Het is een kwaal die tekstschrijvers en liedjesschrijvers gemeen hebben. Je steekt al je energie in een mooie intro, die je lezers / luisteraars meteen bij de strot moet grijpen. De rest volgt dan vanzelf.

Op een gegeven moment heb je je punt gemaakt, en moet er ook nog een einde aan gebreid worden. Wat kun je doen? In het allerergste geval draait de producer de volumeknop langzaam naar beneden, omdat er geen einde ís. Of je laat de drummer een cliché-riedeltje eraan vast plakken.

Nee, dan deze outro’s. Een lichtend voorbeeld voor al die weifelende liedjesschrijvers.

Keuze Eric van den Kieboom: Marillion – Grendel (1982)

Live durfden ze het nooit meer te spelen

Je moest er voor op je fietsje naar Breda in de stromende regen, maar nog nooit heb ik er een tel spijt van gehad. Want daar bij Bullit hadden ze de 12” van Market Square Heroes staan. En daar stond een nummer op van 17 minuten, als liefhebben van lange nummers móest je dat gewoon hebben.

Grendel is een monster dat voorkomt in een oud Engels verhaal  dat we kennen als Beowulf. De song was voor de band en vooral voor Fish moeilijk om met veel overgave te spelen en ze hebben het na 1983 dan ook nooit meer gespeeld, bij haast elk concert van Marillion  was er wel iemand die om Grendel vroeg, maar nooit meer gespeeld. De fans hielden dat een jaar of vijftien vol, maar beseften dat het nooit meer zou gebeuren. Fish in z’n solo-carrière heeft het nummer vorig jaar nog eens live gespeeld, maar dat was niet echt om over naar huis te schrijven.

Het verhaal is mooi, de songstructuur is prachtig maar in dat outro bewees Steve Rothery toch wel tot de grote meneren van de prog-/sympho-scene te horen. In de live uitvoering wordt een jongen het podium opgetrokken, niet echt bepaald zo leuk als The Boss later met Courtney Cox zou doen.

Een gitaarsolo als outro komen we vaak tegen. de bekendste is natuurlijk van Hotel CaliforniaYou can check out, but you can never leave.

En van ongeveer dezelfde lengte is dus Grendel van Marillion, met ook zo’n mooie toepasselijke zin net daarvoor:

Let the blood flow

Wat Genesis voor Marillion was, was Marillion dan weer voor Mostly Autumn. Zij maakten er haast een gewoonte van om een gitaarsolo als outtro te houden. Af en toe gooiden ze er zelfs nog een doedelzak doorheen.

Keuze  Frans Kraaikamp: U2 – 40 (live) (1983)

Hoe de band het publiek toch zo ver kreeg om de outro te scanderen

In 1983 speelt U2’s The Edge een stukje basgitaar en houdt Adam Clayton voor de verandering de gitaar vast waarop hij afwisselend flageolettonen (zachte boventonen) en overstuurde gitaargeluiden speelt. Bono zingt een tekst, geïnspireerd op een Bijbeltekst, die hij naar eigen inzichten heeft verbouwd. Het nummer ’40’ is geboren.

Eindeloos doorgaand lijkt de eenvoudige – en pakkende – tweeklank harmonie die prachtig in de baslijn is verwerkt. Dit alles wordt ondersteund door de heerlijke trage, stevige drums van Larry Mullen Jr. Het geheel wordt aan het einde van de tour van album War – tijdens het concert op 5 juni 1983 in het Red Rocks Amphitheatre nabij Denver, Colorado – opgenomen en later op live EP Under A Blood Red Sky gezet. Van dit album zijn maar liefst 10 miljoen exemplaren verkocht!

Na het Thank you goodnight! volgt het outro waarbij de term publieksparticipatie een nieuwe dimensie mee verkreeg. Het klappen van het publiek, het langzaam wegvallen van de gitaar en basgitaar en het uit volle borst saamhorig meezingen door het publiek: How long to sing this song? Waarna Larry Mullen Jr de drum weer inzet en The Edge invalt met het basloopje.

Prachtig concept wat zeer regelmatig als afsluitende toegift van een U2 live-set is gespeeld! Een helemaal raak geschoten outro wat mij betreft!

Anekdote: de avond van het concert op Red Rocks in juni 1983 zou U2 gaan filmen. Het was bar en boos weer en het concert moest misschien worden gecanceld. De verkleumde menigte (wat er nog was op komen dagen) zong niet mee, zoals gebruikelijk was geworden wanneer de band het podium verliet, tijdens het outro van 40. De band verliet teleurgesteld het podium, omdat ze zoveel geld hadden geïnvesteerd voor het vastleggen van het concert en het publiek niet het outro zong. Uiteindelijk wist tourmanager Dennis Sheehan, door vanachter de mengtafel spontaan door een microfoon te gaan zingen, het publiek toch zover te krijgen dat er werd gezongen en zo de opname toch nog prachtig af te sluiten! Door een knip in de videoregistratie is deze actie enigszins verdoezeld, maar je hoort duidelijk een hoge zangstem die niet van The Edge of Bono is!

Keuze Vanessa: Faith No More – Epic (1989)

Een rustig duveltje uit een doosje die wonderbaarlijk goed past bij de bak herrie daarvoor

Epic is waarschijnlijk (naast de cover van Easy) de bekendste song van Faith No More. En wat voor één! De titel doet het nummer eer aan: legendarisch rockend! Het betekende de grote doorbraak voor de band, met de nieuwe zanger Mike Patton. Niet gek: het is zo’n typisch nummer om flink op uit je dak te gaan, in de auto luidkeels mee te schreeuwen en om je airguitar voor uit de mottenballen te  halen.

Vanaf de eerste klanken wordt er gas gegeven in het nummer. Bas, drums, gitaar en zang ademen funk, hiphop en rock. Na alle opbouw in het nummer en alle ontlading in het slotstuk wordt de fade-out ingezet. En daar komt dan ineens de piano, het verlengstuk van de melodie. Als een duveltje uit een doosje. En die wonderbaarlijk goed past bij de “bak herrie” die eraan vooraf ging.

Ik vind het heerlijk om na het uitbundige gedeelte met gesloten ogen naar de piano outro te luisteren. En zo weer lekker tot rust te komen. Een adempauze voordat het volgende nummer van de band weer als een rocktornado  op me afstormt. What is it….? EPIC indeed.

Keuze Robert Arnold: Smashing Pumpkins – Drown (1992)

Nooit begrepen waarom ze op de verzamelaar dat geniale gejank eraf hebben geknipt

Ik kan me van de film niet zoveel meer herinneren, het was de soundtrack die het hem deed. En waar de film (en soundtrack) Singles de grunge-scene in Seattle qua populariteit deed ontploffen, was het voor mij persoonlijk ook een introductie van een uit Chicago (dus niet uit Seattle) komend bandje.

Drown was het allereerste liedje wat ik ooit hoorde van de Smashing Pumpkins en ik was meteen verkocht. Een typisch Pumpkins-nummer, want een goed in het gehoor liggend rifje en  veel dynamiek (hard-zacht). Een perfecte afsluiter van een perfect album, en die afsluiter zou niet compleet zijn zonder het minutenlange outro van gepiep en gescheur van gitaren en versterkers.

Op de verzamelaar Rotten Apples is het nummer vreemd genoeg ingekort tot vier minuten, het geniale gejank is eraf geknipt.  Dat maakt het nummer gelijk stukken minder interessant. Daarom bij deze hulde aan de ‘ outro’  van Drown, de volle acht minuut nog wat.

Keuze Freek Janssen – Red Hot Chili Peppers – Can’t Stop (2002)

Een voor een vallen alle instrumenten uit, alleen Anthony Kiedis is onverzettelijk

Ik heb een hele rare relatie met de Peppers (ik schreef er al eens eerder over). Liedjes die bij de eerste keer luisteren al meteen binnenkomen, ben je na drie keer luisteren al beu. Dosed is een mooi voorbeeld. Tranentrekkertje, maar hij begint al gauw te vervelen.

Can’t Stop vond ik altijd een niemendalletje op een nietszeggend album – By The Way, dat het niet kon halen bij comeback-album Californication. Totdat die outro me opviel. Nu zit ik me elke keer bij de eerste tonen van het liedje al te verkneukelen om het einde.

¿Que pasa?

Can’t Stop is een monotoom doordrammertje van een nummer. Zowel de gitaarrif als de zanglijn bestaan uit niet veel meer dan twee tonen. Het refrein en de brug brengen nog iets van afwisseling en melodie, maar het grootste gedeelte van het liedje moet het hebben van de herhalende mantra van John Frusciante en Anthony Kiedis.

En dan komt het: op 4:02 valt de bas uit. Tien seconden (en vier maten) later houdt de drummer ermee op. Nog eens tien seconden later is de gitaar weg.

Wat overblijft is Anthony Kiedis, die onverzettelijk blijft doorzingen:

Can’t stop the spirits when they need you, this life is more than just a read through

Je zou er iets filosofisch achter kunnen zoeken (can’t stop, hij gaat maar door), maar het maakt me eigenlijk geen fluit uit wat ze ermee bedoelen. Ik moet er elke keer onbedaarlijk hard om glimlachen.

Keuze Edgar Kruize: Interpol – Pioneer Of The Falls (2007)

Elke luisterbeurt weer happen naar adem

Vraag me om mijn favoriete intro, favoriete brug of favoriet outro en de kans is groot dat ik driemaal hetzelfde nummer noem. Want Pioneer Of The Falls heeft het allemaal. Het intro met lieflijk doch weerbarstig gitaartje, waar achter een fraai orgeltje rugdekking geeft, zuigt je het nummer (en als opener ook het volledige album Our Love To Admire) in. Het bruggetje is een zinderende gitaarpartij die als een waterval over je heen stort terwijl op de achtergrond de muziek bijna achteloos sfeerverhogend voorbij drijft, waarna de drums aanzwellen en de opmaat naar het fenomenale outro wordt ingezet.

Na het laatste couplet ratelen de drums als een spervuur door, het melancholieke orgeltje speelt nog stoïcijns door en het gitaartje haalt inmiddels venijnig uit. Langzaam maar zeker dooft vervolgens het instrumentarium en precies op een punt dat je het niet verwacht blijkt ook ineens de munitie van de drums op. Stilte.

En elke luisterbeurt weer even happen naar adem.

[polldaddy poll=7336414]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.