It was two years ago today. Smiley Faces van Gnarls Barkley was het allereerste blogje op Ondergewaardeerde Liedje. Dat toen overigens een Tumblr-blogje was en In De Schaduw heette.

Er is meer veranderd in die twee jaar dan de naam en de URL. De eerste Ondergewaardeerde Liedjes-blogjes gingen bijna zonder uitzondering over eendagsvliegen van wie de tweede hit éigenlijk beter was. Denk aan Raconteurs, Tone Lōc, New Radicals en City to City.

Om de verjaardag van Ondergewaardeerde Liedjes te vieren, brengen we hier een ode aan onze favoriete ééndagsvliegen. Maar dan juist dat tweede liedje dat eigenlijk beter was en géén hit werd.

Keuze Eric van den Kieboom: Barclay James Harvest – Just A Day Away (1983)

20 Best Of-albums uitbrengen en toch eendagsvlieg zijn

Mag je een groep in de eendagsvliegen battle zetten die 20 (!) Best Of-albums heeft uitgebracht ? Ik zeg ‘ja’, want ze hadden maar één Top 40-hit en dat was het criterium.

Het was 1976 toen de groep (die al tien jaar bestond) haar eerste en enige hit scoorde. Titles was een song met alleen maar titels van Beatles nummers. Hun adoratie voor The Beatles hebben ze nooit onder stoelen of banken gestoken, luister maar eens hier naar.

Maar een carrière van meer dan dertig jaar en dan maar één hitje; dat duidt dus op een echte albumband, en er zaten een hoop draken van albums tussen met soms maar een of twee goede nummers. Op hun top waren ze in de periode rond 1980-1985. In 1982 gaven ze in Berlijn een concert voor 300.000 man, rond die tijd was Barclay James Harvest dan ook wereldberoemd… in Duitsland.

In 1983 brachten ze Ring Of Changes uit, voor mij hun beste plaat. Het was de tijd van de eerste cd’s en Ring Of Changes was  de eerste geluidsdrager die tegelijkertijd op zowel cd, lp als mc werd uitgebracht. De single van dat album werd Just A Day Away.

Een plaat met voor mij speciale herinneringen, want ik leerde er de chachacha op dansen in de tijd van mijn eerste stapavonden. Het was zeker niet het beste nummer van het album, maar het is wel op single uitgebracht. Voor de echte toppers moet je hier en hier naar luisteren.

Keuze Martijn Vet: Lil’ Louis & The World – I Called U (1909)

Net zo origineel als de voorloper, maar deze werd géén hit

Een tijd geleden zond de NPS de geweldige tv-serie Single Luck uit, gemaakt door Tonko Dop. Vaste prik aan het einde van iedere aflevering was de vraag: hoe is het verder gegaan? Vaak werden de eendagsvliegen totaal overvallen door het gigantische succes van Die Ene Hit. Poging nummer twee strandde meestal door druk van de platenmaatschappij en het onvermogen om op zo’n korte termijn nog eens met iets totaal nieuws te komen.

Hij is er nooit gekomen, maar wat had ik graag een aflevering gezien over French Kiss van Lil’ Louis.
Die Lil’ Louis was, in tegenstelling tot wat ik altijd dacht, niet de naam van de dame die zich in de break van dit nummer helemaal laat gaan. Nee, het is een alias van een in de housescene vrij gerenommeerde producer. French Kiss is een heuse housetrack, met halverwege het extatische gekreun van een zekere Shawn Christopher (als je van een tongzoen al zó kunt genieten… oh la la!). Uiterst merkwaardig nummer, maar goed voor een dikke nummer 1-hit eind jaren ’80.

Ook voor French Kiss moest een opvolger komen. En wat komt er na een tongzoen? Juist, de break-up!
I Called U is een vlotte housetrack en een hoorspel in één. Hoofdrolspelers zijn een zo stoned als een garnaal klinkende dame en haar ex, vermoedelijk van het type macho-man. Wonderlijk maar waar: de meeste tekst is voor de man, die een doorwrocht filosofisch betoog houdt over alle lusten en lasten van de liefde. Totaal niet besteed aan de gedumpte geliefde. Zij houdt het overzichtelijk. I called you, but you weren’t there, en I followed you … in my blue car. Vooral dat laatste detail heb ik om de een of andere reden altijd mateloos fascinerend gevonden.

Dat alles praat minutenlang zalig langs elkaar heen en dat is natuurlijk veel pijnlijker dan een frisse ruzie. Dansbaar, origineel en net zo levensecht als French Kiss. Maar helaas, geen hit.

Keuze Edgar Kruize: New Radicals – Someday We’ll Know (1998)

Teruggrijpen op de mysteries uit de wereldgeschiedenis om je mislukte relatie te verklaren

New Radicals zal altijd worden onthouden als ‘de band met dat zingende petje’. Zo’n lelijk vishoedje met daar onder vandaan een kinnebak en mond. Meer zag je niet van frontman Gregg Alexander, de creatieve kracht achter New Radicals. Sterker nog, dat was eind jaren negentig ook direct het laatste wat we van Alexander zagen. Het leven in de schijnwerpers beviel ‘m voor geen meter. Terwijl de single You Get What You Give een megasucces werd in 1998 en het debuutalbum Maybe You’ve Been Brainwashed Too op basis van die ene hit een vlucht nam, kreeg Alexander de kriebels van alle interviews, televisie- en radio-optredens en andere promotionele plichtplegingen die van ‘m werden verwacht.

Op het moment dat de tweede single Someday We’ll Know uitkwam, had hij de band dan ook al lang en breed ontbonden. Dat zorgde voor een alles behalve geïnspireerde maar ‘verplichte’ videoclip (zelden zo’n duf spelende band gezien) en een volledig gebrek aan promotie van die single. Waardoor New Radicals snel in de vergetelheid raakte en de band nu als ‘eendagsvlieg’ te boek staat.

Waar veel eendagsvliegen vervolgens jaren tegen beter weten in blijven ploeteren om weer een hit te scoren, was het uiteenvallen van de band perfect voor Gregg Alexander. Hits scoorde hij nog steeds (onder meer uitgevoerd door Ronan Keating, Texas en Sophie Ellis Bextor) maar alle rompslomp die het artiestendom met zich meebrengt werd hem bespaard.

Maar muziekliefhebbers wereldwijd moeten een kleine vijftien jaar later toch die tweede single Someday We’ll Know nog eens goed beluisteren. Een prachtig liedje dat de mysteries uit de wereldgeschiedenis koppelt aan de zoektocht naar de redenen voor het mislopen van een relatie. Bouwt rustig op met akoestische gitaar en komt uiteindelijk met een niet meer uit je hoofd te slaan refrein. Hoewel het muzikaal ontegenzeggelijk her en der dezelfde bouwstenen gebruikt (vaker niet dan wel overigens), geldt dat Someday We’ll Know als liedje wellicht beter geslaagd is dan ‘de hit’. Mensen als Hall & Oates en Mandy Moore hebben inmiddels al een cover van het puike nummer opgenomen, evenals de inmiddels bejaarde folkrockers America.

Maar die halen het allemaal niet bij het machtige en helaas door velen vergeten origineel.

Keuze Freek Janssen: City to City – House With Two Faces (1999)

Miskleun van een nummer 1-hit, maar de Lennon-achtige opvolger hoor je nooit meer

Niet omdat House With Two Faces het mooiste liedjes is dat ik ooit beschreef op Ondergewaardeerde Liedjes (dat blijft Candy van Paolo Nutini), maar omdat het gat met hun bekende hit zo enorm groot is.

Hit? Ja zeker. City to City was verantwoordelijk voor de grootste Top 40-hit van 1999. Denk aan een Mitsubishi-reclame waaronder een soort slap aftreksel van Everybody Hurts onder staat. Juist ja, The Road Ahead. Ik heb nooit begrepen dat dit zo’n grote hit werd.

Hetzelfde jaar kwam opvolger House With Two Faces uit en ik ben nog zelden zo positief verrast geweest over een opvolgsingle. Het liedje klinkt alsof het een co-productie is van John Lennon en Burt Bacharach, gezongen door Crowded House. Met een thema dat herkenbaar is voor iedereen die wel eens verhuisd is: het laatste bezoek aan je oude huis, dat ineens zo duidelijk niet meer van jou. De opbouw van het liedje is voorspelbaar, maar desalniettemin weergaloos: met stuwende strings die op 2:35 volledig ontploffen.

I’m standing in the doorway of a condo that I know so well
But still I have the feeling that I don’t belong here now

Het liedje kwam niet verder dan plek 33 in de Top 40, en na zo’n enorme hit betekent dat niets anders dan een volledige flop. Af en toe zijn wij Nederlanders een raar volk.

[polldaddy poll=7087273]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.