Sommigen menen dat Afrika een verloren continent is, maar duizenden jaren voordat Europa de eerste voorzichtige schreden op weg naar beschaving zette had Afrika een rijke cultuur en economische onafhankelijkheid. Tot de beschaving besloot dat Afrika beschaafd diende te worden naar Europese en Christelijke maatstaven – terwijl tegelijkertijd haar rijkdommen én inwoners verscheept werden – en een simpele streep op een kaart een nieuwe indeling betekende.

Natuurlijk zijn er ook vandaag de dag nog grote problemen en wellicht heeft de ontwikkelingshulp onbedoelde verschillen gecreëerd, maar Afrika heeft misschien wel het belangrijkste ter wereld: ritme en de gave overal muziek (van) te maken. Muziek is er het middelpunt en het bindmiddel, net zoals bij ondergewaardeerde liedjes.

Zet de zonnebril op en reis mee!

Keuze van Frans Kraaikamp: Fela Kuti – Let’s Start (1971)

Een vloedgolf van muzikale prikkels

Zeg je Afrika, dan zeg ik bewegen. Eindeloos dansen op de voortstuwende opzwepende ritmesecties, waarbij dat dansen vooral van de Afrikanen zelf komt en ik blijf steken in een dappere poging tot…
Op Great Wide Open 2015 maakte ik kennis met het nageslacht van de Nigeriaanse muzikant – en grondlegger van de Afrobeat – Fela Kuti.

Het jongste telg van het nageslacht van Kuti (Seun) speelde daar met de Egypt’80 begeleidingsband. De Egypt’80 bestaat uit allemaal mensen die destijds met Fela Kuti hebben gespeeld. Wat een energie kwam er uit deze mensen op leeftijd! Nu is Seun geen Fela, maar toch was het geheel ronduit waanzinnig om mee te maken.

Het fragment dat ik heb uitgekozen – Let’s Start – staat op Fela Kuti Live! With Ginger Baker (drummer van Cream). Belangrijk kenmerk van het nummer is de eindeloze herhaling van de schema’s en melodieën. Het is Funk, Jazz en dan met een Afrikaanse sound. In de live versie is er volop ruimte voor improvisatie. Het is een vloedgolf van muzikale prikkels waarbij je onmogelijk stil kunt blijven zitten!

Keuze Tricky Dicky: Khadja Nin – N’Barik Fall (1994)

Donker Afrika

Ik heb nog nooit een prijs in de loterij gewonnen, maar 25 jaar geleden won ik tijdens een bedrijfsuitje twee tickets met verblijf in een vijfsterrenhotel op Curaçao. Nu wilde het stomme toeval dat we een jaar eerder exact naar dezelfde plek waren geweest, dus toen een collega – die de andere hoofdprijs gewonnen had – voorstelde om te ruilen van bestemming leek dat een slimme zet. Soms doe je dingen in een spontane opwelling…..

Dus, op naar Guinee-Bissau. Bij aankomst (midden in de nacht) op de ‘luchthaven’ (een uitgebouwde schuur met golfplaten) bleek de paspoortcontrole een deur met een gezaagd gat. Onze visa zou volgens de ambassade ter plekke klaar liggen, maar volgens de gezagstrouwe beambte waren die er niet. Natuurlijk konden we een nieuwe kopen voor harde dollars, en het verschil kregen we lokale valuta van het buurland terug, en dus volkomen waardeloos. Na een discussie van een half uur werd dit recht gezet. In het hotel werden we hartelijk ontvangen door de manager, die een bungalow geregeld had. Alleen jammer dat hij vergeten was te vertellen dat voor onze veiligheid een gewapende man de hele nacht voor de deur zou zitten. ’s Ochtends bleek het hotel (gelukkig) ommuurd te zijn, waar (van een afstand) leuke vogels opzaten; bij nadere inspectie bleken dit gieren te zijn.

In mijn jongere jaren heb ik vrijwel overal waar ik kwam mijn sportschoenen aangetrokken om de jetlag er uit te rennen en dus ook in Guinee. 8 kilometer naar de haven en terug. Onderweg werd mijn vriendelijk bedoelde ‘bom dia’ met stille afwijzing beantwoordt en in de haven was de houding ronduit vijandig. Ik heb mij tijdens mijn vele reizen nooit ongemakkelijk gevoeld, maar daar besloot ik dat joggen deze keer een éénmalige gebeurtenis zou worden.

Wekelijks werd er in het hotel een BBQ voor circa 100 personen georganiseerd en volgens de manager kwamen hotelgasten van heinde en verre op dit evenement af. Lokale muziek en een gezellige sfeer. Op de avond zelf waren er wel 10 gasten. De simpele verklaring was, dat er weer een (poging tot een) kleine coupe was geweest en de verwachte gasten het beter achtten niet rond te reizen. We hebben ons toch vermaakt, want de lokale band speelde heerlijke typische Afrikaanse deuntjes.

Op de dag van vertrek verliepen de voorbereidingen anders dan we gewend waren; koffers werden 10 uur voor vertrek naar de luchthaven gebracht en mochten niet op slot, want de douane wilde controleren of de reizigers niets smokkelden. Voor vertrek volgde nog een uitgebreide controle van de handbagage, waarbij tampons, aspirines en scheermesjes in de tas van de controleur verdwenen. De wachtruimte telde welgeteld 10 zeer smerige stoelen en dus bleven alle passagiers de komende 2 uur staan, waaronder een groep oudere Amerikanen die in hun onschuld een schooltje hadden gebouwd. Ik heb hen in de waan gelaten; de manager had mij al verteld dat de omwonenden binnen een paar dagen alle nuttige zaken voor persoonlijke verbetering zouden ‘hergebruiken’. Er liep een man in een politiepak rond, die een denkbeeldige streep in de open vertrekhal getrokken had, want toen iemand kennelijk deze streep overtrad pakte hij zijn knuppel en begon schuimbekkend wild om zich heen te slaan. De sfeer werd bijzonder dreigend en angstaanjagend. Mijn vrouw en ik besloten daarop ons direct bij de groep Amerikanen aan te sluiten, want twee Nederlanders in de vreemde stellen niets voor. Gelukkig kwam het toestel op tijd, maar zelfs in het vliegtuig kwam de lokale hermandad iedereen nogmaals controleren. Het moge duidelijk zijn dat we pas echt opgelucht konden ademhalen na het ‘point of no return’.

Nee, het was niet de eerste keer dat we in Afrika kwamen, en hebben hierna nog enkelen (met goede ervaringen) bezocht, en uiteindelijk – nadat de tand des tijd haar werk gedaan heeft – kijken we (een ervaring rijker) met een glimlach aan Guinee-Bissau terug en met name wanneer Graceland van Paul Simon op de draaitafel ligt. Hij heeft perfect de Afrikaanse stijl van gitaar spelen en ritme weten vast te leggen in liedjes als I Know What I Know, Gumboots en Diamonds on the Soles of Her Shoes. Nu is aan Graceland terecht niets ondergewaardeerd, dus uit mijn muziekkast een lied van Khadja Nin (de ega van ex-F1-coureur Jackie Ickx), die in 1994 haar schitterende Ya Pili uitbracht; een mengeling van Afrikaanse ritmes en moderne popmuziek, gezongen in het Swahili, Kirundi, Spaans en Frans. Om even toch weer de muzikale sfeer tijdens de BBQ te proeven.

Keuze Tricky Dicky: Cesária Évora – São Vicente Di Longe (2001)

Geschaakt door de Morna

Ave Cesaria is een lied van Stromae en het is een eerbetoon aan de in 2011 overleden Cesária Évora. Hij is een groot bewonderaar van haar muziek. Ze wordt beschouwd als de koningin van de Morna; een lome muzieksoort specifiek voor de Kaapverdische eilanden.

Deze eilandengroep voor de kust van Afrika was ooit een Portugese kolonie, en ik ben er ooit op bezoek geweest met een groepje journalisten op sleeptouw. Ze wilden namelijk meer toerisme genereren en via een kennismakingsreis moest dit gerealiseerd worden, want behalve TAP Air Portugal landden er uitsluitend South African Airways, Aeroflot en Cubana. De Suid Afrikaanse Lugdiens mocht niet over Afrika vliegen in verband met de Apartheid en de Rus en Cubaan hadden om onduidelijke redenen voor deze tussenlanding gekozen. Er viel ’s avonds bijzonder weinig te doen in en rond het hotel, dus hebben een bevriende (en prettig gestoorde) journalist en ik het ‘open Kaapverdiaanse schaaktoernooi’ ter plekke georganiseerd: enkele Nederlanders, een Zwitser, Cubanen, Zuid-Afrikaners en enkele Russen, die door de kapitein van Aeroflot zeer ‘democratisch’ aangewezen werden deel te nemen. De hoofdprijs bestond uit een fles champagne en een Playboy. Het moge duidelijk zijn dat een Rus glansrijk won; de champagne werd opgedeeld, maar de Playboy verdween onder het hemd van de winnaar.

Het hoofdeiland en aanvlieghaven Sal is – zoals de naam als weggeeft – vernoemd naar de toenmalige zoutindustrie. Er is weinig vegetatie. De overige eilanden daar aan tegen zijn groen, waaronder São Vicente waar de ‘Barefoot Diva’ geboren (1941) en opgegroeid is. Op haar 16de begon ze te zingen in de havenkroegen en later op cruiseschepen. In 1987 nam ze haar eerste album op; haar internationale doorbraak kwam in 1988. Zelfs gedurende haar jaren van succes stond de deur van haar huis altijd open en was het een zoete inval van vrienden en kennissen. Eén van haar mooiste voorbeelden van een Morna is mijn keuze; een ode aan haar eiland. Loom, maar toch dansbaar met een gevoel van de eeuwige aanwezige wind door het haar.

Keuze Edgar Kruize: Tamikrest – Aratan N Tinariwen (2011)

Bij toeval gehypnotiseerd

‘Wereldmuziek’, ik heb er nooit veel mee gehad. Al was het maar omdat het toen ik muzikaal opgroeide met dank aan mensen als Paul Simon en Peter Gabriel voor mensen zonder smaak maar met een uitgebreide en zorgvuldig uitgestalde muziekcollectie erg ‘bon ton’ was om daar flink wat Afrikaanse artiesten aan toe te voegen. Alleen daarom al vond ik het niet interessant genoeg om me er in te verdiepen. Als muzieksnob in de dop, die andere snobs wilde omzeilen. Hoe triest…

Afijn, wat ik uit Afrika draaide kwam uit Zuid-Afrika (rockers Tribe After Tribe en gothband The Awakening bijvoorbeeld) en was vooral westers georiënteerd. Pas veel later dook ik meer de Afrobeat uit West-Afrika in en pas relatief recent ben ik gegrepen door de woestijnblues die vanuit Noordwest Afrika onze kant op komt waaien.

In 2011 was ik op het Metropolis Festival en had ik een interviewafspraak in het pers/genodigden gedeelte. Dat liep niet helemaal lekker (de te interviewen persoon was tot vier maal toe verlaat en hield me aan het lijntje) en uiteindelijk besloot ik maar niet meer het festivalterrein op te gaan en maar even met een biertje te blijven hangen om de frustratie van het steeds weer heen en weer lopen tussen terrein en backstage uit mijn systeem te krijgen. VPRO’s 3voor12 nam op die zelfde plek sessies op. Reguliere bezoekers moesten in de rij om kans te maken hier bij te zijn, pers en genodigden die er toch al waren konden zo aanschuiven. Zodoende zat ik op een perfecte plek in de zomerzon toen daar het mij onbekende Tamikrest aantrad. Ik had geen idee wat het was, moest nog wat gniffelen door de traditionele Toeareg-gewaden waarmee de bandleden het podium opkwamen schuifelen, maar op het moment dat het zestal begon te spelen kon ik niets anders dan gehypnotiseerd luisteren.

Fantastisch vond ik het. Tamikrest musiceerde op het kruispunt van traditionele Afrikaanse en Arabische muziek enerzijds, anderzijds door het snijdende gitaargeluid op de westerse blues en spacerock. Daardoor voelde hetgeen ze speelden even herkenbaar als buitenaards. De sessie was adembenemend en ik heb direct daarna ook dat vermaledijde interview waarop ik al twee uur zat te wachten afgezegd. Ik wilde óók het daadwerkelijke festivaloptreden zien. Dat vond ik net zo prachtig. Hoewel ik er geen snars van verstond (en nog steeds niet versta), werd/word ik diep ontroerd door de wat langzamere stukken, zonder te weten waar het over gaat. Als het meer opzwepend wordt, zit ik enorm mee te grooven. Bij toeval werd ik op die warme zomerdag in juli 2011 geïntroduceerd door een muziekstroming, die ik in het geheel niet kende. Sterker nog, ik had niet eens een idee dat er in/om de Sahara een echte muziekcultuur bestond. Die blijkt er te zijn en die is fantastisch. Muzikaal zit een Tamikrest in hetzelfde muzikale vaarwater als bijvoorbeeld Terekaft en Tinariwen en ik vind het allemaal even prachtig. Vorig jaar kwam er zelfs een Toeareg-versie van Purple Rain uit. Muzikaal onvergelijkbaar, maar toch vond ik het mooi dat muzikale liefdes op die manier bijeen kwamen. Inmiddels staat er dus alsnog een rij Afrikaanse muziek in de kast, maar verre van ‘voor de show’. Tinariwen is de band die ik inmiddels het meest draai, maar omdat het met Tamikrest begon, hier iets opzwepends van hun kant in deze Afrika-battle:

[polldaddy poll=9432531]

One comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.