Wie Led Zeppelin zegt, zegt Stairway to Heaven. Sinds 1999 niet meer weg te slaan uit de top-5 van de Top 2000. Het album waar het op staat, is meer dan 16 miljoen keer verkocht (en wie weet hoe vaak gekopieerd op cassettebandjes en zelfgebrande cd’tjes). Hoezo ondergewaardeerd?

Maar: deze legendarische Britse rockband reduceren tot dit ene weergaloze nummer is een doodzonde. Tussen 1969 en 1979 maakten Robert Plant, Jimmy Page, John Paul Jones en John Bonham negen albums met in totaal 73 nummers. En daar is geen enkel slecht nummer bij.

Het lastige van zo’n Koh-i-Noor in je muzikale schatkist is dat veel mensen niet zien dat er ook nog een hoop andere parels liggen te blinken. Daarom deze battle.

Keuze Marèse Peters: Since I’ve Been Loving You (1970)

Hartverscheurende blues van de rauwste soort

‘Hartverscheurend’ is eigenlijk het enige woord dat bij me opkomt als ik Since I’ve Been Loving you moet omschrijven. Het is blues van de blauwste en rauwste soort, die door merg en been gaat.

Af en toe heb je van die nummers waaraan alles klopt. Waarbij het totale eindresultaat oneindig veel meer is dan de optelsom van de losse delen. Terwijl die delen op zich ook al niet te versmaden zijn: de jankende gitaar van Jimmy Page, het stuwende drumwerk van John Bonham, het onderbuikkietelende hammondorgel van John Paul Jones en de emotionele vocalen van Robert Plant.

Maar misschien het allerbriljantste van dit nummer is wel de timing. Het is heerlijk traag en trekkend, met grandioze uithalen van Plant en dan ineens die legendarische (en allesbehalve trage) gitaarsolo van Page eroverheen. En dat 7 minuten en 23 seconden lang.

Luister, huiver en huil mee.

Keuze Eric van den Bosch: Bron-Yr-Aur Stomp (1970)

Niks geen excessen: over een wandeling in de bossen met de hond van Plant

Led Zeppelin II is opgenomen tussen tournees door, zoals dat in die dagen wel vaker gebeurde. Een band werd door management en platenmaatschappij gerund en de band had maar te gehoorzamen. Na het fenomenale succes van het album en de single Whole Lotta Love hadden Page en Plant iets meer in te brengen. Ze besloten zich terug te trekken in Bron-Yr-Aureen, een cottage in Wales, om songs te schrijven. Na voortdurend touren met enorme versterkers achter zich en het vertoeven in motels en studio’s was dat een enorme verandering van omgeving.

Page maakte veel meer gebruik van akoestische instrumenten en hoewel de plaat uiteindelijk elders werd opgenomen met de Rolling Stones Mobile, klonken de dagen in Wales door in de sound. Niet tot ieders genoegen overigens, want Led Zeppelin stond synoniem aan hard en rauw, en ondanks rockers als Immigrant Song was de algehele sfeer op Led Zeppelin III volstrekt anders.

Misschien wel de meest opmerkelijke track in dat opzicht was Bron-Yr-Aur Stomp (vaak abusievelijk als Bron-Y-Aur Stomp geschreven, ook op officiële releases). Niet te verwarren met de instrumentale Bron-Yr-Aur die later op Physical Graffiti verscheen, overigens. Bron-Yr-Aur Stomp was muzikaal traditioneler dan traditioneel. Folk en country die alleen in de verte aan rock doet denken, met Page op akoestische en -slidegitaar. Verandamuziek pur sang. Of muziek voor linedancing.

Maar met dat heerlijke loopje waar bassdrum, bas, gitaar en handclaps steeds gezamenlijk er even een paar beats tussendoor gooien, voor het eerst rond 1:15. De tekst is qua onderwerp verrassend alledaags: het gaat over een wandeling in de bossen van Plant met zijn hond. En dat was dus de zanger van een band die bekend stond om zijn excessen…

Er is aan mij een drummer verloren gegaan. Steevast zijn het ritmische stukjes die ik onweerstaanbaar vind. Zo ook hier in Bron-Yr-Aur Stomp.

Keuze Dimitri Lambermont: Immigrant Song (1970)

Want Vikingen

The hammer of the gods will drive our ships to new lands,
To fight the horde, sing and cry: Valhalla, I am coming!

Sidenote: Check trouwens ook de leuke versie Trent Reznor & Atticus Ross ft. Karen O.

Keuze Eric van den Kieboom: The Rain Song (1973)

Rock met een orkest pakte dit keer gelukkig wel goed uit; zo kan het ook, Metallica!

Voor mij (en voor de meeste mensen) is Led Zeppelin natuurlijk gewoon de band van Stairway to Heaven. Ik leerde het kennen via de Top 100 Aller Tijden, maar dat andere nummer dat ook altijd in die lijst stond vond ik bagger met een grote B. Zo duurde het een of jaar twintig totdat ik ze echt leerde waarderen.

Het was een samenloop van omstandigheden. Eerst was daar het Dream Theater-album A Change of Seasons waar een Zeppelin-medley op stond. In mijn Guinness Book of British Hit albums kwam ik tot de ontdekking dat ze maar liefst acht opeenvolgende nummer een hitalbums hadden in Engeland, dus daar razend populair waren toch zeker in vergelijking met hier, waar het vooral de band van Stairway to Heaven was. Mijn interesse was gewekt, en toen kwam daar ook  nog de hit Come With Me van Puf Daddy met Jimmy Page waar Kashmir in gesampled zat.

Het was weer een paar jaar later dat ik een keer in de rij bij de Aldi de DVD The Song Remains the Same voor een paar centen tegen kwam. Die kon ik dus niet laten staan, en gelukkig maar! Ook hier echter raakte ik niet erg onder de indruk van de nummers. Behalve dan die ene, mooi opgebouwd, lekker gitaarwerk en prachtige strijkers (man wat houd ik daar van) en van de voor mij juiste lengte. Ik kan daar niets aan doen maar op de een of andere manier pakken songs van zeven, acht minuten me meer dan andere. De sfeer van het nummer was naar mijn mening mooi in beeld gebracht in die film. En zo groeide The Rain Song uit tot mijn favoriete Led Zeppelin nummer.

En toen in 2004 No Quarter uitkwam was ik zeer blij verrast met de uitvoering van Page & Plant.

Rock met een orkest; het kan mooi uitpakken maar ook radicaal verkeerd (zie Metallica). Maar deze keer pakte het dus wel goed en doet het me bijna het origineel vergeten.

Keuze Freek Janssen: Gallows Pole (1994)

Mijn collega zei het twee jaar geleden al

Bijna twee jaar geleden stond ik op een borrel samen met mijn Engelse collega Dean Russell en een paar mede-OL-bloggers; Martijn Vet, Kari-Anne Fygi en Jan van Deursen als ik het me goed herinner.

Hij vond dat hele gedoe van Underrated Songs eigenlijk wel gaaf en kwam met een waslijst van liedjes die hij dan wel tof vond. Een daarvan was Gallows Pole, niet in de originele uitvoering, maar in de akoestische (Unledded zoals ze Page and Plant het zelf noemden) uit 1994. En verdomd, dat is een tof liedje.

It took a while, Dean, but finally: here’s to you! Let Google Translate do the rest ;).

De andere liedjes op zijn lijstje waren trouwens Prince in a Paupers Grave van Carter USM, Where’s Me Jumper van Sultans of Ping F.C. en (van een hele andere orde) Rambling Man van Laura Marling.

[polldaddy poll=8324805]

2 comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.