Leuker kunnen we het niet maken. Waar in de vorige eeuw werkelijk alles uit de kast getrokken werd om het de passagiers zo gemakkelijk en comfortabel mogelijk te maken is – ondanks Europese wetgeving – het chaos in vliegland geworden. Toeslagje hier, airport-taxje daar, en binnenkort mag je in Europa ook voor je bagage gaan betalen. Vermoedelijk zullen ze binnenkort een toeslag bedenken voor de luchtverfrisser in de kist of omdat er gedeeltelijk op frituurvet wordt gevlogen.

Alle gekheid op een stokje, en ondanks de Boeing 737 MAX is vliegen statistisch gemeten de veiligste manier van vervoer. Of toch niet? We verzamelden wat liedjes voor op de Ipod onderweg naar de (vakantie)bestemming. Fasten your seatbelts.

Keuze Danny den Boef: Albert Hammond – I Don’t Wanna Die In An Air Disaster (1974)

Zoektocht

The engines spit out fire, I’m pushed back in my chair
The pressure gives me thrills as we climb in the air
And I love to watch the clouds and the mountains and the sky
Swish around a cocktail the stewardess brings by….

Deze feilloze beschrijving van het vertrek van een willekeurig vliegtuig van een willekeurige startbaan zal menigeen het koude zweet doen uitbreken op diverse vrijwel onbereikbare plaatsen. Vliegen. Los van de klimaatdiscussies die het tegenwoordig oproept, is het jarenlang een discussie van voors- en tegens geweest in de categorie ‘angst’. Groep A is na een aantal slapeloze nachten met moeite een vliegtuig in te krijgen en zweet er gedurende de betreffende vlucht een paar liter vocht uit, terwijl groep B schouderophalend plaatsneemt, de noise-cancelling headphones op het hoofd plaatst en weer wakker wordt als de kist de landing alweer in aan het zetten is. Daar tussenin zit nog een soort van hybride groep die tussen de beide categorieën heen en weer ping-pongt, maar echt; pick a side.

Het nummer van Albert Hammond met de opbeurende titel I Don’t Wanna Die In An Air Disaster, zal categorie A niet bepaald helpen. Categorie B pompt hem waarschijnlijk mid-flight door de koptelefoon. Feit is dat het een verdomd fijn nummer is. Naast het feit dat Albert een beetje een open deur in trapt met zijn niet-dood-willen-gaan door middel van een vliegtuigcrash en verderop nog een vergelijkbare analyse doet over een autocrash, is het een nummer met een diepere laag. Het gaat over de constante zoektocht die ‘Het leven’ heet. Het gaat over ouder worden. Over de balans tussen een wild, spannend, boeiend en gevaarlijk leven willen leiden, maar aan de andere kant de angst voor de gevolgen. Die zoektocht zal een ieder herkennen. Een voelbare grens die dieper in ieders leven ge-etst wordt naarmate de leeftijd toeneemt.

Lord, this is the life for me
Lord, oh Lord, this is the life for me
But I don’t wanna die in an air disaster
I don’t wanna die on a plane…

Maar hoe doe je dat? En is het erg om geen boeiend leven te hebben geleid? Moeten we maar voldoen aan alles wat de wereld ons tegenwoordig voor de voeten werpt? Elke lunch, trip, vakantie, autorit en wandeling met de hond moet uitgebreid op alle socials gedeeld worden om maar aan te tonen aan mensen die je veelal niet kent dat je bestaat. Maar moet dat wel? Bestaan we anders niet? Het is een interessante gedachte.

Terwijl de synthesizer onheilspellend steeds dreigender aanzwelt gedurende het nummer, slaat de levensgrote twijfel steeds verder toe.

Oh Lord, don’t let me go that way
Lord, oh Lord, don’t let me go that way
No, don’t make me go like a fading chorus
Don’t make me fade like a song
Lord, have mercy on your son
Lord, oh Lord, oh Lord, have mercy on me
’cause I don’t wanna die in an air disaster
And I don’t wanna die in a freeway pile-up
And I don’t wanna go like a fading chorus
And I don’t wanna die for no good reason
And I just wanna go on and on…

Good old Albert weet het haarfijn te verwoorden. Want dat kan hij. Leuk is ook dat Albert naast een hitmachine in de ’70’s, ook een zeer verdienstelijk songwriter is. Hij schreef onder andere voor Tina Turner, The Hollies, Julio Iglesias, Willie Nelson, Glen Campbell, Celine Dion, Whitney Houston, Aretha Franklin, Diana Ross, Leo Sayer, Air Supply, The Carpenters en ga zo maar verder. Een indrukwekkende lijst namen om mee samen te werken voor een man die ooit zong een trein te zijn (Look at me, I’m a train on a track, I’m a train, I’m a train, I’m a chucka train, yeah!) en ook muziek voor Ace Of Base en Westlife schreef.

I Don’t Wanna Die In An Air Disaster is een geweldig nummer, op meerdere niveaus. Het is een parel uit de 70’s die steeds iets verder weg dreigt te zakken in de stoffige krochten van de muziekarchieven. En dat kan natuurlijk niet.

And I don’t wanna go like a fading chorus…

Keuze Jan-Dick den Das: Saxon – 747 (Strangers In The Night) (1980)

Mag het licht aan?

Een Douglas van Scandanavian hang hoog in de lucht boven Amerikaans grondgebied, ze zijn op weg naar New York. Om het specifiek te maken we hebben het over 9 november 1965 en plots 16 minuten en 11 seconden na 5 is ineens alles donker. Een groot deel van Noord Amerika en Canada is getroffen door wat ze daar noemen een ‘power outage’; stroomuitval dus. In de geschiedenisboeken bekend onder de naam Great Northeast Blackout of 1965. Geen verlichte landingsbanen, nagenoeg geen communicatie. Deze historische gebeurtenis in de vlieghistorie was voor Saxon de inspiratie om het nummer 747 (Strangers In The Night) op te nemen. En daarbij hebben ze wel wat dichterlijke vrijheden toegepast want in werkelijkheid was het geen 747, die vlogen toen nog niet,maar was het een Douglas.

Het nummer verscheen op het twee album van de band Wheels Of Steel in 1980. Het waren de jaren waarin dit soort muziek, Heavy Metal nog gewoon op de radio kon beluisteren. Sterker het was een zekerheid op zowel de dinsdagmiddag met het Betonuur van Alfred Algarde en de woensdagmiddag Hanneke Kappen met haar Stampij.

Het nummer is geschreven vanuit het perspectief van de bemanning. Ineens in het aarde donker als vreemdelingen in de zwarte nacht, geen lichtpuntje te zien, geen enkel referentiekader.

We got a 747 coming down in the night
There’s no power, there’s no runway lights
Radio operator try to get a message through
Tell the flight deck New York has no lights

There’s no power, what do we do
A 747 coming down in the night
Try to get a message through
We were strangers in the night

En de vlucht lijkt eindeloos en tegelijkertijd ook uitzichtloos, langzaam ziet men dat de brandstofmeter een kritisch punt nadert. Je moet er toch niet aan denken dat je in zo’n situatie zit, en toch de mannen van Saxon hebben er iets prachtigs van weten te maken. Het intro is meteen al intens en de rest neemt je mee naar wonderschone hoogtes van de Britisch Metal.

There’s no power they don’t know why
They’ve no fuel they gotta land soon
They can’t land by the light of the moon
They’re overshooting there’s no guiding lights

Set a course into the night
Scandanavian 101
For Gods sake get your ground lights on
We were strangers in the night

Een klassieker in zijn soort, een parel, en als mijn informatie klopt en – waarom zou dat niet zo zijn – is dit nummer werkelijk bij ieder concert van Saxon gespeeld. Strangers In The Night: de titel alleen is een klassieker. Frank Sinatra wist er veel mensen mee te boeien, maar ook de titel van misschien wel een van de beste Live albums ooit; die van UFO. De vraag of je dit nummer tijdens je eigen vliegreis moet willen luisteren is de vraag. Ik  ben misschien een van de weinigen. Vliegen ik vind het niet eng maar ben wel altijd weer blij dat ik met beide benen op de grond sta. En ook hier eindigde het goed, het vliegtuig is veilig aan de grond gezet. Dit voorval heeft wel tot gevolgd gehad dat vliegtuigen werden uitgerust met extra tanks voor brandstof om in uitzonderlijke situaties langer in de lucht te kunnen blijven.

Keuze Jeroen Mirck: Prince – International Lover (1982)

Mile high club

Vliegen is de ideale metafoor voor vrijheid en daarom veelvuldig bezongen in de popmuziek. Het vliegtuig geldt daarbij als het meest tot de verbeelding sprekende vervoersmiddel om ons naar die vrijheid te transporteren. Dat de luchtvaart zich ook prima leent voor andere beeldspraak bewees Prince in 1982 met de extatische powerballad International Lover. Dit slotnummer van zijn doorbraakplaat 1999 is de toef op de veelzijdige taart van pop, soul, rock en funk waarmee de kleine keizer uit Minneapolis de wereld indertijd verraste.

This body here is free tonight
Your very own first class flight
My plane’s parked right outside, baby
Don’t you want to go for a ride?

Prince en seks is een vanzelfsprekende combinatie, maar bij dit nummer gunt hij zichzelf voor het eerst de frivole humor die later zijn handelsmerk zou worden. Na eerdere seksuele escapades op 1999 (met name de eveneens overdrachtelijk bezongen one night stand op Little Red Corvette) klinkt zijn flirt ditmaal uitermate grappig en lieflijk stout. Prince nodigt een vrouw uit voor een vlucht in zijn vliegtuig genaamd Seduction 747, onderweg naar een bestemming genaamd Satisfaction.

Het derde couplet is een gesproken mededeling van ‘piloot Prince’ zijn passagier. This plane is fully equipped with anything your body desires. Het klinkt allemaal als een veiligheidsinstructie, maar de zanger maakt er een tekstueel feestje van, vol seksuele toespelingen:

If for any reason there is a loss in cabin pressure
I will automatically drop down to apply more
To activate the flow of excitement
Extinguish all clothing materials and pull my body close to yours
Place my lips over your mouth, and kiss, kiss, normally

Zoals gebruikelijk in liefdesballades van Prince is de expliciete seks nooit ver weg. Op de noten van de aanzwellende piano-melodie kreunt en steunt Prince zich door het restant van het zeven minuten lange nummer heen, naar een verzengend hoogtepunt. Als een echt vliegtuig komt het nummer langzaam tot stilstand. Hijgend spreekt piloot Prince nog enkele woorden tot zijn speciale gast:

Welcome to Satisfaction
Please remain awake until the aircraft has come to a complete stop
Thank you for flying Prince International
Remember: next time you fly, fly the International Lover

Het zal menigeen verrassen, maar dit relatief onbekende Prince-nummer was zijn allereerste Grammy-nominatie, met dank aan de opmerkelijke reikwijdte van zijn stem – van zware bas tot gillende falset. Hij won de muziekprijs indertijd niet, want die ging volkomen terecht naar Billy Jean van zijn eeuwige rivaal Michael Jackson. Hoe gevoelig met nummer ook kan zijn, werd onlangs duidelijk op het posthuum uitgebrachte live-album Piano & A Microphone 1983.

Keuze Martijn Janssen: Primal Scream – Big Jet Plane (Original Memphis Recording) (1993)

Volgens de oude stempel

Primal Scream blijft een band die muzikaal moeilijk te plaatsen is, wat ze dan meteen ook interessant maakt. Ze begonnen als typisch indie-rock bandje in de jaren tachtig, totdat producer Andrew Weatherall het nummer I’m Losing More Than I’ll Ever Have onder handen neemt. Hernoemd als Loaded wordt het een grote hit voor de band en opeens zijn zij, met hun album Screamadelica, vaandeldragers van een stroming die dance en rock met elkaar verbindt.

Later in de jaren negentig leggen ze wat meer nadruk op dub en schurende electronica en brengen dan meer duistere en dwarsere albums uit zoals Vanishing Point en XTRMNTR. Voor mij is Vanishing Point pas een recente ontdekking en een album dat helemaal in mijn straatje ligt. En dat terwijl ik al jaren de dub-versie ervan, Echo Dek, in mijn bezit heb en met veel plezier draai.
En tussen Screamadelica en Vanishing Point? Toen gooide de band het over een hele andere boeg. Want in 1994 kwam Give Out But Don’t Give Up uit, een album met een heel erge retro-sound naar de Southern- en glamrock uit de begin jaren zeventig. Het album was mede onder handen genomen door George Drakoulias, die toen furore maakte als o.a. producer van The Black Crowes en The Jayhawks. Ik vind het een erg goed album, met een heerlijke sound.

Later bleek dat de band erg zoekende was in deze periode. Ze wilden eigenlijk een ouderwetse ‘soulful rock and roll record’ maken en doken daarom in de studio in Memphis met producer Tom Dowd. Dé Tom Dowd, producer van onder andere Derek & The Dominos, Otis Redding, Ray Charles, Aretha Franklin en vele anderen op het Atlantic label. De ritmesectie, want Primal Scream had op dat moment geen eigen bassist en drummer, waren twee veteranen die hadden meegespeeld met Aretha Franklin, Percy Sledge en The Staple Singers. Dus ook twee figuren aan wie je dat ‘soulful rock and roll’ wel kan overlaten. Tijdens de opnamen kreeg de band echter last van koudwatervrees. En ook de (Engelse) platenmaatschappij wist niet goed wat ze er mee aan moesten. En dus werd George Drakoulias erbij gehaald met het resultaat dat we nu kennen. Vorig jaar kwamen de oorspronkelijke opnamen die werden gemaakt met Tom Dowd echter weer tevoorschijn. En toen bleek dat de band inderdaad met veel meer soul bezig was dan het uiteindelijke album liet horen. De rockers Jailbird en Rocks klonken misschien iets puntiger in de geremixte versie, maar de rest had toch een minder geforceerd geluid.

Het nummer Big Jet Plane is een mooi voorbeeld hiervan. De versie uit 1994 is een prima versie. Maar de originele opname brengt het tempo wat omlaag en geeft meer ruimte aan blazers en gospel achtergrondzang. En opeens begint het nummer echt te leven. De ziel is terug.

Keuze Roland Kroes: Smashing Pumpkins – The Aeroplane Flies High (1996)

Buzz

Diep in de krochten van het briljante Mellon Collie And The Infinite Sadness stijgt ineens The Aeroplane Flies High (Turns Left, Looks Right) op. Als b-kantje van de single Thirty Three zou het misschien geen al te lang leven beschoren zijn, maar dat ligt toch even anders. Sterker, juist Thirty Three is ietwat in de vergetelheid geraakt: het nummer haalde tot nog toe geen van de verzamelalbums van de Smashing Pumpkins. Het b-kantje van de single werd echter de naamgever van een boxset met alle Pumpkins-singles van Mellon Collie… Dat van de set meer dan 300.000 exemplaren werden verkocht, laat zien hoe populair de Pumpkins toen waren. (Heb je de boxset toevallig nog, weet dan dat ie op dit moment meer dan 150 euro doet online…)

Dan het nummer. Hoewel ‘a-typisch’ op veel nummers uit de Mellon Collie… verzameling van toepassing is, geldt dit zeker voor The Aeroplane Flies High. Het nummer duurt meer dan acht-en-een-halve minuut, beginnend met een min of meer gesproken intro, waarna een donker verhaal naar boven komt: I’ve always been afraid to die but I think I’m more afraid to live. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bezingt Corgan hier (ook weer) over de omgang met drugs: I’m disconnected by your smile – Disconnect a million miles. Een tekst die wordt gebracht met een pulserende gitaar riff. Om je mee te nemen in de buzz…

Keuze Joop Broekman: Pearl Jam – Given To Fly (1997)

Een net iets andere vlucht

In de eerste elf jaar van hun bestaan zijn de leden van Pearl Jam beduidend productiever dan daarna. Zeven albums worden er maar even uitgebracht, te beginnen met het eigenlijk nooit meer overtroffen Ten. Nou vooruit, ik vond Vs. nog wel goed in de buurt komen, maar Yield zeker niet. Iets waar vast een leuke podcast over te maken valt, of een goeie battle. Dan ga ik weer even al hun albums af in de kast. En dat is bij Pearl Jam echt geen straf.

Yield, dus. Ik blijf er bij, niet een van hun sterkste albums. Kwam het door de tijdsdruk van alwéér een plaat maken? En dan wéér de wereld over om de zalen, festivalweides en stadions plat te spelen? Eind jaren ’90 was ik bijna afgehaakt, toch bleef ik de band volgen (en hun cd’s kopen), en het kwam later alsnog goed.

Een van de tracks die het album nog een beetje richting middelmaat trekt, is Given To Fly. Het wordt op single uitgebracht, een goeie twee maanden voor de release van Yield. Een lekker rustig begin, en er wordt op een goede manier naar een climax toegewerkt. Fijne ingrediënten voor een rocksingle. Dat wekte verwachtingen, die niet helemaal waargemaakt werden op Yield. Oh, en noem die overeenkomsten met Led Zep’s Going To California  gewoon toeval. Gitarist Mike McCready had dat helemaal niet in zijn hoofd, toen hij de muziek aan het bedenken was. Integendeel. Door sneeuwoverlast kon hij die dag zijn huis niet uit, en kwam hij vanzelf uit op de riff die het nummer zo kenmerkt

Eddie Vedder, waarvan je denkt dat hij hele diepe teksten schrijft die dan toch weer een onthutsend simpele betekenis hebben. Of andersom. Hij begint het nummer ingetogen, en gaat dan los. Alsof hij aan het begin van een startbaan staat, om vlak daarna op te stijgen. Iemand wil helemaal op zijn eigen manier zijn leven leiden. Lekker heen en weer fladderen (of vliegen, eigenlijk), ongestoord alles doen en laten. Het idee ontstond na een bezoek aan de oceaan. Zeewater, dat ongestoord overal naar toe kon stromen. Dat moest wel een geweldig leven zijn. Neergeslagen worden, en dan gewoon weer opstaan. De golven maakten de metafoor compleet.

A wave came crashing like a fist to the jaw
Delivered him wings ‘Hey look at me now’
Arms wide open with the sea as his floor
Oh power oh

Het mooiste misverstand over dit nummer is de link met Jezus. Nope, dat was wel het laatste waaraan Eddie dacht, zo ongelovig als hij was. En nog steeds is. Ook zonder een goddelijke macht kun je een tegenslag overwinnen. Als je uiteindelijk overal boven kunt staan (zo vrij als een vogel) dan is het leven mooier dan je denkt.

He floated back down ’cause he wanted to share
His key to the locks on the chains he saw everywhere
but first he was stripped and then he was stabbed
By faceless men, well, fuckers
He still stands
And he still gives his love, he just gives it away
The love he receives is the love that is saved
And sometimes is seen a strange spot in the sky
A human being that was given to fly

Keuze Marjolein van Elteren: Neutral Milk Hotel – In An Aeroplane Over The Sea (1998)

Met aandacht

And one day we will die
And our ashes will fly from the aeroplane over the sea
But for now we are young
Let us lay in the sun
And count every beautiful thing we can see

I’ve got a song in my head! riep zanger en bandleider Jeff Mangum ineens terwijl hij in zijn achtertuin zat. Hij rende naar binnen en speelde In An Aeroplane Over The Sea voor het eerst. Misschien lag het aan zijn nieuwe liefde, Laura Carter, maar dit nummer is toch wel het meest optimistische nummer op het album met dezelfde titel. Ja, het gaat over een jong iemand die zich beseft dat hij op een dag doodgaat, maar er schuilt rust en acceptatie in dat gegeven en een vastberadenheid om te genieten van het moment. Veel vrolijker dan dat wordt het niet op het 2de album van Neutral Milk Hotel. Niet heel verrassend als je weet Anne Frank, haar dagboek en haar dood in een concentratiekamp een terugkerend thema is op het album. Jeff Mangum maakt er geen geheim van dat het lezen van het dagboek van Anne Frank hem diep geraakt heeft, het liefst zou hij terug in de tijd willen reizen om haar te redden.

In An Aeroplane Over The Sea is een album dat, wat mij betreft, het beste aan één stuk geluisterd kan worden. Met aandacht. Laat Jeff Mangum en de rest van de band je meenemen in het verhaal, wat vaak nog het meeste wegheeft van een psychedelisch sprookje met een zwarte rand. Alice in Wonderland maar dan met een extra dosis duisternis. En af en toe breekt de zon door en hoor je Jeff Mangum zingen:

What a beautiful face
I have found in this place
That is circling all ’round the sun
And when we meet on a cloud
I’ll be laughing out loud
I’ll be laughing with everyone I see

Keuze Marco Groen: Rammstein – Dalai Lama (2004)

Weiter, weiter ins verderben

Reise, Reise is niet het meest populaire album van Rammstein te noemen. Bij de meeste – wie weet – democratisch tot stand gekomen lijstjes komt het in Malaga geproduceerde werk er vrij gemiddeld vanaf. Hij is niet goed en hij is niet slecht, om Patricia Paay maar te parafraseren. De veelbesproken ‘men’ is het er trouwens wel roerend mee eens dat Rosenrot sowieso op de laatste plaats van welk lijstje dan ook komt, maar dat is een andere discussie. Wellicht zegt deze gemiddelde notering iets over de kracht van deze band uit de Neue Deutsche Härte. Reise, Reise kent namelijk genoeg nummers die een verwende, kritische benadering moeiteloos kunnen doorstaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Los, Moskau, het controversiële Mein Teil (dat over kannibaal Armin Melwes gaat), Keine Lust en…. Dalai Lama.

In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, gaat het nummer niet over de goedlachse, ietwat wereldvreemde Tibetaanse banneling uit McLeod Ganj. Het is hooguit een verwijzing naar iets waar de zweverige monnik vreemd genoeg last van schijnt te hebben, namelijk vliegangst. Iets dat niet bepaald verdwijnt voor Menschen die het Duits machtig zijn en de tekst van het nummer hebben beluisterd. Zoals in wel meer liedjes van Rammstein is de boodschap weer eens rauw, ongemakkelijk en duister. Mensen worden opgepeuzeld (Mein Teil), verkracht (Weisses Fleisch), men doet Incest (Wiener Blut), of bedrijft necrofilie (Heirate Mich). Dalai Lama is beslist geen uitzondering op deze gezelligheid.

Dat bandführer, tekstschrijver en zanger Till Lindemann zijn klassiekers kent, heeft hij al meerdere malen bewezen. Zo is in Haifisch stiekem een stukje van Bertholt Brechts Die Moritat von Mackie Messer verwerkt. Een nummer dat in de lage landen ook wel bekend is geworden onder de naam Mack the Knife (onder andere Robbie Williams maakte hier furore mee). Het nummer Rosenrot is gebaseerd op Heidenröslein van Goethe en, je raadt het nooit; het nummer Dalai Lama is eveneens afkomstig van een gedicht van deze veelzijdige Duitser. Dalai Lama lijkt namelijk een moderne weergave te zijn van Goethe’s  Erlkönig, met als verschil dat het paard is vervangen door een vliegtuig en de Erlkönig wordt ineens de ‘Koning van de Wind’ genoemd. Zowel in het gedicht als het nummer eist een metafysische bobo om een of andere reden een kind op, dat om die reden moet sterven. Vanzelfsprekend legt Zijne Goddelijkheid hier geen enkele verantwoording voor af; het moet maar gebeuren. Geheel in lijn met zowel Goethes als Rammstein’s fascinatie voor het morbide sterft het kind uiteindelijk door de angst van de vader, die het kind te krampachtig heeft vastgeklemd.

Rammstein doet zelden aan een goede afloop in zijn nummers. Fans zijn er gek op.

https://www.youtube.com/watch?v=62xdACKITrE

Keuze Erwin Herkelman: M.I.A. – Paper Planes (2007)

Mijn grote mysterie

Het was een groot mysterie voor mij. Twee leden van mijn popquiz-team waren er helemaal lyrisch over. Stonden bijna juichend op de stoelen als het nummer een zeldzame keer voorbij kwam in een quiz of in een muzikale bingo. En ik? Ik kende het nummer niet eens. Maar omdat mijn teamgenoten het tóch wel bij de eerste tonen raadden, hóefde ik er ook niets mee.

Tot deze battle. Mijn gedroomde kandidaat stond al op de rol voor publicatie. Maar dat gaf mij wél de kans om me wat verder te verdiepen in dat liedje: Paper Planes van M.I.A. En ik kwam er al snel achter waar de schoen wrong. Hiphop, vermoedelijk Radio 3-materiaal en maar héél eventjes in de Top 40 gestaan, dus in mijn wereldje was het nog niet voorbij gekomen. Erg jammer, want het past uiteindelijk prima in mijn platenkast: toffe beats, een fijn ritme en stevige lines. De gunshots en de rinkelende kassa in het refrein maken het helemaal af: onderscheidend en tegelijkertijd ook lekker om te luisteren.

Het verhaal van M.I.A. is indrukwekkend. Maya Arulpragasam werd geboren in Londen, maar verhuisde op 6-jarige leeftijd naar het thuisland van haar ouders Sri Lanka, omdat haar vader zich wilde aansluiten bij de Tamil-tijgers. Een groepering die verwikkeld was in een burgeroorlog met de plaatselijke regering. Het was voor hen dan ook niet veilig in het land en ze vertrokken zonder haar vader naar India, gingen noodgedwongen weer terug naar Sri Lanka om uiteindelijk als vluchtelingen via India weer in Londen terecht te komen. Maya was toen 11 en had dus al een heel leven achter zich.

Maar wel een leven dat haar veel inspiratie gaf. Paper Planes gaat bijvoorbeeld over het verwrongen beeld dat veel westerlingen hebben van niet-westerse immigranten. Het betekende de doorbraak van de Sri Lankaans-Britse zangeres en rapper. Het plaatje schopte het in de Verenigde Staten zelfs tot plek 4 in de Billboard Hot 100 en in Canada kreeg de single maar liefst vier keer platina.

Wat dat betreft bleven de resultaten in Nederland daar ver bij achter. Meer dan een 28ste plaats in de Top 40 zat er niet in. En na drie weken was zij daarnaast alweer verdwenen. Gelukkig is het plaatje wél opgepikt door ‘ons snobs’ en is het al sinds de allereerste editie in 2012 een vaste waarde in de Snob 2000.

Keuze Tricky Dicky: Bowling For Soup – Turbulence (2011)

Luchtzak

Persoonlijk heb ik vliegen altijd als heel veilig ervaren, maar sinds ik af en toe Air Crash Investigation op TV kijk vraag ik mijzelf af hoeveel geluk ik heb gehad. Een paar voorbeelden? Een DC3 waar de wind letterlijk een scheiding in mijn haar trok en een F28 Fellowship waar in het middenpad een forse ophoging zat. Maar ook vliegen in razende weersomstandigheden, zoals storm, onweer en bliksem. Gelukkig is een vliegtuig veilig omdat het metaal waar een vliegtuigframe uit bestaat, werkt als een kooi van Faraday. Daardoor blijft de elektrische lading gevangen in het omhulsel en kan het niet doordringen tot de elektronica en passagiers binnenin.

Maar soms heb je luchtzakken waar de honden geen brood van lusten. Ergens in een 747 boven de Andes zat ik in de staart. Volgens berekeningen de veiligste plek in het vliegtuig, dus ik heb nooit begrepen waarom decennia lang juist deze plekken aan de rokers werden toegewezen. Zij spelen tenslotte al poker met de levensverwachting. Afijn, ik reisde met een roker die 2½ uur niet zonder peuk kon stellen. Van alle delen van het vliegtuig schut de staart wel het meeste bij slecht weer en dat hebben we geweten, want we werden de hele reis hard door elkaar geschut. En de stewardessen probeerden maar trouw lunch, drankjes en koffie rond te brengen. Ik sloeg even over, maar mijn maat wilde graag een bakkie. En toen kwamen we in een luchtzak terecht, die zo abrupt en diep was dat ik letterlijk zijn koffie even boven zijn kopje zag zweven. Hij had geluk dat het meeste weer terugviel en hij de vertegenwoordigheid van geest had om zijn kopje snel naar voren te bewegen, zodat de rest tussen zijn benen door op de grond terecht kwam. Op de terugweg zitten we voorin, zei ik. Stop die peuk maar even in je (bliep).    

Turbulentie. Sommige passagiers knijpen de vingers of de bloedstroom in de arm van de medereiziger af. Anderen slapen er dwars doorheen. Maar turbulentie is natuurlijk ook overdrachtelijk, want het kan ook over een levensloop gaan. De figuurlijke luchtzakken van het leven; ook die zal iedereen wel eens meegemaakt hebben. Relatiebreuken, problemen op het werk; donkere dagen en de zon die uiteindelijk weer doorbreekt. Hier gaat Turbulence van Bowling For Soup over. De band heette oorspronkelijk Rubberneck, maar na het zien van een act van komiek Steve Martin veranderde ze hun naam. Sinds 1994 hebben ze tien studioalbums uitgebracht, waarvan A Hangover You Don’t Deserve de gouden status bereikte en een platina en gouden schijf voor respectievelijk de singles 1985 en Almost opleverde. Daarna kregen zij de maken met commerciële turbulentie, want de zes daaropvolgende albums verkochten nauwelijks.

Keuze Ronald Eikelenboom: Underworld & Iggy Pop – Bells & Circles (2018)

Planespotting

Toen we bij Ondergewaardeerde Liedjes in 2017 een humor-battle deden vroeg ik mij af of ik ooit om een liedje gelachen had. Eindelijk kan ik zeggen dat dat het geval is. De verantwoordelijke: Iggy Pop.

Op de eerste Trainspotting soundtrack was Underworld vertegenwoordigd met Born Slippy (Nuxx) en Iggy Pop met Lust For Life. Het idee was nu om Underworld en Iggy Pop iets samen te laten doen voor de soundtrack van Trainspotting 2. Rick Smith huurde een hotelkamer waarin hij een halve studio naar binnen smokkelde en Iggy Pop moest al improviserend zijn songteksten verzinnen, terwijl regisseur Danny Boyle via een skype-verbinding toe keek en meeluisterde.

Uiteindelijk haalde de opnames de film niet maar belande vier tracks op de EP Teatime Dub Encounters. De tekst van I’ll See Big, over hoe vrienden Iggy Pop telkens weer voor echt foute keuzes in het leven behoed hebben, is het resultaat van een gesprek tussen Pop en Boyle over het thema vriendschap in de film.

En verzonnen of niet, Pop haalt in opener Bells & Circles herinneringen op aan de hoogtijdagen van het vliegen, toen de stewardessen nog oogverblindend mooi waren en je rustig een sigaretje kon opsteken in het vliegtuig. Ze zijn zo hilarisch dat ik bij eerste beluistering moest schaterlachen en ook nu nog altijd een glimlach op mijn lippen krijg.

[polldaddy poll=10339814]

One comment

  1. Mag ik hier Trains and boats and planes aanmelden van Dionne Warwick e/o Billy J. Kramer? Burt Bacharach was toch wel op zijn best met de teksten van Hal DAvid.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.