Hoe veel betekenis kan muziek hebben?

We praten mei 2014. Ik ben, zoals inmiddels wel vaker, op Vlieland. Een paar jaar geleden raakten zowel mijn vrouw en kinderen als ik verknocht aan het eiland met dank aan Into The Great Wide Open. Inmiddels hebben we sinds een maand terug een vaste seizoensplek op Stortemelk, dé camping van het eiland. Één van de belangrijkste redenen waarom ik zo verknocht ben aan Vlieland is de rust die ik hier vind. Niet alleen de daadwerkelijke rust, maar ook de rust in mijn hoofd. En die rust heb ik regelmatig hard nodig.

Dit weekend en de week ervoor heb ik die rust niet. Het is een paar dagen geleden dat ik naar Zwolle ging om, zo was de verwachting, voor het laatst bij mijn oma te zijn. Het was ouderwets gezellig eigenlijk. Het belangrijkste voor mij was dat mijn oma er klaar mee was. Het hoefde niet meer voor haar. Het kon ieder moment afgelopen zijn, maar toch gingen we naar Vlieland voor Here Comes The Summer. Of eigenlijk: juist gingen we naar Vlieland voor Here Comes The Summer.

Als ik ‘s ochtends rond half 9 uit de slaapzak kruip en mijn telefoon bekijk zie ik een aantal gemiste gesprekken. Van mijn vader. Ik weet hoe laat het is, en als ik terugbel blijkt het inderdaad gedaan te zijn. Het is goed zo, maar makkelijk is het niet. Het festival heb ik toch wel heel hard nodig nu. En de rust in mijn hoofd die Vlieland me zo fijn kan geven. Genieten van muziek, uitwaaien.

Voordat ik naar het festival ging had ik, zoals altijd, ingeluisterd op Spotify. Even weten wat ik wil zien, en wat ik niet per se wil zien. Een link met Zwolle was een logische trekpleister voor mij, en hoewel ik de Nederlandse hiphop niet heel goed ken en sowieso pas net een beetje de hiphop écht aan het ontdekken ben (ik heb als tiener hiphop overgeslagen en ben direct naar de house gegaan) lijkt Great Minds wel leuk. De link met Zwolle is er (Great Mind Sticks komt uit Zwolle), de muziek lijkt interessant en ach, we zijn er toch. Dat ik ooit zo “makkelijk” over Great Minds heb gedacht, het is nu gek voor me. Maar zo was het toen wel, die rare dag op Vlieland.

Nog zo’n dingetje. Zoonlief Tomas, ik herken in hem mezelf. Gesloten, introvert. Zo was ik ook vroeger, ben ik eigenlijk nog steeds wel. Maar dat maakt het soms lastig om samen iets te doen, en om hem te begrijpen. Nu is dat misschien sowieso iets wat iedere vader of moeder wel kent, geen idee. Maar het is soms echt lastig, vooral omdat ik mezelf dus zo herken. En dat maakt me soms wel bang, want ik heb het ook niet altijd makkelijk gehad doordat ik zo gesloten was. Great Minds, mja, ach, hij gaat wel mee. Even kijken. Ik heb Tomas serieus nog nooit zo hard zien springen, meeschreeuwen en dansen bij muziek. Nog nooit. Het jaar ervoor was de Fakkelbrigade ook wel een dingetje voor hem, maar zo uitzinnig als bij Great Minds heb ik hem nog nooit gezien. En ja, ik vind het ook echt heel erg tof. Holy crap man, nooit gedacht dat ik hiphop zo tof kon vinden. Wat een fantastisch goed optreden is dit? Hierin kan ik Tomas echt enorm hard begrijpen. Nu, anderhalf jaar later, kan ik toch ook wel tot de conclusie komen dat Great Minds heel wat heeft gedaan. Voor Tomas, voor mij, voor ons. We hebben bijna iedere show van Great Minds samen gezien, en door Great Minds zijn zowel Tomas als ik de Nederlandse hiphop gaan ontdekken. Twee keer Opgezwolle in de Hedon ook. Opgezwolle op Lowlands ook.

En dan spelen ze dit nummer. Nog 1 Keer. Shit.

En als je dood gaat en je nog 1 keer mag,
1 laatste kans, wat zou je doen die dag?

Met het overlijden van mijn oma die ochtend hakt de tekst er diep in. Ja, wat zou ik doen? Wat zou zij doen? Ik weet het niet, en ik kan het haar niet meer vragen. En ik ben blij dat ik nog afscheid kon nemen. En dat het duidelijk was dat zij er klaar voor was. Misschien hoefde ze die ene dag niet meer. Ze had immers alles gedaan wat moest. Afscheid kunnen nemen van iedereen die dat wou.

Maar de tekst raakte me op nog meer manieren. Zo rapt Sticks bijvoorbeeld:

Ik gaf d’r hemel, ik gaf d’r hel,
Eigenlijk kan je zeggen, ik gaf d’r alles van mezelf.

Dit was zo enorm van toepassing op mijzelf. Ik had al een lange tijd last van depressieve periodes; periodes waarin ik mijn vrouw niet altijd even prettig behandelde. Gelukkig liep ik inmiddels al een tijdje in therapie, maar het was zeker nog niet over. Die hel die gaf ik haar dus zeker. En de hemel ook wel. Hoop ik tenminste. Ik deed mijn best. De laatste zin deed me realiseren dat, hoe vervelend het ook is, het in die periode wel bij mij hoorde. Dus hoewel het niet goed was, was het wel onderdeel van mij op dat moment. En ja, de volgende zin, dat was iets waar ik nog aan moest werken:

Maar, ik leerde vrede hebben met m’n fouten

Inmiddels, nu ik dit schrijf, begin ik dat redelijk te leren, en dat is fijn. Maar nog veel fijner is dat mijn vrouw me al die tijd heeft gesteund. En dan klopt die line van Winne toch ook wel:

En denk bij mezelf, lucky bastard, da’s een dame

Kortom, ik kreeg troost, een betere band met mijn zoon, een levensles en ontdekte een muziekstroming die mij bijzonder goed bleek te liggen, allemaal dankzij Winne, Sticks, Jiggy Djé en Dokter Moon. En daar ben ik ze echt heel dankbaar voor. Echt, heel erg dankbaar.

One comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.