De radio? Je vrienden? Je kunt ze bij het grofvuil zetten als het aan Spotify of Apple Music ligt. Zij kennen jouw persoonlijke muzikale voorkeur immers beter dan wie ook. Voedt ze met jouw smaak en ze komen met steeds betere aanbevelingen. Spotify meent zelfs dat er geen menselijke samenstellers meer aan te pas hoeven te komen om playlists als Discover Weekly te maken. Speciaal voor jou!

Wat hebben de bloggers zo al ontdekt dankzij deze mysterieuze algoritmes? Ontdek het zelf.

Keuze Roland Kroes: Funkadelic – Can You Get To That (1971)

Pitchfork

De algoritmes van Spotify zijn soms ondoorgrondelijk. Of het is simpelweg de consequentie van het delen van mijn account met mijn kinderen. Een andere verklaring voor (nog steeds…) een hoge notering van OMI heb ik namelijk niet. Maar er komt ook regelmatig wat moois voorbij. Soms zelf gezocht, maar regelmatig aangedragen via afspeellijsten, waarbij iedere afspeellijst weer allerlei rabbit holes in zich herbergt. Zo kwam ik via de soundtrack van Luther weer eens uit bij Massive Attack, dat met Paradise Circus de titelsong verzorgd. En voor je het weet ben je een paar dagen verder, omdat die albums van Massive Attack toch wel erg prettig klinken.

In alle eerlijkheid: spontane ontdekkingen zijn het meestal niet. Spotify’s Discover Weekly en Release Radar vind ik te onevenwichtig om naar te luisteren. Allerlei andere afspeellijsten leveren veel meer op. Eén van mijn favorieten daaruit zijn de decennia-lijsten van Pitchfork. Iedere lijst is een staalkaart van het decennium. Met grote hits, obscure nummers en nummers waarin je zoveel jaren later terug hoort hoe bepalend ze zijn geweest.

Dat gold voor mijn kennismaking met het album Maggot Brain van Funkadelic, de funkband waar George Clinton de scepter over zwaaide. Je hoort er Prince in terug, de groovy kant van Lenny Kravitz en al die andere acts, die zweven op de grens van rock & funk. Maar – als nummer uit de eerste helft van 1970 – ook de southern rock van acts als The Band (The Weight).

Keuze Erwin Herkelman: Gordon Lightfoot – The Wreck Of The Edmund Fitzgerald (1976)

Alsof je er zelf bij bent

Het is november, ‘the cruelest month’ op Lake Superior. Een gigantisch meer tussen de V.S. en Canada. In die maand in 1975 vertrekt de SS Edmund Fitzgerald met 26.000 ton ijzererts aan boord naar White Fish Bay. Het zal de laatste vaart van het meer dan 200 meter lange gevaarte worden: the pride of the American side. Het schip komt in een verwoestende storm terecht en van het schip en haar bemanning wordt nooit meer iets vernomen. Verzwolgen door metershoge golven.

Het was het artikel over deze ramp in Newsweek, die Gordon Lightfoot inspireerde tot het schrijven van dit nummer. En vorig jaar kwam het voorbij in mijn Discover Weekly-lijstje, dat ik elke week trouw afluister.

Ik kende de Canadese zanger niet. En dat was best schandalig, maakte ik uit zijn biografie op. De grootste songwriter die Canada óóit gekend had, een folk rock legend. Een man die onder andere zelfs de alom bewierookte Bob Dylan tot zijn grootste fans mocht rekenen. Maar dit liedje van zijn hand vond ik fenomenaal mooi. De melancholische melodielijn, de indrukwekkende, verhalende tekst. Alsof je er zelf bij bent. Een pareltje.

Keuze Martijn Vet: Blam Blam Blam – Don’t Fight It Marsha, It’s Bigger Than Both Of Us (1981)

Opgediept uit Nieuw-Zeeland

Ooit was het de Avondspits, daarna werd het Vara’s Verrukkelijke 15 en vervolgens VPRO’s Nozems A Gogo. Programma’s waarin je de nieuwste muziek voorgeschoteld kreeg en waar altijd wel wat van je gading tussen zat. Inmiddels luister ik bijna nooit meer naar de radio, maar gelukkig is daar Release Radar van Spotify. Iedere vrijdagmorgen kijk ik uit naar de playlist met gloednieuwe liedjes. Helemaal op basis van mijn smaak samengesteld.

Nu zit die Release Radar niet zo heel ingewikkeld in elkaar: artiesten waar ik veel naar luister, verschijnen keurig met hun nieuwe liedje in de lijst. Een enkele keer zit er een nieuwe artiest tussen. Ingenieuzer is de Discover Weekly-playlist. Daarin kom ik regelmatig artiesten tegen die mij volslagen onbekend zijn. Leuk en vaak raak, maar ik moet zeggen dat je ervoor in de stemming moet zijn om een lijst aan te zwengelen met muziek waarvan je in de meeste gevallen geen idee hebt wat je ervan kunt verwachten.

Wat moet ik bijvoorbeeld met Blam Blam Blam? Hoe kómt Spotify erop? Vergelijkbare artiesten zijn The Screaming MeeMees, The Spelling Mistakes en Headless Chickens? Schiet mij maar lek. Maar wacht, als ik iets verder scroll, komt de aap uit de mouw. Sneaky Feelings, Chris Knox… Die namen zeggen me wel wat. Spotify weet dat ik af en toe naar Nieuw-Zeelandse bandjes luister en deze Blam Blam Blam past inderdaad prima in dat profiel, al moet ik een minuut of 3 geduld hebben, voordat het nummer me echt pakt. Goed liedje hoor! Zelf ontdekt.

Keuze Eric van den Bosch: M3 – Mr. Radio (2000)

Per ongeluk

De merkwaardigste manier waarop ik een bandje ontdekte was met M3. Ik was op zoek naar muziek van drie ex-Whitesnake-leden, bassist Neil Murray en gitaristen Bernie Marsden en Micky Moody. M3 dus. Maar er bleken meer hondjes Fikkie te heten, want wat ik op Spotify tegenkwam was een trio uit Boston. In een genre waarmee je direct de helft van de lezers/luisteraars in slaap hebt: instrumentale fusion.

Voor wie nog wakker is de rest van het verhaal. Het is een band uit Boston rond bassist en Chapmanstick-speler James Mobius. Hij doet veel, heel veel. Behalve muzikant is hij gitaarbouwer, tattoo artist, klusjesman (Holistic Handyman), kortom een creatieve duizendpoot. Voorzien van een site die in 1998 al verouderd was, dat wel. De andere bandleden zijn gitarist Bob Melpignano en drummer Greg Mag.

Met M3 bracht hij één album uit, voor het gemak ook M3 geheten. Nou ja, één album als M3 dan. Want alras bleek de naam te weinig onderscheidend en werd de band omgedoopt naar Mojoceratops. Het album M3 werd later onder die naam opnieuw uitgebracht. Ze hebben nog een paar andere, even lastig verkrijgbare, cd’s uitgebracht. Je kunt wel zeggen dat je een album niet méér in eigen beheer kunt uitbrengen dan Mojoceratops dat doet.

Mobius heeft overigens wel een gezonde dosis humor: op zijn website prijst hij Melpignano aan als ‘unsung guitar God, who one day will be as famous as me‘. Mojoceratops mag dan zelfs niet in Boston en omstreken wereldberoemd zijn, ik ben nog altijd blij dat ik helemaal per ongeluk bij de verkeerde band uitkwam.

Inmiddels is M3 op Spotify niet meer terug te vinden, ook niet als Mojoceratops. De aanwezigheid op YouTube is beperkt tot zes videos als Mojoceratops. Eén daarvan is van een nummer dat ook op M3 staat, Mr. Radio.

Keuze Alex van der Meer: Arthur Russell – That’s Us/Wild Combination (2004)

Rijkelijk laat en veel te vroeg

Pas vanaf begin dit jaar heb ik Spotify. Ik ben rijkelijk laat; ik weet het. Maar ik was tot nu toe wat bang voor de overdaad, dat ik me opgejaagd zou gaan voelen om veel nieuwe muziek te willen gaan ontdekken en te moeten beluisteren van mezelf. Ik hou gewoonweg van te veel genres en ik was bang voor muziek-luister-stress. Mijn angst was redelijk ongegrond. Ik vond het wel meevallen wat me werd geboden als suggestie om verder te gaan luisteren. En als ik het tapje ontdekken aan klikte zag ik veel voor mij bekende muziek. Veel bekende namen in ieder geval.

Behalve dan Arthur Russell. Voor mij was dat een onbekende naam tussen de vertrouwde suggesties. En dus ging ik zijn verhaal lezen en zijn muziek luisteren. Maar wat een verhaal, wat een artiest, en wat een muziek. In de basis was hij een cellist, klassiek geschoold, gespecialiseerd in Indiase Klassieke muziek. Maar hij was ook een songwriter, en maker van disconummers en één van de eerste muzikanten die muziek ging maken wat op het latere house ging lijken. Een pionier dus. Russell is overleden in 1992 aan AIDS.

Na zijn dood is hij bekender geworden en is ook het meeste van zijn materiaal op albums verschenen. In 2004 verscheen het album Calling Out of Context. En zelfs voor dat jaar was de muziek nog vooruitstrevend te noemen. Het nummer That’s Us/Wild Combination van dat album is mijn keuze voor deze battle. Een verrassend warm, fijn en toegankelijk nummer. En als je het een paar keer hebt gehoord, wil je niets anders meer.

Arthur Russell was veelzijdig en was meer dan vooruitstrevend. Zijn muziek uit de jaren ‘80 klinkt als muziek van nu en straks. Wat dat betreft was hij veel te vroeg met zijn genialiteit om tijdens leven de waardering te krijgen die hij nu wel krijgt. Of in ieder geval zou moeten krijgen.

Keuze Hans Dautzenberg: Friendly Fires – Paris (Aeroplane Remix) (2008)

Tussen je vingers

Je vrienden, je ouders, je leraar, de criticus, de schrijver, de platenboer, ja ook de muziekblogger: we maken ze overbodig. Ze worden afgedankt als adviseur, afgewezen als mentor, ontslagen als gids om je te helpen in de ontwikkeling van je muzieksmaak. Vervangen door kille algoritmes van YouTube, Google, Apple en Spotify. Als je dit leuk vindt, luister dan ook hier eens naar. En zo belanden we in onze eigen muziekzeepbel. Een in zichzelf gekeerd universum van smaakbevestiging. Geen Sjef Wiersma, die je ook eens laat luisteren naar iets ongemakkelijks. Geen oudere zus, die je wijst op haar ontdekkingen in de platenkast. Alleen nog de computer die zelf de hits schrijft. Lees maar eens over het boeiende onderzoekswerk van Armand Leroi.

De verleiding is bovendien groot om hier te zwijmelen bij de genoegens van een elpeehoes in je handen die naar karton, drukinkt en vinyl ruikt. Eén tiende vierkante meter plezier om naar te kijken en te lezen en te luisteren. Iets om vást te houden en te koesteren. Iets dat van jou is. Geen streaming muziek als kwik dat tussen je vingers doorglipt en zomaar opeens niet meer te beluisteren is. Maar stiekem is het allemaal erg makkelijk. En wat is het leuk om rond te klikken op de streaming dienst. Zomaar eens kijken in hoeveel stappen je via ‘vergelijkbare artiesten’ van Vicky Leandros bij Slayer uitkomt (9). En ontdekken, ontdekken, ontdekken.

Ergens tijdens zo’n expeditie wees mijn vriend Algo Ritme me op de Friendly Fires. Dat was interessant. Het was een beetje hoekig, een beetje indie, een beetje ‘anders’, maar toch ook erg dansbaar. Lekker swingend. Een combinatie die ik een beetje verloren waande, maar weer terug lijkt. En dan is, dankzij de streaming dienst, het met elkaar delen een fluit je van een cent.

Ach misschien ziet de toekomst van de muziekblogger er toch niet zo donker uit.

https://youtu.be/tzicqExJW3A

Keuze Freek Janssen: Little Barrie – Eyes Were Young (2015)

Is dat algoritme van Spotify zo goed dat het zelfs mijn Netflix-series scant?

Er was een tijd dat Discover Weekly bijna 100 procent van de tijd goed zat, qua songs. Dat ik dacht: ‘óf dit algoritme is briljant, óf mijn muzieksmaak is niet zo uniek als ik dacht’.

Het zal allebei wel kloppen.

Eyes Were Young van Little Barrie was een liedje dat ik meteen heel, heel erg fijn vond. Misschien ook wel omdat het ontzettend herkenbaar is; er zit verdomd weinig variatie in het thema en de melodielijn. Maar het blijft ruim vijf minuten lang dwingen, je aandacht opeisen.

Toen ik wat research ging doen, bleken die gasten van Little Barrie verantwoordelijk te zijn voor de soundtrack van een van mijn favoriete Netflix-series van dat moment: Better Call Saul.

Wacht even… Zou Spotify ook een inkijkje hebben in wat ik op Netflix kijk? Nee, toch?

Keuze Alexander Honderd: Spiders – Why Don’t You (2015)

Blijkbaar zat ik er toch wel een beetje op te wachten, die ongecompliceerde dosis stevige gitaren

Mijn keuze voor deze battle was vrij eenvoudig. Het betreft namelijk niet zomaar een nummer wat ik via Discover Weekly heb leren kennen, maar het liedje wat voor mij duidelijk maakte wat Discover Weekly voor je kan doen. Toen ik Spotify begon te gebruiken, luisterde ik vooral veel naar Heidevolk en aanverwante folk- en vikingmetal. Dit zorgde er voor dat mijn Discover Weekly voor lange tijd vooral uit onverstaanbare Scandinavische metal bestond, naast nummers van de gevestigde orde als Iron Maiden en Metallica. Maar na een aantal weken begon daar toch wat verandering in te komen. Wat nou de precies de aanleiding is geweest waardoor Spotify’s algoritmes met Why Don’t You van Spiders op de proppen kwamen, kan ik tot op heden niet echt verklaren.

Ik luisterde geen 70’s of 80’s hardrock, weinig muziek waarin een vrouwenstem de boventoon voert en al helemaal geen relatief opgewekte liedjes waarin verliefd zijn een rol speelt. En toch was daar ineens dit nummer. En blijkbaar zat ik er toch wel een beetje op te wachten, die ongecompliceerde dosis stevige gitaren. Duidelijke invloeden van vooral 70’s hard rock, goed in het oor liggende en direct bekend klinkende gitaarriffs, strakke drums en Pat Benatar-achtige vocalen. Heerlijk.

Discover Weekly zorgde er met dit éné nummer voor, dat ik weer veel meer muziek buiten het metal-genre ging luisteren. Tegenwoordig is mijn Weekly een allegaartje van stijlen en genres, zelfs hard-style en andere vormen van EDM komen af en toe langs. De gitaren voeren nog altijd wel de boventoon, maar het aandeel onverstaanbare Scandinavische metal is drastisch afgenomen.

Keuze Ronald Eikelenboom: Nicolas Horvath – The Sound of Silence (2016)

Het geluid van verstilling

Ik moet zeggen dat ik nooit eerder naar Spotify Discovery gekeken had. En als ik dan in het kader van deze battle er naar kijk begrijp ik dat ook wel. Ik luister voornamelijk klassiek via Spotify en zodoende zit het Discovery lijstje vol met klassieke tips. Het derde deel uit een terecht zelden opgenomen pianosonate van Tchaikovsky. Het tweede deel van een vroeg pianoconcert van Mozart door een derderangs Koreaanse pianist begeleid door een oostblok orkest. Een scherzo van een Beethoven symfonie in een bewerking voor klarinet en strijkkwartet. Allemaal van die net niet aanbevelingen.

Toch springt een nummer er uit. The Sound of Silence in een bewerking voor piano door Philip Glass, gespeeld door ene Nicolas Horvath. Heeft Philip Glass werkelijk een piano-transcriptie gemaakt van een Simon en Garfunkel klassieker? Nou ja, waarom ook niet. Tenslotte bewerkte hij ook twee David Bowie albums, Low en Heroes, tot symfonieën.

Nicolas Horvath blijkt een Franse pianist te zijn. Afgelopen september speelde hij op een Zeeuws Philip Glass festival in twaalf uur tijd voor een man of twintig alle pianowerken van Philip Glass, na een ontbijt van steak met friet. Toch benieuwd of The Sound Of Silence daar ook klonk.

En hoe klinkt dat dan? Als Simon en Garfunkel, en tegelijktijd onmiskenbaar als Philip Glass. Drie minuten en veertien seconden. Voorbij voor je er erg in hebt.

Keuze Tricky Dicky: Gizmodrome – Amaka Pipa (2017)

Supergroep

Ik heb weinig met Spotify, maar dat wordt voornamelijk veroorzaakt omdat ik – in mijn onbezoldigde functie als coördinator van de battles – regelmatig iets moet opzoeken. Mijn Spotify Weekly is dus een mengelmoes van de smaak van anderen. Nee, mijn voorkeur gaat uit naar YouTube (want die hebben een soortgelijk algoritme) of simpelweg onlineradio (192 of Pinguin) en veel switchen….heel veel switchen. En als liefhebber van de Snob 2000 werk ik gedurende het jaar de hele keuzelijst door en luister naar alles plus alle vrije stemkeuzes. Circa 8.000 liedjes het afgelopen jaar, dus ik ben nog wel even zoet. Maar ik kom pareltjes tegen, maar soms is iets niet op YouTube te vinden en dan schakel ik over naar Spotify en luister dan toch ook maar even naar de Discover Weekly lijst. Ineens kwam er iets voorbij dat mijn aandacht trok. Waarom klonk het toch zo bekend en toch weer niet? Waren het de gitaarklanken of het geluid van de toetsen? Drumwerk? Misschien moet ik even vermelden dat de naam van het lied Man In The Mountain was, maar de muziek maakte het dat ik even ging surfen naar de naam van de band: Gizmodrome.

Er werd me al snel duidelijk. Een samenwerking van vier topmusici: Stewart Copeland (Curved Air, The Police), Mark King (Level 42), Vittorio Cosma (Premiata Forneria Marconi) en Adrian Belew (Frank Zappa, David Bowie, Talking Heads, King Crimson, Nine Inch Nails). Van deze vier zal bij de meesten de eerste twee tot de verbeelding spreken, maar Belew is een geweldenaar op de gitaar. Cosma is waarschijnlijk de grote onbekende, maar PFM was in 1973 de eerste Italiaanse band die internationaal succes had met hun progressieve rockmuziek. Celebration is hun meest bekende track.

Het album is in Milaan opgenomen. De mannen waren van plan om gewoon gezellig te musiceren en vroegen Belew om wat licks in te spelen en tussen door gewoon wat pasta te eten en lekker te jammen. Na een paar dagen bleek dat hij basistracks aan in het inspelen was en ineens een band zat. Copeland is de manus-van-alles in deze groep, want hij componeerde de muziek, bespeelt eveneens de gitaar en zong de tracks. Amaka Pipa is apart (bijna Zappa-esk) en betekent de Amerikaanse Bevolking (in zwaar dialect).

Belew: An immediate favorite of mine. I have never heard another song like it. The wild blend of Stewart’s drums and bullhorn ranting vocals made me reach for the radical ‘foxxtone’ guitar sound and happily cut loose! Stunning keyboard work glues this together and helps propel this one-of-a-kind sound.

Copeland: Something you never hear in Gizmodrome is, ‘We’ve got to think out of the box’. Our problem usually is, ‘Where is the fucking box?’ And just when we think we found it, Mr. Belew blows up the box. So he did on this track where he came in out of know where with that guitar riff that changed everything.

Maar wiens algoritme is hier verantwoordelijk voor?

Keuze Kari-Anne Fygi: Jesse Marchant – 6&5

Hoe een koe een haas vangt

Die discussies over het geld dat artiesten via Spotify krijgen. Ik krijg er vaak een schuldgevoel van.  Voor de kosten van een halve ceedee per maand kan ik de wereld aan muziek luisteren. En wat houden de artiesten in kwestie daaraan over? Bijster weinig, als ik de media moet geloven. Vandaar het schuldgevoel. Maar aan die welbekende andere kant van het verhaal: ik ontdek zoveel nieuwe muziek! Want wat doet Spotify: het checkt via algoritme je muziekvoorkeur en schotelt je vervolgens liedjes en artiesten voor die je ook ‘best tof zou kunnen vinden’ (mijn interpretatie).

Hoewel ik nog wel een woordje met dat algoritme heb te wisselen – waarom Springsteen alleen in classicrockhoekjes opduikt en niet op de route van The War on Drugs en The Gaslight Anthem – ben ik wel dankbaar voor de kleine, onbekende artiesten die zo in mijn schoot worden geworpen. En die ik dus ook live ga zien als ze naar Nederland komen. Zo werkt dat dus! Je krijgt een paar centen van mij als artiest op Spotify, maar ik koop vervolgens wel een kaartje van € 10 of meer om je live te zien! En na de show de CD als je live goed bent. Ik had veel artiesten nooit ontdekt als Spotify niet zou bestaan. Dus zo rolt het balletje ook.

Mijn laatste ontdekking luistert naar de naam Jesse Marchant (JBM). Kwam zo, hup, in de ‘Discover Weekly’ van Spotify opduiken. Het liedje? 6&5. Cryptische titel, nietwaar? Maar dat gitaargeluid! Die dreiging! Die baslijn, zo lekker. Ik luisterde een paar keer naar liedje en schoof toen door naar het hele album Illusions Of Love van de Canadees (opgezocht op internet natuurlijk – nog wel innovatiekans voor Spotify om meer artiesteninfo te geven, maar dat terzijde). Ik had dus nog nooit van de goede jongen gehoord. Maar nu al een paar keer zijn album beluisterd. Americana/singer-songwriter-werk met sombere, donkere teksten gezongen door een mooie stem.

Toegegeven, 6&5 is het spannendste liedje op het album. Maar ik vind alle liedjes best mooi. Als Marchant naar Nederland komt, dan ik ben erbij. Hoppa, weer € 10-15 in de portemonnee van een worstelende artiest. Lang leve Spotify.

[polldaddy poll=9946847]

One comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.