt, ben ik dat een tijdje gebleven (een andere, veel korter durende fascinatie in die tijd was Take That).

Dankzij Beck maakte ik kennis met het concept ‘eclectisch’, en dat is nog steeds een belangrijk begrip in mijn leven.

Ik herinner me een recensie in OOR waar een van zijn albums, waarschijnlijk Odelay, zo werd omschreven, en ik besloot in al mijn dertienjarige wijsheid het begrip te adopteren. Op de middelbare school kreeg ik te horen dat ik niet wist wat ik wilde omdat ik de ene dag Dr. Martens droeg en de andere hoge hakken. Ik had mijn verklaring gevonden: eclectisch was mijn stijl. Nog steeds pas ik het concept succesvol toe. “Nee hoor, mijn interieur is geen ratjetoe, het is eclectisch.” Ik hou er nog steeds van, zo chique, alsof er een briljante geest achter zit.

Op Odelay, Becks meest succesvolle album in Nederland, staan een paar hitjes – Where It’s At, Devil’s Haircut – en deze ondergewaardeerde briljante parel. Als je het hebt over Liedjes, dan heb je het over Lord Only Knows. Even wakker worden door de schreeuw aan het begin, daarna een melodietje voor instant vrolijkheid en een catchy refrein. En dan die tekst:

You only got one finger left, and it’s pointing at the door…’

Briljant! Ik snap er niets van dat dit lied het niet tot single heeft geschopt, maar gelukkig word ik er zo vrolijk van dat het me eigenlijk niet eens iets uitmaakt.

[polldaddy poll=6286683]

One comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.